Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Leer van de grootste beursbubbels aller tijden

LinkedIn, Facebook of Groupon zijn de nieuwe beloftes op de beurs. Ze gaan jou heel rijk maken, toch? Droom heerlijk verder! De geschiedenis herhaalt zich, zeker als het gaat om het creëren van bubbels.

Dit is het eerste deel in een serie over beursbubbels. Sprout gaat de komende weken op zoek naar de bron van alle gekte rondom beursbedrijven. Waarom geloven we iedere keer dat groei oneindig is en dat leiders van nieuwe bedrijven ons rijk gaan maken? 

Oh, wat is het toch verleidelijk om straks wat aandelen van Facebook te kopen als ze verhandelbaar worden. Of misschien denk je: als ik nu toch nog een paar stukjes Groupon, LinkedIn of Zinga oppikt dan heb ik goud in handen? Want de aandelen van zulke veelbelovende techbedrijven, waar iedereen het over heeft, die kunnen toch niet stuk. Iedere tijdperiode heeft zijn eigen boeven aan de beurs, degene die er rijk van worden, zijn niet de mensen die na de IPO (intitial public offering) de stukken verdelen. We duiken daarom de komende weken de geschiedenis in en presenteren voorbeelden van bubbels op beurs.  

 

 South Sea Company    

Het is begin 17de eeuw. De Engelse burgers, die steeds welvarender worden, die blijven maar op hun spaarcenten zitten. Terwijl de Engelse staat tot haar nek in de schulden zit vanwege de oorlogen die het moet voeren. Dan staan er een paar slimmeriken op. Wat als we nu een bedrijf oprichten dat de schulden van de overheid overneemt en daarin de particulieren laten investeren, een soort schulden ruil waar Jan Kees de Jager en zijn college minster van Financiën hun vingers bij zouden aflikken.

De zogeheten South Sea Company was geboren. Als tegenprestatie voor de obligatieruil kreeg het bedrijf een monopolie om slavenhandel te drijven op Zuid-Amerika? Dit sprak genoeg tot de verbeelding om gelukzoekers aan te trekken. In 1720, na enkele jaren geëxperimenteerd te hebben met miljoenenobligaties van de Engelse staat, was het tijd voor het grote werk. Er werd een programma samengesteld waarbij meer dan 60 procent van de overheidschuld (50 miljoen pond) op de balans van het bedrijf kwam te staan.

De ruilactie werkte als volgt. De South Sea Company verleidde de bestaande obligatiehouders hun stukken in te ruilen voor aandelen in de South Sea Company. Die gaf vervolgens een nieuwe lening uit aan de overheid – tegen lagere rentes. Met die rentebetalingen was het dus verzekerd van een kasstroom. Zo’n beetje het halve Britse Lagerhuis trapte er in. Vervolgens werden er nog meer aandelen uitgegeven en publiekelijk verhandeld. Toen de directie van het bedrijf, vervolgens allerlei trading updates hielden over succesvolle handelsavonturen, ontstond er een hype rondom het aandeel.

De pers nam de verhalen over de nieuwe economische toekomst die in Zuid-Amerika zou liggen klakkeloos over. De eerste aandelen noteerden in januari zo rond de 130 pond. Zes maanden later was het aandeel gestegen naar 1050 pond. In september kwamen de eerste lijken uit de kast en ontstond er totale paniek. Het bedrijf ging over de kop en er volgde een groot fraudeonderzoek waarna de directeuren achter de tralies verdween. De koers van het aandeel stortte in en vele particuliere investeerder waren een jaar later failliet. 

 

Pets.com

Misschien is dit wel de meest hijgerige van alle dot.combedrijfjes die tijdens internetmanie aan het einde van de vorige eeuw opstonden. In 1998 werd deze online dierenspeciaalzaak opgericht. Amazom.com was op dat moment al het grote online bedrijf en die stak er, samen met nog een andere venture investeerder een flinke pot investeringsgeld in. Daarvan werd een schaamteloos dure marketingcampagne opgezet.

Het doel was om binnen vier jaar op de 300 miljoen dollar omzet te zitten, want op dat niveau zou het breakeven- punt liggen. In het eerste volledige jaar kwam er echter niet meer dan 600.000 dollar aan bestellingen binnen, tegenover bijna 12 miljoen aan marketinginspanningen. Zo kocht het bedrijf een dure (1,2 miljoen dollar) reclamespot in tijdens de Super Bowl in januari 2000. Iedereen trapte in het schattige hondje. Onder meer People Magazine en tv-programma Good Morning America hielden serieus interviews met de mascotte. Achter de schermen ging het helemaal mis.

De marges op de producten waren dramatisch. Het moest de producten verkopen tegen een derde van de prijs waartegen het ze inkocht. Ook nam Pets.com een concurrent over waardoor het zich met nog meer schulden en organisatorische chaos opzadelde. Toch waren de geesten helemaal rijp voor een beursintroductie. In februari ging het bedrijf naar de beurs tegen 11 dollar per aandeel. Negen maanden later, een dag voordat het bedrijf bankroet was, was het aandeel nog een paar dollarcenten waard. Bijna 90 miljoen dollar aan beurswaarde was verdampt. 

 

World Online

Dit is een zwarte bladzijde uit de Amsterdamse beurs. Met een ongelofelijke bombarie werd op 17 maart 2000 de internet provider van zakenvrouw Nina Brink, die sinds 2008 Nina Storms-Vleeschdrager heet, naar de beurs gebracht. De introductiekoers was 43 euro per aandeel, waarmee de marktwaarde van het bedrijf op 12 miljard kwam. Het was een zware overwaardering van het bedrijf. In aanloop naar de introductie ontstond er een ware hype, die door reclames en artikelen in de kranten was gevoed.

De aandeelhouders die de eerste investeringen hadden gedaan, dumpten direct stukken, wat de koers drukte en voor argwaan zorgde. Toen kort daarna bleek dat Nina zelf haar aandelen een maand voor de introductie van de beurskoers had verkocht – voor een fractie van de introductieprijs- was de paniek compleet. Wat een prachtig groeiverhaal leek, was in werkelijkheid een verlieslatend bedrijf dat in de grote wereld van de internetproviders eigenlijk weinig voorstelde. Nina kwam er mee weg. Er zou namelijk in het prospectus ergens in de laatste pagina’s wel hebben gestaan dat ze haar aandelen verkocht had. In 2009 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de prospectus misleidend was en dat er een veel te rooskleurig beeld werd geschetst. 

 

 

National Student Marketing Corporation

 

 

In de jaren zestig ging het ene na het andere bedrijf naar de beurs. Waar eind jaren negentig iedereen .com achter zijn naam zetten, zag je in de jaren zestig opeens allemaal bedrijven opduiken die tronics (van electronics) aan hun naam had geplakt. De Amerikaanse en Europese economie beleefden een enorme groei, iedereen was in de ban van nieuwe technologische mogelijkheden. Het was de tijd dat er voor het eerst iemand op de maan landde en dat grote bedrijven als IBM begonnen te experimenteren met computers. Ook zagen beleggers dollartekens in de opkomende jongerencultuur, middenklassenkinderen die los gingen op muziek en verdovende middelen.

In de ongekende bull markt aan het einde van de jaren zestig was er daarom ook plaats voor een bedrijf dat zei grof geld te gaan verdienen aan de nieuwe jongerencultuur. Jongeren vormden volgens de business consultant Cortes Wesley Randell een marketinggoudmijn. Hij beloofde zijn aandeelhouders op allerlei manieren geld te gaan verdienen aan jongeren. Dat hij vaag was over hoe hij dat concreet zou gaan doen, maakte het koopgrage aandelenpubliek niet uit. Randell beloofde dat de winst per aandeel binnen de kortste keren zou toenemen van twee dollarcent tot twee dollar. Met de steun van verschillende universiteiten en journalisten leek het een droominvestering.

De koers van het aandeel schoot van de introductieprijs in 1968 van zes dollar omhoog naar 120 dollar. In 1970 dook het bedrijf echter zwaar de rode cijfers in en bleek het vooral te zijn gebouwd op Randells charme. Die mocht uiteindelijk 18 maanden de bak in en kon nog eens 35 miljoen dollar aan schadeclaims aftikken. 

 

 

ZZZZ Best (uitspreken als Zie Best)

Het was niet zo grappig voor de aandeelhouders die bijna 100 miljoen dollar in rook zagen opgaan. Toch geniet Barry Minkow wel bewondering. In 1986, bracht de toen 19-jarige Amerikaan zijn tapijtschoonmaakbedrijf naar de Nasdaq. De media smulden van zijn verhaal, want dit was iemand die toch wel de verpersoonlijking was van de Amerikaanse droom. De in Californië geboren telg uit een immigrantenfamilie had, terwijl hij nog in de schoolbanken zat, met zijn spaarcenten een tapijtreiniger gekocht. In vier jaar had hij het bedrijf tot een miljoenenbusiness weten om te bouwen en ook leek de toekomst nog veel moois te zullen brengen voor houders van aandeeltjes ZZZZ Best.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wat beleggers toen niet wisten, maar misschien hadden moeten weten, was Minkow niet helemaal zuiver op de graad was. Hij bleek een fervent fraudeur die op allerlei mogelijke manieren aan geld kwam. Zijn tapijtreinigingsbedrijf bleek een grote witwasmolen voor zakenvrienden met criminele connecties en ook zette hij een tak op waarin hij herstelwerkzaamheden deed in opdracht van verzekeraars. Hij werkte daarvoor samen met een verzekeringsman. Die belde voor hem op naar banken om te bevestigen dat Minkow grote schadeherstelprojecten naar zich toe zou zien komen. Die banken leenden hem vervolgens veel geld, waarmee de charmante jonge ondernemer weer andere private investeerders wist te overtuigen om geld in het bedrijf te steken. Het was een soort Ponzi-spel waarbij zijn ultieme gok was om op de publieke kapitaalmarkt geld op te halen. Hoe zijn SEC-filing ooit goedgekeurd heeft kunnen worden, is een wonder. De accountant bleek namelijk met de verzekeringsman te hebben gebeld die ook de banken voorloog. Ook had Minkow snel wat nepwasserettes gemaakt waar de herstelwerkzaamheden zouden plaatsvinden.

In februari 1987 noteerde het aandeel 18 dollar en was het bedrijf 280 miljoen dollar waard. Minkow’s aandelenbelang in het meer dan duizend man personeel tellende bedrijf was 100 miljoen dollar waard. Hij had echter steeds meer cash nodig om zijn investeerders winsten uit te betalen, want er kwam niets niet uit zijn nepprojecten. Door een concurrent over te nemen en de kas er van leeg te plukken dacht hij zijn ultieme zet te doen. Hij zou er iedereen mee afbetalen en voortaan een legaal bedrijf worden. De deal was bijna rond, maar toen werd Minkow slordig. Het was zijn gewoonte om de mensen die hij belazerderde en dreigden naar de pers te stappen af te betalen. Hij negeerde echter een klacht van een klant die hij enkele jaren eerder ten onrechte teveel had gecrediteerd. Die vond in de zomer van 1987 enkele lotgevallen en ze kwamen een dag voor de overname met een verhaal in de krant. Dit was aanleiding voor de accountant om nog eens in de boeken te kijken. Een half jaar later was het bedrijf failliet en zaten Minkow en tien andere medewerkers achter de tralies.