Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Dorrie (39) en Betty (38) Eilers

Dorrie (39) en Betty (38) Eilers Bedrijf Neptunus Wat ontwikkelen, produceren en verhuren van tenten en tijdelijke accommodaties Opgericht 1937 (sinds 2000 eigenaar) Ambitie met nieuwe tentconcepten op de markt vooruitlopen en zonder externe financiering groeien ‘We sponsoren een waslijst aan fanfares’

Binnenkort knallen er champagneflessen in het Limburgse Kessel. Dorrie (39) en Betty Eilers (38) van tentenverhuurder Neptunus nemen deze lente – samen met broer Antoine (35) – officieel het bestuursstokje van vaderlief over.


Niet dat er veel verandert. Sinds 2000 waren de kinderen – ieder heeft een derde van de aandelen – reeds eigenaar. Vader Hans (63), die als statutair directeur aanbleef, heeft zich de jaren daarna geleidelijk uit de bedrijfsvoering teruggetrokken. Dorrie: “We blijven alles bespreken aan de keukentafel, maar wij nemen de beslissingen.”


Dorrie heeft onder meer zes jaar lang saleservaring opgedaan voor Neptunus in Engeland en treedt sinds de eigendomsoverdracht op als commercieel directeur. Betty, die een logistieke achtergrond heeft, opereert sinds enkele jaren als logistiek directeur. Binnenkort worden de titels dus formeel vastgelegd. Wie bestuursvoorzitter wordt, is nog geheim.


Mede onder de leiding van Dorrie en Betty heeft Neptunus, die zich tot de fine fleur van Europese tentenmarkt mag rekenen (naar eigen zeggen veertig miljoen euro omzet in 2009 en vestigingen in zeven Europese landen), een strategische koerswijziging ondergaan. Traditioneel moet het bedrijf het hebben van tentenverhuur aan grote evenementen. Wie deze zomer bijvoorbeeld op het North Sea Jazz Festival of het Royal Ascot (prestigieuze Britse paardenraces) rondloopt, kijkt er tegen een ‘Kessels dakje’ aan.
Die evenemententak is echter seizoensgevoelig. Inmiddels haalt Neptunus daarom zo’n dertig procent van haar omzet uit de ‘semipermanente zakelijke markt’. Het gaat om meerjarige contracten met bedrijven of overheden voor de huur van mobiele, semipermanente bedrijfsruimtes, een soort luxe noodlokalen. Betty: “We zijn het afgelopen decennium mede daardoor in omzet verdubbeld en behoren tot de top-5 van Europa.”


Hoewel Neptunus een groot deel van haar productie de afgelopen jaren heeft verplaatst naar Polen – broer Antoine ziet toe op R&D en operationele zaken – is de familie nog steeds verankerd in ‘de Kesselse kleigrond’. Een groot deel van de productontwikkeling, assemblage en sales vindt er nog plaats. “Het is belangrijk rekenschap te geven aan de gemeenschap”, zegt Betty. Een beetje gekscherend voegt Dorrie er aan toe: “We sponsoren een ware waslijst aan fanfares en voetbalverenigingen.”


Door de marktdifferentiatie is Neptunus ook redelijk ongeschonden uit crisisjaar 2009 gekomen. Dorrie: “Bedrijven stellen bouwinvesteringen uit en kiezen als alternatief voor onze semipermanente ruimtes.” De omzetdaling is vorig jaar met vijf procent beperkt gebleven en de nettowinstmarge met zeven procent goed overeind gebleven.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.


Met het succes neemt ook de interesse van buitenaf toe. Neptunus zou een overnamebod van een Franse concurrent hebben afgeslagen. Dorrie: “Het is leuk om eens aan een bod te ruiken. Maar we zijn vrij zeker dat we zelfstandig willen blijven groeien in de markt en externe financiering buiten de deur willen houden.”


Hoe anders vergaat het inmiddels concurrent De Boer. In 2000 ging het familiebedrijf uit Alkmaar in zee met private equity investeerder 3i. In 2005 stapte NPM Capital in. De familie De Boer heeft zich toen, terwijl het bedrijf er niet al te florissant voor stond, laten uitkopen. Van de groeiplannen van het nieuwe management – in vijf tot acht jaar van zestig miljoen naar vijfhonderd miljoen euro – is weinig terechtgekomen. In 2008 dook De Boer diep in de rode cijfers. Momenteel houdt NPM het met extra kapitaalinjecties overeind. Je zou denken: een reden om in Kessel te toosten? Dorrie: “Zo zien we het niet, we houden van een glas champagne, maar dit wensen we onze concurrent niet toe.”