Geen producten in je winkelwagen.
Neem de volgende situatie. Iemand met een bouwtechnisch bureau werkt al jaren uitsluitend met ZZP’ers die een VAR-winst uit onderneming of een VAR-directeurgrootaandeelhouder hebben. Hij doet dat, heel wijselijk, omdat die VARs hem als opdrachtgever de vrijwaring bieden dat hij geen gezeur achteraf krijgt over de inhouding en afdracht van loonheffing over de vergoeding van de ZZP’ers.
Toch komt de ondernemer in de problemen met de Belastingdienst. De controleur van de Belastingdienst constateert bij een boekenonderzoek namelijk dat de ondernemer ZZP’ers vraagt om een kopie van hun ID-bewijs te faxen en dat faxafschrift bewaart hij vervolgens bij zijn bedrijfsadministratie. Door zo te handelen voldoet hij volgens de controleur niet aan de voorwaarden voor vrijwaring. Hoe zit dat?
Geen naheffing
De opdrachtgever die met ZZP’ers werkt die beschikken over een VAR-winst uit onderneming of een VAR-directeurgrootaandeelhouder hoeft niet te beoordelen of de ZZP’ers misschien toch bij hem in loondienst zijn. Sterker nog, hij kan er van uitgaan dat hij geen loonheffing hoeft in te houden en af
te dragen en dat hij geen risico op een naheffing loopt.
Om die rechtszekerheid te verkrijgen, moet hij als opdrachtgever wel aan enkele voorwaarden voldoen.
De ondernemer moet:
- een kopie van de VAR bij zijn administratie bewaren;
- de identiteit van de ZZP’er vaststellen aan de hand van een geldig identiteitsbewijs en een kopie van dat bewijs bij zijn administratie bewaren;
- controleren of de VAR geldig is ten tijde van het verrichten van de werkzaamheden én
- controleren of de VAR is afgegeven voor werkzaamheden die de ZZP’er gaat verrichten.
ID-bewijs
Een van die voorwaarden is dus dat de opdrachtgever zelf de identiteit van de ZZP’er moet vaststellen. Dat is in dit geval niet goed gegaan. De ondernemer in het voorbeeld heeft de ZZP’ers gevraagd hun ID-bewijs te faxen, en dat faxbericht heeft hij bij zijn administratie bewaard.
Die aanpak maakt duidelijk dat je als opdrachtgever niet zelf de originele identiteitsbewijzen in handen hebt gehad om de identiteit vast te stellen. En dat moet wél: de opdrachtgever moet zelf de identiteit van de ZZP’er vaststellen aan de hand van een geldig paspoort, een ander ID-bewijs, zoals een rijbewijs, is niet voldoende.
Pech
De controleur van de Belastingdienst heeft het formeel bij het juiste eind. Pech voor de ondernemer. Het gevolg is dat alsnog de arbeidsverhouding tussen het bureau en de ZZP’ers moet worden beoordeeld: of er al dan niet een dienstbetrekking bestaat. Misschien is de controleur wel bereid om hem alsnog in de gelegenheid te stellen om het verzuim bij de identiteitsvaststelling te herstellen.
Lees ook het boek: ZZP 2010: handboek voor zelfstandige
