De SER beschrijft een aantal knelpunten, waaronder door de recessie verzwakte mkb’ers en structurele veranderingen zoals ‘schaalvergroting, het toenemende belang van online-aankopen en technologische ontwikkelingen die bestaande businessmodellen onder druk zetten’.
Tegelijk zijn banken minder geneigd om risicokapitaal uit te zetten en zijn kredieten te duur door te hoge transactiekosten en ‘informatieknelpunten’. Zo is er over individuele mkb-bedrijven maar weinig informatie publiekelijk beschikbaar.
‘Als gevolg daarvan zijn informatiekosten hoog. Voor verschaffers van financiering is het relatief kostbaar om een goede risico-inschatting te maken van een individueel MKB-bedrijf’, aldus de SER.
Dominantie
Al met al noemt de raad de Nederlandse financiële infrastructuur ‘niet ideaal’ voor mkb-financiering. ‘Het financieringslandschap wordt gedomineerd door vier grootbanken. Als een kredietvraag wordt afgewezen, dan zijn er voor een mkb-ondernemer niet veel alternatieve (bancaire) kredietverleners.’
Een deel van de oplossing, aldus de SER: het instellen van een centraal kredietregister. Dit zou volgens de SER een overheidstaak kunnen zijn. ‘Een alternatieve bottom up-benadering is het tot wasdom laten komen van een markt voor risicobeoordelingen.’ Bedrijven als Sparkholder, Graydon, Dun&Bradstreet werken bijvoorbeeld al aan zo’n systeem.
Verder vindt de SER dat de overheid de komst van nieuwe banken en alternatieve spelers zoals crowdfunding en kredietunies zou moeten aanmoedigen. Ook zouden institutionele beleggers beter geholpen kunnen worden bij het investeren in het mkb.