Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Beursnoterinkje

De AEX is een verre droom voor veel ondernemers. Nog voor de zomer komt Euronext daarom met Alternext, een beurs voor kleinere bedrijven.

Het Rotterdamse modemerk Bandolera wil flink doorgroeien en denkt daarvoor zo’n 10 miljoen euro nodig te hebben. Directeur en oprichter Jan Lems zou dat via banken of participatiemaatschappijen kunnen financieren, maar een beursgang is goedkoper. Niet op de AEX; die wordt door de kostbare toelatingsprocedure pas aantrekkelijk vanaf zo’n 15 miljoen euro. Wel geschikt voor bedrijven als Bandolera is Alternext, de nieuwe beurs van Euronext voor kleine bedrijven die nog voor de zomer van start moet gaan. Daar hoopt Lems begin 2007 een minderheidsbelang van 15 tot 25 procent te verkopen.
“De tijden zijn gunstig voor Alternext”, meent Anton Sandler, partner bij Deloitte en verantwoordelijk voor beursintroducties. “De hype is voorbij, er zijn voldoende ondernemers met een track record en er is meer vertrouwen in de markt.” Sandler spreekt met een aantal bedrijven met plannen voor een Alternext-notering. Hij mag nog geen namen noemen, maar bevestigt dat het om technologie- en biotech-bedrijven gaat. De belangstelling voor de beurs is volgens hem groot. Twaalf bedrijven op de Deloitte Technology Fast 50-lijst van snel groeiende ondernemingen overwegen binnen drie jaar een notering aan te vragen.

Een woordvoerder van Alternext zegt dit jaar de listing van zo’n zes bedrijven te verwachten. “Er is veel interesse vanuit de kapitaalmarkt. We gaan van start als het eerste bedrijf klaar is.” Die kandidaten zijn momenteel druk in overleg met partijen die een beursgang begeleiden, zoals banken en accountants. In Parijs, waar Alternext vorig jaar zomer startte, staan inmiddels 24 kleinere bedrijven genoteerd. Ook een beurs voor kleine en middelgrote ondernemingen in de Londense City slaat aan. Maar Deloitte-partner Sandler blijft nuchter. “Het gaat er vooral om wat er na de start gebeurt. Ze hebben wel een paar succesverhalen nodig.”
De afgelopen jaren bewezen dat een beursgang niet zaligmakend is. Bedrijven spreken steeds vaker over de aandeelhouder als kwelgeest in plaats van als vriend. Sinds 2001 kozen zeker zestig bedrijven, al dan niet vrijwillig, voor een delisting. Ondernemingen als Versatel en P&O Nedlloyd werden overgenomen door private equity-fondsen, maar onder meer Free Record Shop en bouwbedrijf VolkerWessels vonden de belangstelling tegenvallen, waren het beslag op hun tijd zat en hadden het gevoel hun vrijheid te zijn verloren. “Groot nadeel van een beursnotering is dat je ineens onderdeel wordt van het publieke domein”, erkent Sandler. “Je hebt de verplichting met informatie te komen en moet rekening houden met allerlei stakeholders. Dat kan verlammend werken op je ondernemerschap.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Noteren aan de Alternext?

  1. Een beursnotering levert kapitaal op, maakt een betrouwbare indruk bij klanten en geeft eerdere aandeelhouders de kans (gedeeltelijk) uit te treden
  2. Alternext gaat nog voor de zomer in Amsterdam van start en staat open voor alle sectoren
  3. Vereist zijn een trackrecord van minstens twee jaar en er moet voor minstens 2,5 miljoen euro aan aandelen worden geplaatst
  4. Er worden geen eisen gesteld aan winstgevendheid of vermogen en ook de veeleisende IFRS-boekhoudregels gelden niet
  5. Bij onderhandse plaatsing van minstens 5 miljoen euro is een prospectus niet nodig
  6. De Code Tabaksblat is slechts gedeeltelijk bindend; zo zijn een aparte belonings- en boekhoudcommissie en een vierjaarstermijn voor bestuurders niet verplicht
  7. De overheid overweegt fiscale voordelen voor Alternext-bedrijven