Geen producten in de winkelwagen.
Als je in China een bedrijf opzet met een dienst die aanslaat, gaan alle cijfers meteen richting het plafond. In 2012 is ondernemer Cheng Wei met Didi Dache begonnen, en inmiddels heeft het 100 miljoen geregistreerde gebruikers. Samen maken die 5,2 miljoen ritjes – per dag! – in 300 steden.
700 miljoen investering
Dat zo’n geldmachine investeerders aantrekt, mag duidelijk zijn. Deze week haalde de Chinese Uber-rivaal weer 700 miljoen dollar uit te markt, bij onder anderen Temasek Holding uit Singapore en Tencent, een van de grote internetconglomeraten uit China zelf die al aan boord was. Eerder had het al 800 miljoen gekregen van andere geldschieters van naam.
Uber in Sjanghai
Uber zelf hoeft over kapitaal ook niet te klagen. Deze zomer haalde het nog 1,2 miljard op om met name in Azië sneller te groeien. Daarbij focust het zich op een handvol landen waaronder India, maar ook China. En dat steekt: in China maken twee taxi-apps de dienst uit: Didi Dache en zijn aartsrivaal Kuaidi Dache, dat internetgrootmacht Alibaba achter zich heeft.
Ze verdelen een markt waar Uber zelf al sinds 2013 actief is. De Amerikanen begonnen in Sjanghai, en hebben tot nu toe acht steden gecoverd. Dat klinkt niet als een deuk in een pakje boter. Intussen bewijzen de Chinezen waar ze ook meester in zijn: kopiëren. Deze zomer kwam Didi Dache met Didi Black: precies, een variant met wat luxere wagens.
