Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

Biogas voor Afrika in finale Amerikaanse designprijs

Yes!Delft-bedrijf SimGas is met een biovergister voor boeren in derdewereldlanden doorgedrongen tot de shortlist van Amerikaanse IDEA designprijzen. De SimGas-installatie haalt biogas uit mest, waarop boeren schoner en gezonder kunnen koken.  

SimGas is het bedrijf van de broers Mirik en Sanne Castro. Die laatste maakte van zijn afstudeeronderzoek – een verkenning van de markt voor biogasinstallaties in Afrika – in 2009 een eigen bedrijf. De broers richten zich met een gasinstallatie op boeren in ontwikkelingslanden. Die koken vaak op brandhout, wat niet alleen bijdraagt aan ontbossing en CO2-uitstoot, maar bovendien erg ongezond door de vrijkomende rookgassen. Sanne Castro (foto): ‘Biogas lost dat op. Alleen bleek uit mijn onderzoek dat er geen geschikte installaties bestonden om het op kleine schaal op te wekken.’

VanBerlo

Samen met ontwerpbureau VanBerlo (dat overigens al een hele prijzenkast bij elkaar heeft getekend en ontworpen) ontwikkelde SimGas daarom een vat waarin bacteriën mest omzetten in methaangas. Tot nu toe was het ingewikkeld en duur om een biovergister te bouwen: in de regel is dat een bakstenen koepel die moet worden opgemetseld. Een massaal geproduceerde biovergister van kunststof is goedkoper, vergt minder onderhoud en lijkt de ideale oplossing voor boeren met pakweg 5 of 8 koeien.  

Social Impact Design

Dat lijkt de jury van de International Design Excellence Awards ook te vinden. Uit 2000 inzendingen haalde SimGas de top 13 in de categorie Social Impact Design. ‘Dat is natuurlijk een fantastische opsteker, hoewel wij zelf helemaal niet thuis zijn in die designwereld. We hebben het geluk gehad dat de mensen bij VanBerlo zó enthousiast waren over ons plan, dat ze het eerste designwerk op de pof hebben gedaan. Maar dat bleek wel doorslaggevend om investeerders aan te trekken, en een joint venturepartner in Afrika.’  

Fabriek in Tanzania

De Castro’s kunnen die opsteker wel goed inzetten voor hun internationale expansie, die al flink vaart heeft. In Tanzania hebben ze in februari samen met hun lokale partner, een grote plasticproducent, een fabriek geopend. ‘Minister Ploumen van Ontwikkelingssamenwerking heeft met de bekende rode knop de productie gestart’, zegt Castro. ‘Daar is flink wat werk en kosten aan vooraf gegaan: mallen maken, testen middels een proefproductie in Portugal.’

Terugverdientijd

Inmiddels draaien de eerste 1500 installaties al in Tanzania en Kenia, eind dit jaar moeten het er 5000 zijn. Tegen die tijd draait SimGas dan ook al proef in Rwanda en India; over vijf jaar willen de Castro’s in 10 Afrikaanse en Aziatische landen leveren. Voor de investering per installatie – voor 650 euro wordt de tank, alle leidingen en een gasstel geleverd – zijn de boeren aangewezen op microkrediet. ‘De terugverdientijd is 8 tot 18 maanden, een microkrediet kent een looptijd van twee jaar. Dat komt dus uit.’ 

Validatie businessmodel

Tot nu toe staken informals en de joint venturepartner geld in SimGas. ‘Het vinden van een Afrikaanse partner die mee-investeert was cruciaal: dat is een validatie van ons massaproduct als winstgevende businesscase.’ Subsidies, giften en andere hulp kwam van de complete waslijst aan goede doelenfondsen, hulporganisaties, incubator Yes!Delft en het Europese Climate KIC-programma. Castro: ‘Dan helpt het dat ik ben afgestudeerd als technisch bestuurskundige: bij het opzetten van een bedrijf als dit moet je weten hoe je een bedrijf financieel overeind houdt, maar je moet ook politiek bedrijven, en met ontwikkelingsorganisaties kunnen omgaan.’ 

John’s Phone

Broer Mirik Castro zit inmiddels permanent in Tanzania, als ceo van de joint venture SimGas Africa. Het is overigens niet de eerste keer dat hij de aandacht trekt met een vernieuwend product. Enkele jaren geleden kwam hij met de John’s Phone, een supersimpele telefoon die vooral was bedacht voor senioren. Sprout sprak Castro destijds over de ‘domme’ telefoon. ‘Mijn broer is inderdaad de ondernemer die al ervaring had. Het is geweldig om dit samen te kunnen doen. Ruzie? Natuurlijk, regelmatig. Maar die heb je als broers altijd wel.’