Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

‘Begrip nodig tussen bank en ondernemer’

De afdeling bijzonder beheer. Voor de ondernemer het voorportaal van de hel, voor de bank een noodzakelijke schakel die krediet veilig stelt. Hoe komen ze er samen toch uit?

Turnaround-specialist Jan Adriaanse vindt dat ondernemers en banken elkaar beter moeten leren begrijpen. Hij is er een onderzoek naar gestart, waar jij aan mee kunt helpen.

“Het lijkt of voor heel bedrijven nu pas de crisis toeslaat”, zegt Adriaanse, hoogleraar op het gebied van turn around management aan  de Universiteit Leiden. Waar veel ondernemers zich doorde afgelopen jaren heen hebben gevochten, misschien flink hebben gesaneerd, lijken ze de derde dip in de economie niet te kunnen opvangen. ”De omzet keert niet terug, de genadeklap valt.”

Help! Meewerken aan het onderzoek naar relatie ondernemers en banken? Vul de enquête in.

Onderzoek, universiteit; Adriaanse is vast weer een man van de theorie. Dat is niet zo. Adriaanse brengt zijn kennis in de praktijk en adviseert dagelijks bedrijven bij het realiseren van een turn around. Hij  constateert: er gaan onnodig bedrijven failliet als gevolg van een verstoorde relatie met hun bank. “Ondernemers zou een faillissement bespaard kunnen blijven als wederzijdse verwachtingen beter gemanaged worden.”

Toch eerst even de theorie. Adriaanse: “Op het moment dat je een krediet afsluit, gaan jij en je bank een vertrouwensrelatie aan, waarbij net als bij een goed huwelijk geldt: als partners niet open zijn en communiceren, kan die relatie omslaan in wantrouwen.”

En op basis van wantrouwen beslissingen nemen, is ook in dit geval heel schadelijk. Een ondernemer voelt dat hij niet naar de bank kan stappen om te melden dat hij mogelijk een probleem heeft dat van invloed is op de terugbetaling van de lening. Hij stapt pas te laat op de bank af, waardoor er bij de bank weer onbegrip ontstaat.

Veel bedrijven bij bijzonder beheer

Volgens Adriaanse zitten momenteel veel bedrijven bij de beruchte afdeling bijzonder beheer. Die is in de jaren zeventig door veel banken in het leven geroepen om terugbetaling van ‘problematische’ leningen veilig te stellen. De eerste insteek is volgens Adriaans, die onderzoek heeft gedaan naar de werkwijze van deze bankmedewerkers, het bedrijf de gelegenheid te geven orde op zaken te stellen. “Een bank mag niet zomaar het krediet intrekken, ze heeft ook een zorgplicht.”

Er is binnen banken vaak een strikte scheiding tussen de accountmanagers die op lokaal of regionaal niveau een krediet afsluiten, en de bankiers die meestal op het hoofdkantoor op de afdeling bijzonder beheer werken. “Bijzonder beheer is soms de bad cop. De accountmanager van de lokale bank vreest vaak dat bijzonder beheer als een olifant door de porseleinkast gaat. Het bedrijf is misschien gered, de terugbetaling van de lening veilig gesteld, maar de klant vertrekt vervolgens.”

Hoe ondernemers op het strafbankje komen 

Maar wanneer komt een bedrijf op het gevreesde strafbankje terecht? De criteria daarvoor zijn allereerst formeel: als een bedrijf voor een langere periode verliesgevend is en er dus faillissementsgevaar dreigt. Afhankelijk van de situatie en de grootte van de onderneming en het krediet wordt er een convenant opgesteld met concrete eisen. Denk aan een solvabiliteitseis of een bepaalde verhouding van de netto schuld ten opzichte van het operationele resultaat. Het is dan dus duidelijk wanneer een onderneming ‘in overtreding’ is.

Het tweede criterium is kwalitatief, niet direct meetbaar, maar wel erg belangrijk. Je bent als kredietnemer verplicht om aan de bel te trekken als er iets in je bedrijf gebeurt dat van invloed is op de kredietrelatie. ”Niet iedere ondernemer gaat direct met z’n bank om tafel als zijn belangrijkste klant wegvalt. Misschien ook te begrijpen, maar dat zou in een ideaal huwelijk eigenlijk wel moeten kunnen.” In de praktijk is het vaak de bank die de ondernemer “op het matje roept”. Vaak op basis van waarschuwingssignalen, zoals een rekening-courantkrediet dat erg lang tegen het schuldplafond staat of regelmatige te late rentebetalingen. “Ook geruchten over het presteren van een markt of sector kunnen aanleiding zijn voor een gesprek.” In het ideale geval opereert de bank als betrokken stakeholder, maar soms als paranoïde geldverstrekker.

De schuldafwikkeling in de praktijk

Het is natuurlijk niet iets wat je graag op een verjaardag vertelt, maar als je bij bijzonder beheer terecht komt, is het zeker nog niet met je gedaan, zegt Adriaanse. Het doel is in eerste instantie nog altijd kredietbegeleiding, in tweede instantie pas kredietafwikkeling. De bank stelt je in de gelegenheid veranderingen door te voeren, ze helpen je niet concreet. “Je zult het toch zelf moeten doen”.

Zo’n gesprek is geen vrijblijvend onderonsje. Vaak wordt gezegd dat de ondernemer binnen twee maanden een reorganisatieplan moet indienen. Soms wordt je gevraagd een adviseur in te schakelen. Adriaanse: “Het doel is om het bedrijf binnen korte termijn winstgevend te krijgen en bijvoorbeeld het schuldplafond te verlagen.” In onderzoeken stellen banken dat tachtig procent van hun bijzonder beheertrajecten succesvol zijn. Een traject kan soms een paar maanden duren, soms ook jaren.

Hoe ondernemers de verwachting van de bank kunnen managen

Over hoe de ondernemer het allemaal ervaart, daar is minder onderzoek naar gedaan. “Die heeft vaak tijd nodig om te wennen aan het idee. De reactie is: ik snap niet waar die bank zich druk over maakt, waarom zou ik een heel reorganisatiecircus optuigen, de markt trekt binnenkort toch aan?” Het is vaak een klap in het gezicht. “Maar tijd om te wennen aan het idee heb je niet. Wat ik altijd adviseer: kom je deadlines na, neem de afspraken serieus en houd je eraan. Waar je dan mee bezig bent, is verwachtingsmanagement.” Door proactief te zijn, kun je invloed uitoefenen op het proces. “Het komt regelmatig voor dat zo’n houding ertoe leidt dat banken weer vertrouwen in je hebben hun eis tot reorganisatie verzachten en je van het strafbankje halen.”

Het onderzoek

Adriaanse doet dus onderzoek bij bedrijven en banken. Het is een onafhankelijk onderzoek, er zit geen grootbank achter het onderzoek of zijn leerstoel. “Er is veel borrelpraat over het onderwerp, er bestaan ook veel mythes. Ik stel me tussen partijen op en wil onderzoeken hoe het komt dat verwachtingen tussen banken en ondernemers scheef groeien. ”Het doel is om die kennis om te zetten naar mogelijk concrete oplossingen, tools hoe die wederzijdse relatie beter gemanaged kan worden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wil je Adriaanse helpen en misschien de relatie tussen ondernemers in de knel en hun bank helpen verbeteren? Vul dan de enquête in.

Lees ook: