Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

‘Een internationale naam is een speld in een hooiberg’

Hoe breng je een internetconcept naar het buitenland? We vragen het Marc Muller, ceo van Vakantieveilingen.nl. De Sprout Challenger van 2010 lanceert binnenkort in Duitsland.

Emesa (omzet 20 miljoen) is het moederbedrijf van Vakantieveilingen.nl (5,5 miljoen bezoekers per maand). Het maakte deze week zijn plannen in Duitsland bekend. Op 1 september gaat Vakantieveilingen er live onder de naam Aladoo.de. Het is de eerste stap in een internationaal expansieplan. Waar Vakantieveilingen succesvol mee is? Het stelt aanbieders van vakanties en hotels in staat om van overstock af te komen en consumenten kunnen er koopjes jagen. Vakantieveilingen heeft begin dit jaar een flinke investering gekregen om zijn internationale plannen te realiseren. Het is een formule die in Nederland aanslaat, maar hoe breng je die naar de internationale markt? Enkele vragen aan ceo Marc Muller.

Wat is de eerste stap geweest in jullie uitbreidingsplan?

Marc Muller: “Het veilingconcept is een eigen uitvinding geweest, we wisten niet of er vraag naar is in het buitenland. Natuurlijk heb je een vermoeden, waarom zou het anders in Nederland succesvol zijn? Toch is je eerste stap om marktonderzoek uit te voeren. We stelden ons simpelweg drie vragen: hoe groot is de markt, hoe hoog is de mate van breedbandpenetratie en hoe sterk is e-commerce ontwikkeld? Hieruit kwamen een aantal landen die voor ons interessant zijn.”

Het eerste buitenlandse filiaal wordt dus geopend in Duitsland. Waarom dit land? 

Muller: “Duitsland is qua marktomvang op dit moment het meest interessant, de markt is zes tot zeven keer zo groot als Nederland. Het gebruik van e-commerce in Duitsland heeft de laatste jaren een enorme inhaalslag gemaakt. Maar er is nog niet een website zoals Aladoo. Dat biedt dus kansen. Als je in Duitsland voet aan de grond krijgt, is dat de ideale opstap naar verdere internationale expansie, het is je testcase van waaruit je verder bouwt.”

Waarom niet in meerdere landen tegelijk openen?

“We willen ook naar andere landen in Europa, maar alleen al aan de uitrol naar Duitsland ben je zeker een jaar aan voorbereiding kwijt. Om de website er met succes in de markt te zetten, moet je denken aan een investering van vijf miljoen-plus. Dat komt deels omdat er heel wat aan de back-end van de website moet gebeuren. Dat is een hele klus, want alleen in Nederland hebben we in de eerste maanden al 1,9 miljoen transacties moeten verwerken. Bij een omvang die mogelijk zes keer zo groot is, wil je niet dat die dingen misgaan. Ook hebben we een kantoor in Keulen moeten openen met werknemers die voor de support gaan zorgen.” 

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wat is het moeilijkste?

“Misschien wel het zoeken naar de juiste internationale naam. Er zijn in Europa al zoveel domeinnamen en merknamen geclaimd, het is zoeken naar een speld in een hooiberg. We hebben heel even overwogen om voor ieder land een aparte naam te verzinnen, maar dat plan is al snel verlaten. Als je een groot Europees merk wilt worden, is dat niet handig. Je moet dan ook steeds opnieuw investeringen doen. We zijn daarom opzoek gegaan naar een naam die in meerdere talen toegepast kan worden, goed uit te spreken is en linguïstisch niet te veel tegen andere merken aanschurkt. Aladoo is een samenstelling van de woorden: alle dagen doen.”

Hoe pak je zo’n marktintroductie verder aan?

“We kunnen deels voortbouwen op de aanbieders in Nederland; de grote hotelketens en andere vakantiespelers waar we in Nederland mee werken zitten ook in Duitsland. We hebben geregeld dat ze ook in Duitsland van ons platform gebruik gaan maken. Verder is er een hele grote markt aan lokale aanbieders, hotels en campings die we willen bereiken. We hopen dat de site op hen een aanzuigende werking zal hebben, we gaan er geen aparte salesacties op nemen. Het voornaamste dat we gaan doen is lawaai maken richting de consument. We gaan zeker adverteren. Ons reclamebureau is nu aan het kijken hoe we dat het beste kunnen doen.”

Lees ook: