Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Challenger Day: wie is de grootste uitdager?

Welke onderneming groeit het hardst? En welke plannen bestaan er voor de toekomst?  Deze vijf sprekers vertellen op 1 november - samen met vele anderen - hoe het is om een bedrijf groot te maken.

 

tekst Karin Quint, beeld Kees Hummel

 

Marc Schröder: ‘Er ligt een hele markt voor ons open’

Marc Schröder (1972) is de ultieme challenger. Met de onbemande tankstations van Tango zette hij de grote oliemaatschappijen op scherp en met Route Mobiel wist hij een serieuze concurrent voor de ANWB neer te zetten. Onder de werknaam Simia is hij nu bezig met het opzetten van meerdere nieuwe projecten. Onder andere in de gezondheidszorg.

 

Je hebt twee keer een succesvolle ‘aanval’ gedaan op bestaande grote bedrijven. Wat is jouw motivatie?

“Mijn motivatie is altijd het neerzetten van een gezond bedrijf in een markt waar evidente inefficiency is. Vaak zijn dat de markten waar grote spelers weinig innovatie doorvoeren, maar het is niet zo dat ik markten op zoek óm die grote spelers. Maar meestal blijkt dat je met een ander businessmodel of een kleine innovatie een grote slag kunt maken.”

 

Moet je affiniteit hebben met een markt om daarin te kunnen slagen?

“Toen we begonnen met Tango wist ik niet meer van tanken dan dat het nodig is om in je auto te kunnen rijden. Ik keek onbevangen en zonder vooroordelen tegen die markt aan, niet gehinderd door enige kennis. Dan kún je er ook op een andere manier naar kijken. Vanuit de rol die de traditionele oliemaatschappijen hebben, kan heel veel vaak niet. Ze hebben tankstations met shops en medewerkers en genoeg redenen om niet te beginnen aan onbemande tankstations. Wij begonnen vanaf scratch en hadden die problemen niet. Ik heb vervolgens de markt goed leren kennen en de juiste mensen met de juiste kennis om me heen verzameld. Mensen die het leuk vinden om te innoveren. Het is een kwestie van gewoon doen.”

 

Dat klinkt nogal eenvoudig.

“Ja, dat realiseer ik me ook. Maar het is vaak simpeler dan het lijkt. Je moet alleen niet bang zijn om te falen. Als je bang bent, kun je het beter niet doen. Je moet niet bij ieder probleem stilstaan en dat zien als een showstopper. Als je goede ideeën hebt, moet je vooruit. Vaak lossen problemen zich gaandeweg vanzelf op.”

 

Met Simia ga je je nu onder meer op de gezondheidszorg storten. Wat kunnen ze daar van jullie verwachten?

“In 2020 zal één op de vijf Nederlanders in de gezondheidszorg werken. De premies gaan met een factor vier omhoog, de zorg wordt onbetaalbaar. Er ligt een hele markt voor ons open. Nu moeten patiënten vaak voor ieder onderzoek en afspraak apart terugkomen, wij willen er voor zorgen dat het hele traject rondom de patiënt efficiënter ingericht wordt. Daarvoor zijn we nu een platform aan het ontwikkelen.”

-nextpage-

Unico Glorie: ‘Het was moeilijk om onze formats te verkopen’

 

Unico Glorie (1964) was radioproducer, productieleider, directeur bij Veronica en bestuurder bij Endemol. Zijn laatste werkgever vond hij te traditioneel en daarom besloot hij het zelf anders te doen. Samen met Kees Abrahams en Taco Ketelaar startte hij entertainmentbedrijf 2Waytraffic, met binnen drie jaar een beursgang en een overname van het Britse Celador voor 157 miljoen euro.

 

Je werkgever te traditioneel vinden is één, maar is het niet een grote stap om dan te zeggen: ik ga het zelf anders doen?

“Nee, dat was helemaal geen grote stap. Het is gewoon een keuze die ik heb gemaakt. Endemol is een prachtig bedrijf, maar te groot voor mijn eigen ambitie. Ik zocht voor mijn creativiteit een efficiënte omgeving in een kleine onderneming. Het is ook niet zo dat wij tegen Endemol strijden. We hebben een compleet ander businessmodel, wij ontwikkelen content voor televisie, internet en mobiel. We hoeven niet tegen elkaar op te boksen. Ook al is het bij televisieformats natuurlijk wel zo dat hoe creatiever je bent, hoe sneller het op de buis is. Maar dat gaat allemaal op een leuke manier.”

 

In jullie opstartperiode hebben jullie een investeerder aangetrokken. Was het moeilijk om die te vinden?

“Ik kende Henk Keilman al langer. Hij heeft ooit gezegd: als je een goed idee hebt, wil ik wel investeren. We waren er met hem in twee dagen uit.”

  

Die ‘kleine onderneming’  die je voor ogen had, is inmiddels al lang niet klein meer. Had je dit van tevoren zo bedacht?

“We hadden wel een goed idee, maar het opzetten was niet gemakkelijk. Ook al waren we een bekende speler, toch bleek het moeilijk om als kleine partij onze formats te verkopen aan de zenders. Dat eerste jaar was echt een bouwjaar. Het tempo had wat mij betreft in die periode wat hoger mogen liggen. Toen het eenmaal lukte, ging het snel. Zijn we naar de Britse beurs gegaan en hebben we Celador overgenomen. Toen we begonnen dachten we aan een bedrijf van maximaal 25 man. Maar onze ambitie is eindeloos.”

 

Jullie zijn inmiddels zo groot dat jullie nauwelijks nog een challenger te noemen zijn. Hoe voorkom je dat andere bedrijven jullie gaan uitdagen?

“Door te proberen zo efficiënt mogelijk te zijn en ons te focussen op creativiteit. Door scherp te blijven en niets los te laten. Zelf bezig blijven met alles wat er binnen het bedrijf gebeurt.”

 

Wordt dat niet lastig met zoveel groei?

“Als je het overzichtelijk houdt, dan lukt dat.”

-nextpage-

Iens Boswijk: ‘Toprestaurants hechten waarde aan onze mening’

Iens Boswijk (1964) was kok, had haar eigen cateringbedrijf en begon in 1998 met restaurantgids IENS, in druk en online. Bij IENS geen inspecteurs die eens in het jaar een oordeel vellen over de kwaliteit van een restaurant, maar 50.000 proevers die met regelmaat hun commentaar op de website achterlaten. Inmiddels trekt IENS.nl 550.000 bezoekers per maand. Tijd voor een nieuwe stap voorwaarts.

 

Wat betekent die stap voorwaarts?

“Er komt een nieuwe website met nieuwe functionaliteiten en we zijn op zoek naar partners om in Europese steden een IENS-gids op te zetten.”

  

Is er in de negen jaar dat IENS bestaat in het buitenland geen soortgelijke gids ontstaan?

“Er zijn wel lokale initiatieven, bijvoorbeeld in Londen, maar er is niet één herkenbare site voor meerdere steden. We zijn anderhalf jaar geleden begonnen met Antwerpen, op precies dezelfde manier als in Nederland, dus met lokale proevers. Nu willen we hetzelfde doen voor andere steden, daarvoor zijn we op zoek naar partners in het buitenland. Via IENS.eu kunnen bezoekers hun land en stad opzoeken. Zo weten ze altijd waar ze informatie kunnen vinden over restaurants.”

 

Iens moet een soort standaard worden voor restaurantrecensies in heel Europa?

“Ja, zo kun je dat wel zien.”

 

Een nieuwe website met nieuwe functionaliteiten. Wat is er mis met de huidige website?

“Toen wij negen jaar geleden met IENS.nl begonnen, hadden we niet kunnen bedenken dat het zo’n vlucht zou nemen. We maakten gebruik van user-generated content nog voordat die term gemeengoed was. Ik heb me laten vertellen dat een gemiddelde website technisch zo’n twee tot drie jaar meegaat. We hebben blijkbaar een goede basis gehad, maar na negen jaar wordt het tijd om hem te vernieuwen. Er kan tegenwoordig veel meer, denk aan het plaatsen van foto’s of filmpjes. Ook willen we de restaurateurs meer in de community opnemen, door ze de mogelijkheid te geven te reageren op het commentaar van een proever.”

 

IENS wordt gezien als de uitdager van de Michelin-gids. Zien de restaurateurs dat ook zo?

“Wat wij doen is veel diverser dan de Michelin-gids. Die wordt geschreven door zeventig inspecteurs, terwijl wij proevers die regelmatig bij een restaurant eten hun mening laten geven. Daardoor krijg je een heel ander beeld. Het is een andere kijk op informatieverstrekking. Ik denk dat wie regelmatig bij een restaurant eet, het beste iets over de kwaliteit kan zeggen. Ook de toprestaurants hechten waarde aan de mening van onze proevers, ze vinden het zelfs erg leuk. Ze vinden de Michelin-sterren belangrijk, maar hebben ook veel aan de mening van hun gewone bezoekers.”

-nextpage-

Pieter Zwart: ‘Eigenlijk is het nooit af’

Pieter Zwart (1979) begon in 1999 op 22-jarige leeftijd met twee vrienden Coolblue, dat via sites als Digicamshop.nl, Smartphoneshop.nl en Mp3shop.nl consumentenelektronica verkoopt. Inmiddels is Coolblue met achttien webwinkels goed voor een omzet van bijna 50 miljoen euro per jaar en is het een van de snelste groeiers van Nederland. Zwart werd vorig jaar door Ernst & Young uitgeroepen tot  Entrepreneur of the Year.

 

Achttien webwinkels en twee fysieke winkels: had je dit verwacht toen jullie in 1999 begonnen met Coolblue?

“Nee, dit had ik toen niet kunnen verwachten. Het begon met MP3-spelers. We wilden een hele goede webwinkel bouwen waar we zelf ook onze MP3-speler zouden kopen. Een winkel met een volledig assortiment, waar je niet alleen alle hoofdmodellen maar ook alle denkbare accessoires kan krijgen. Met een klantenservice die echt gespecialiseerd is in de producten en niet een callcenter dat wordt ingehuurd. De best denkbare webwinkel. Dat bleek aan te slaan.”

 

Jullie zijn in korte tijd flink gegroeid.

“Sinds oktober is onze achttiende webwinkel online, laptopshop.nl. De tijd is rijp voor verkoop van laptops aan de gewone consument. Veel mensen vervangen hun desktop voor een laptop, of hebben er eentje om op de bank te kunnen computeren. Het is heel leuk om als bedrijf te groeien. Maar het is wel zaak dat je de mensen om je heen hebt die het ook leuk vinden om in die groei mee te gaan.”

 

Wanneer dacht je: dit gaat goed?

“Dat is een punt dat je blijft verleggen. Het is net als een regenboog, je kunt er naar toe rijden maar je zult er nooit komen. In het begin dachten we: als het zo doorgaat, hebben we binnenkort misschien wel tien bestellingen per dag. En later werd het misschien wel honderd bestellingen per dag.”

 

En jullie zitten nu op?

“Een paar duizend bestellingen per dag. Eigenlijk is het nooit af.”

 

Jullie hebben sinds een paar jaar een winkel in Rotterdam. Dit jaar is een Coolblue servicepunt in Antwerpen geopend. Is het niet vreemd om als webwinkel fysiek te gaan?

“Omdat we alles zelf doen, dus ook de telefoon opnemen, weten we wat de klanten willen. Als we regelmatig de vraag krijgen of de bestelling ook ergens afgehaald kan worden, dan willen we dat dat kan. Met onze servicepunten kunnen de klanten als het ware de webwinkel binnenlopen.”

-nextpage- 

Arko van Brakel: ‘Je wéét het als je een goed plan hebt’

Arko van Brakel (1968) richtte in 1994 Euronet op, de eerste commerciële internetprovider van Nederland. Dankzij de verkoop van Euronet aan France Telecom eind jaren negentig werd hij de eerste Nederlandse internetmiljonair. Brakel maakte daarna nog een klapper met cursussensite Punt EDU, maar zakte door het ijs met webbedrijf Jamby. Hij schreef het boek Nieuwe Helden en begon het gelijknamige adviesbureau, dat bedrijven helpt succesvol te worden en blijven in de communicatiemaatschappij.

 

Met Euronet daagde je je voormalige werkgever KPN uit. Wat onderscheidt een challenger van een ‘gewone’ ondernemer?

“Allereerst denk ik dat geen enkele ondernemer ‘gewoon’ is. Het zijn altijd mensen die een stap extra zetten, die zichzelf uitdagen. Challengers zijn de stoere ondernemers die echt het verschil maken, maar die ook niet anders kunnen. Ook als die grote andere partij er niet was geweest zouden ze het op hun eigen manier aanpakken. Ze handelen uit principe, zien dat door de traditionele manier van werken veel kansen blijven liggen. Ik was niet bezig KPN te verslaan, maar zag dat dingen daar niet goed werden gedaan en wilde het op een andere manier doen.”

 

En welke eigenschappen hebben je daarbij geholpen?

“Je moet de guts hebben om op je bek te durven gaan. Ik ken maar weinig ondernemers die risico’s nemen om het risico. Het gaat er meer om dat je risico neemt in perspectief tot de verwezenlijking van je dromen. Bij Euronet namen we risico’s, maar toch wist ik honderd procent zeker dat het zou gaan lukken. Bij Jamby had ik, achteraf gezien, die overtuiging niet. Die overtuiging kun je ook niet creëren, je wéét het als je een heel goed plan hebt. Meestal gaat het dan om iets dat heel dicht tegen je eigen waarden aan zit, dat soms zelfs idealistisch is. Je moet nooit een bedrijf starten om een bedrijf te willen starten.”

 

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Euronet was een succes, Jamby faalde. Het is niet erg om een keer onderuit te gaan?

“Je moet niet bang zijn om fouten te maken. Ik heb heel veel dingen geprobeerd en daar is veel van gelukt. Maar er zijn ook dingen mislukt. Soms moet je juist het lef hebben om te stoppen, als je merkt dat iets niet echt je passie is. Tijdens de Challengerday zullen er misschien ook ondernemers zijn die zich dat zullen realiseren. Die misschien ondernemer zijn tegen wil en dank. Om dan te durven stoppen vind ik niet op je bek gaan, dat is gewoon leren.”