Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Bedrijfskleding van gras sluit de kringloop

Bedrijfskleding van gras, hoe circular wil je je werknemers aankleden? Het bedrijf Dutch aWEARness, specialist in circulaire economie, plant in Zuid-Afrika de eerste hectaren met speciaal gras, dat dubbeldienst doet als biobrandstof en basis voor textiel.

Dit klinkt bijna te mooi om waar te zijn: akkers met een olifantsgras dat boeren in Zuid-Afrika een nieuw middel van bestaan biedt. De oogst kan worden samengeperst tot briketten, geschikt als huishoudbrandstof. Het gras kan ook worden omgezet in bio-ethanol, maar de derde toepassing is waar het Rien Otto, oprichter van Dutch aWEARness, om draait: textiel.

Olifantsgras

De afgelopen jaren heeft Wageningen University een grassoort, Miscanthus, ontwikkeld die de juiste cellulose bevat om als basis te dienen voor textielgaren. En dat betekent dat Otto, die al duurzame bedrijfskleding op de markt bracht op basis van volledig en hoogwaardig herbruikbare polyesther, straks een kledinglijn kan opzetten die niet alleen recyclebaar is, maar ook biobased. ‘Mijn idee was: laten we naar een grondstof kijken die van begin af aan voldoet aan alle normen voor de circulaire economie, maar die ook verschillende toepassingen heeft.’

Briketten, ethanol, textiel

In september wordt gezaaid, door een consortium met lokale partijen. ‘Een deel van de oogst gebruiken we volgend jaar om het nieuwe garen verder te ontwikkelen,’ zegt Otto, ‘het andere gedeelte van de oogst zal verwerkt worden tot briketten voor lokaal gebruik zodat return on investment ontstaat voor verdere investeringen in het project.’ Op laboratoriumschaal is bewezen dat de cellulose tot stof kan worden verwerkt, maar nu is het zaak om het op grotere schaal te testen.

Otto noemt zichzelf ‘nogal een groene rakker die graag iets goeds voor de mensen wil doen’, maar Dutch aWEARness is wel degelijk gewoon business. Met klanten als Desso, Royal HaskoningDHV en Rijkswaterstaat die de bedrijfskleding dragen die door Otto en zijn compagnons van idee tot eindproduct is ontwikkeld. De rode draad: na gebruik wordt die met de ‘cirkelpartners’ weer verwerkt tot grondstof voor nieuwe kleding.

Ketenregisseur

Dutch aWEARness spint zelf geen garens, weeft geen stof en naait geen kleding, en ook de sales laat het aan anderen over. ‘We zijn meer een ketenregisseur: hoe groot ze ook zijn, geen van onze partners is zelf in staat om volledig over te schakelen op productie via de circulaire-economieprincipes, waarbij je streeft naar nul afval en volledig hergebruik van al je materialen. Maar met de projecten die wij van de grond trekken, doen we kennis en ervaring op die we delen met de wereld en onze partners in de circulaire loop. We brengen de technologie verder, delen de kennis en bewijzen dat in de textielindustrie de circulaire economie de toekomst is.’

Circulaire polyester

Otto, die zelf jarenlang in de ‘gewone’ textielindustrie werkte maar ook voor Unicef, schat dat inmiddels 2500 kledingstukken gedragen worden, binnenkort worden er nog eens 30.000 uitgeleverd op basis van een polyester garen dat weliswaar op oliebasis is, maar kan worden omgesmolten en opnieuw gesponnen. Bij circulaire economie hoort dat elke speler in de keten, van grondstofleverancier tot verkoper van de kleding en liefst ook de wasserij die de textiel schoonhoudt, materiaal- en energiegebruik bijhoudt.

Dat is een absolute voorwaarde, en daarvoor heeft Otto ook een track- en tracing systeem opgezet, een circual content management systeem. ‘Bovendien bekijken we bij elke stap en met elke partij in de keten of we een winstgevende businesscase hebben, hoe we de keten soepeler kunnen managen om de kosten te verlagen.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Funding van EU en EZ

De funding om de circulaire kleding  te ontwikkelen kwam deels uit Brussel, en wat het grasproiect betreft van het ministerie van Economische Zaken. ‘Dat gaat om tonnen, maar let wel: je moet zelf de andere helft bijdragen, en laten zien dat je echt geld kunt verdienen.’  Grote investeerders heeft Dutch aWEARness niet achter zich. Jammer, want Otto zou het liefst ‘performance based’ zijn kleding leveren om de kringloop gesloten te houden: op leasebasis, maar aan de voorfinanciering daarvan wagen de banken zich niet.

Circulaire kennis delen

Intussen heeft Dutch aWEARness al aanvragen uit Engeland binnen, waar bedrijven ook zaken willen doen volgens de regels der circulaire economie. ‘Ze beseffen dat de hoeveelheid grondstoffen eindig is, dat lang niet alle kosten van een kledingstuk in de prijs verwerkt zijn en dat werken vanuit de circulaire economie kosten bespaart en een langetermijnrelatie oplevert tussen producenten en gebruikers. Wij kunnen dat aantonen, en ik hoop ook dat Brussel onze bevindingen verwerkt in toekomstige voorschriften. Onze doelstelling met Dutch aWEARness is niet op korte termijn een rijk bedrijf te worden, maar we willen wel lang en gezond bestaan, om de wereld een stukje beter te maken door onze kennis te delen.’