Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Waarom banners wél werken

Ben je online net een interessant artikel aan het lezen, verschijnt er ineens een advertentie. Irritant? Misschien. Werkt het? Jazeker. Nog steeds. Daarom vier redenen waarom je als ondernemer wél banners zou moeten inzetten.

1. Banner blindness is een fabel

Jaren geleden dook de term banner blindness op in een onderzoek van Benway & Lane. Bezoekers van websites zouden alles wat op een advertentie leek, bannen uit hun gezichtsveld. Niet waar zeggen Nederlandse onderzoekers. De gemiddelde banner wordt door 72 procent van de lezers gezien.

Daarbij geldt wel: hoe groter, hoe beter. Een displayformaat van meer dan 100.000 pixels (zeg ruim een halve pagina) trekt meer aandacht dan een kleine. Ook de plek van de beeldadvertentie is belangrijk. De kans dat een banner wordt opgemerkt is het grootst als die recht bovenaan de webpagina staat.

Ondernemers blijven dan ook nog steeds investeren in beeldadvertenties op andere websites. In het derde kwartaal van 2015 gaven ze 348 miljoen euro uit aan internetreclame; een stijging van 10 procent ten opzichte van het derde kwartaal van 2014.

2. Jij zit aan de knoppen

Via het Google Display Netwerk kun je gericht advertenties inzetten voor specifieke doelgroepen. Het displaynetwerk bestaat uit meer dan een miljoen websites, video’s, blogs en apps wereldwijd. Als ondernemer kun je kiezen op welke websites jouw advertenties worden weergegeven of wat voor soort klanten je wilt aanspreken.

Verkoop je bijvoorbeeld reizen naar Japan, dan kan jouw banner worden getoond op reiswebsites of in blogs waarover veel over Japan wordt geschreven. Als je alleen actief bent in Groningen, dan kun je ervoor zorgen dat jouw banner alleen wordt getoond aan bezoekers uit die stad of regio.

Ook kunnen er speciale banners worden gemaakt die gericht zijn op mensen die wel op je website hebben rondgestruind, maar niets hebben gekocht. Via retargeting worden ze verleid terug te keren en alsnog de conversie op je website af te ronden. Kortom:  er is veel mogelijk als het gaat om banners. En jij zit aan de knoppen. Lekker. 

3. Meten is weten  

Wat banners effectiever maakt dan traditionele advertenties, is dat je bezoekersgedrag kunt meten. Zo is het CTR-percentage (click through rate, oftewel het aantal doorkliks op jouw banner ten opzichte van het aantal bezoekers van een pagina) een veelgebruikt meetinstrument.

Zodra een bezoeker op jouw banner heeft geklikt, weet je vrijwel zeker dat hij de advertentie heeft gezien. Het aantal kliks laat zien of de doelgroep warm loopt voor jouw product of dienst. Bij bannering ligt de gemiddelde CTR tussen 0,09 procent en 0,1 procent: als een banner 100.000 keer is vertoond, en er is 100 keer op geklikt, dan is het doorklikpercentage 0,1 procent.

Hoe je meet, is afhankelijk van je doel. Je kunt behalve het aantal kliks ook het effect van je banner op de conversie of je naamsbekendheid meten. Uit onderzoek blijkt dat ook als bezoekers niet bewust naar een banner hebben gekeken, ze hem toch vaak opslaan. Wanneer ze daarna een aantal merknamen voor zich zien, herkennen ze de onbewust opgeslagen naam uit de banner vaak het eerst.

4. Het is goedkoop

Als je er budget voor hebt, kun je een imposante banner laten ontwerpen en verspreiden door een extern onlinemarketingbureau. De prijzen lopen sterk uiteen. Voor een bannercampagne die zo’n miljoen views moet opleveren, ben je al snel een paar duizend euro kwijt. Maar veel goedkoper, en wellicht leuker, is om zelf een banner te ontwerpen.

Dat kan bijvoorbeeld met hulp van de sites Bannerwise.nl, Bannermaken.nl of Bannersnack.com. Met Bannerwise.nl kun je plaatjes, foto’s, tekst en bewegend beeld toevoegen en HTML5-banners maken. Bannerwise rekent maandelijks een bedrag van 29 euro. Bannersnack komt hierbij in de buurt. Niets houdt je nog tegen om helemaal los te gaan.