Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Waarom deze garage in Silicon Valley een bedevaartsoord is voor techliefhebbers (column)

In De Grens van Gieling bespreekt hoofdredacteur Remy Ludo Gieling een week vol ondernemerschap in binnen- en buitenland. Deze week de magie rondom één garage in Silicon Valley. 

Midden in een woonwijk in Palo Alto staarde ik een jaar geleden door de tralies van een hek naar een op het oog doodgewone garage. Hier ligt volgens velen de geboortegrond van wat we tegenwoordig kennen als Silicon Valley. Ik was niet de enige, bussen vol toeristen rijden er af en aan alsof het een modern heiligdom is. Het was 1938 toen de destijds 26-jarige Bill Hewlett en Dave Packard erin trokken en het fundament legden voor het wereldconglomeraat HP.

Hewlett en Packard waren net afgestudeerd aan de prestigieuze universiteit Stanford die op een steenworp afstand gelegen is. Beide briljante ingenieurs die na hun afstuderen bij vrijwel elk bedrijf konden aantreden, maar er kriebelde iets. Voor een baas werken leek ze maar niks en aangemoedigd door een professor op Stanford besloten ze een eigen bedrijf op te richten.

Een startup, wat uitzonderlijk was voor deze tijd. Bill Hewlett vond via een advertentie in de krant een benedenwoning van een eengezinswoning waar hij en zijn vrouw konden intrekken, zijn vriend Dave Packard kon in een bijgebouwtje in de tuin slapen, waar hij niet veel meer had dan een bed, tafel, toilet en wasbak. Hiernaast lag de befaamde garage die ze voor een schappelijk bedrag erbij huurde.

Het duurde even voordat het piepjonge bedrijf een product had om te verkopen. Ze probeerde een aantal prototypes uit en kwamen uiteindelijk bij de oscillator, een apparaat dat de frequentie van audio meet om zo de kwaliteit ervan te bepalen. Er waren al oscillators op de markt, maar deze waren van obscure kwaliteit en ook de betrouwbaarheid liet te wensen over. Na weken, zo niet maanden zwoegen was er dan eindelijk de eerste versie, die dankzij een vernuftig trucje (Bil Hewlett gebruikte een gloeilamp als transistor) beter presteerde dan alle concurrenten.

Bovendien zette het duo deze versie voor vijftig dollar in de markt, waar concurrenten hun apparaten voor vijfhonderd dollar of meer over de toonbank lieten gaan. Het was disruptie zoals Amerika zelden gezien had: een beter product die de gangbare tarieven genadeloos door midden hakt. Geen wonder dat het bedrijf een weergaloze start maakte.

Nu, een jaar nadat ik voor het hek naar de dichte deur van de garage had gestaard, bevond ik mij plots ín het techwalhalla. Ik was door HP uitgenodigd om te kijken naar de nieuwste innovaties van het merk. HP, dat na het overlijden van de oorspronkelijke oprichters door een diep dal was gegaan, is aan een opmars bezig en floreert sinds de bedrijfssplitsing vorig jaar als nooit te voren.

Ik luister naar mijn gids die tussen de oorspronkelijke oscillators en werktuigen honderduit vertelt over de ontstaansgeschiedenis van het markante merk en de karaktertrekken van de oorspronkelijke oprichters. Bill Hewlett en Dave Packard waren ondanks de successen altijd bescheiden gebleven en bleven gefocust op productinnovatie. Niet omdat dit goed was voor de kwartaalcijfers, maar uit een intrinsieke drang om vanuit hun technische achtergrond de wereld een stukje beter te maken.

Bill Hewlett had een keer zijn stokoude magnetron meegenomen naar het werk en aan een van de senior technici gevraagd deze te maken. Toen deze vroeg waarom de inmiddels puissant rijke Hewlett geen moderne variant met lcd-scherm kocht antwoordde hij: ‘Mijn vrouw houd van de eenvoud’. De deur van de bestuurskamer stond altijd open en iedereen die een idee of suggestie had kon binnenlopen. Als ze er waren immers, want het liefst besteedde Hewlett tijd tussen de techneuten.

Deze leiderschapsstijl, dat later beschreven werd in het boek The HP Way, was vooruitstrevend voor een tijd dat corporate Amerika vooral bestond uit top-down management en hiërarchische beslislagen. Vandaag de dag is disruptie, bij corporates en startups een thema als nooit tevoren. Startups innoveren alsof hun leven er vanaf hangt en corporates verstarren bij de gedachte dat hun business model over drie jaar omver is gegooid door een club nerds in hoodies.

Waar er vaak wordt gedacht dat de twee lijnrecht tegenover elkaar staan, kunnen ze elkaar ook versterken. Corporates richten en masse venture fondsen op zodat ze dicht op de innovatie staan en zitten maar al te graag bij coworkingspaces als B. Amsterdam om hun ‘startupmentaliteit’ aan de wereld tentoon te stellen.

Verderop zie ik een nieuwe aanwas toeristen door hetzelfde hek spieken waar ik een jaar geleden stond, een glimp opvangen van de inmiddels openslaande deuren en elkaar verdringen voor de perfecte selfie. Dromend over de plek waar innovatie, disruptie en de groei van een startup naar een corporate ooit begon.


Lees ook Sprout Magazine

In het aankomende Sprout Magazine vertellen we je de verhalen over startups die succesvol samenwerken met corporates én hoe corporates zich vermommen als startups, een concept dat we op de redactie gekscherend ‘startupwashing’ hebben gedoopt. Ben je Member van Sprout? Dan ligt Sprout Magazine #4 op 24 november bij jou op de deurmat. Deze editie is inmiddels uitverkocht, nieuwe members kunnen ‘m dus enkel digitaal krijgen.

Afbeelding via hp.com en van de auteur