Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

6 geldpotjes voor innovatie

Een nieuwe fiscale aftrekmogelijkheid, de RDA, levert bedrijven een voordeel op van tien procent bij innovaties. Welke geldpotjes voor innovatie zijn er nog meer? Zes manieren om innovatie te financieren.

De Nederlandse innovatiecijfers op macroniveau zijn nooit bemoedigend: volgens het CBS gaf het gezamenlijke bedrijfsleven de afgelopen jaren een magere 0,88 procent van het BNP uit aan R&D. Zo’n getal is natuurlijk science fiction voor de relatief jonge en snelgroeiende technologiebedrijven zoals die uit de Technology Fast50, die in de regel een flink deel van hun omzet in onderzoek en ontwikkeling van producten en diensten steken. Zij moeten eerder woekeren om hun middelen op de juiste manier te verdelen. Op een door Deloitte georganiseerde bijeenkomst, gewijd aan de financiering van R&D, kregen de snelgroeiende techondernemers tips & trucs om het maximale uit hun R&D te peuren.

Haagse hulp

De draconische bezuinigingen van Rutte I blijven echt niet beperkt tot kunst en pgb’s; ook de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Maxime Verhagen moet eraan geloven. Desondanks heeft hij nog wat steun te bieden voor innovatieve techbedrijven, al dan niet in samenwerking met de collega’s op Financiën.

 

1. RDA

De zogenaamde research en development aftrek (rda) is de nieuwste maatregel van Rutte I om innovatie in Nederland aan te drijven. Onder de regeling mogen bedrijven 40 procent van hun R&D-kosten aftrekken van de fiscale winst. Netto komt dat neer op een voordeel van tien procent (bij het huidige tarief van de vennootschapsbelasting van 25 procent), zo becijferde het Financieele Dagblad onlangs nog.

Zowel het bedrijfsleven als belastingadviseurs zijn positief over de regeling. Het VNO-NCW noemt de rda-regeling een ‘welkome aanvulling op de in 2010 in het leven geroepen innovatiebox’ (zie slide 3).

2. WBSO

Een populaire regeling, zo bleek onlangs ook uit het onderzoek ‘Overheid en techondernemers‘ van Techbusiness. De Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk belooft een korting op de loonheffing die de onderneming afdraagt voor zijn R&D-medewerkers. Tot 220.000 euro bedraagt die korting maximaal 64 procent (voor startups), daarboven achttien procent. In totaal wordt er in Nederland op deze manier in 2011 voor 870 miljoen euro aan korting weggegeven door de Belastingdienst.

Aanvragen

Zoals met meer weggevertjes gaat dit wel gepaard met papierwerk en voorwaarden. Ondernemers moeten de WBSO vooraf aanvragen en per project, dat een zekere technische uitdaging moet inhouden. Voor het bedrijf zelf dan wel: de wereldwijde nieuwheid van een product of techniek wordt niet bekeken. De vaakst gehoorde klachten uit het eerder aangehaalde onderzoek waren de rompslomp en de traagheid waarmee de aanvragen worden gehonoreerd. “We doen ons best de aanvragen zo snel mogelijk te behandelen,” zegt Jan-Willem Hiddink, die met tachtig adviseurs bij AgentschapNL over de uitvoering van de WBSO gaat. “Maar aan het begin van elk kalenderjaar hebben we wel een enorme piek te verwerken.”

3. Innovatiebox

Nog een fiscale regeling waarmee ondernemers hun R&D kunnen leveragen is de Innovatiebox. Die bestond al langer als de octrooibox, maar is in 2010 nog eens goed afgestoft. Van de winst die wordt behaald dankzij een patent of een ontwikkeling waarvoor ooit een WBSO-beschikking is afgegegeven, ziet de fiscus af van een flink deel van de Vpb. Zaak is wel, dat het patent echt eigendom is van de onderneming en dat de winst controleerbaar is toe te rekenen aan de ontwikkeling. Daarvoor schrijft de Belastingdienst geen rekenmethodes voor, zodat er keuze is uit een paar standaarden. “ASML schrijft zeventig procent van zijn bedrijfsresultaat toe aan R&D,”  aldus Helene Geijtenbeek van Deloitte Belastingadviseurs. “Het is vaak de uitkomst van langdurig overleg met de inspecteur.”

4. Groeikapitaal

Voor ambitieuze startups is er geen ontkomen aan: de toekomstige ontwikkeling zal vooraf moeten worden gefinancierd. Over hoe geld op te halen bij venture capitalbedrijven, gaven we al eerder wat tips. Weer is het overigens Verhagens ministerie dat al een paar jaar een kapitaalmarkt van de grond probeert te krijgen via de zogenoemde Seedfaciliteit van Technopartner: een trits venture capitalfondsen investeert in techbedrijven in de vroegste fase, voor de helft gesteund door een achtergestelde lening.

5. Lenen

Voor een financiering hoeft een jong techbedrijf niet aan te kloppen bij de bank. Hoezeer die ook reclame maken om starters binnen te halen, als er te weinig onderpand is of de business te risicovol (dus: innovatief?), geven die niet thuis. Daarom springt Agentschap NL bij. Renée den Boer, manager kredieten, kan daarvoor een hele snoeptrommel aan leningen en garanties opentrekken. “Als er wordt bezuinigd, is dat vooral aan de kant van de subsidies. Omdat de nadruk van het beleid verschuift van subsidies naar leningen, krijgt mijn afdeling het volgend jaar drukker dan ooit.”

Garanties

Met garantieregelingen probeert Den Boers organisatie banken over de streep te krijgen bij het verlenen van financiering. Een hele populaire is de borgstelling MKB Kredieten, die voor innovatieve bedrijven leningen tot 1,5 miljoen voor maximaal 67 procent garandeert. “Ik lees soms in de krant dat het verlenen van krediet aan het MKB moeizaam gaat. Ik zou zeggen: bel ons als je daar tegenaan loopt, dan kunnen misschien helpen.” Daar hamert het agentschap ook op: adviezen zijn gratis. “Als je een subsidieadviseur nodig hebt om wegwijs te raken, doen we als overheid echt iets verkeerd.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

6. Innovatiekrediet

Een lening regelrecht van de overheid kunnen innovaieve bedrijven ook nog overwegen. Het Innovatiekrediet wordt verstrekt voor projecten waarin MKB-ers nieuwe producten of diensten ontwikkelen. Het financiert maximaal 35 procent van de projectkosten tot een maximum leenbedrag van 5 miljoen. Het project moet dan wel een omvang hebben van minimaal 3 ton, en de rente is marktconform: 3,5 procent, plus een opslag van 3 procent als er nog geen cashflow is. Een mooie exit is er, indien de technische ontwikkeling op niets uitloopt of er geen markt blijkt voor het product: dan wordt de lening kwijtgescholden. “Maar denk erom: als de commercialisatie tegenvalt, moet je nog steeds aflossen,” zegt Den Boer, die de afgelopen maanden onder meer Greenclouds van een krediet voorzag.