Geen producten in de winkelwagen.
1. Vraag uitstel aan
Afstel komt er niet van, maar veel ondernemers vragen standaard uitstel aan van aangifte. Waarom zou je je ook haasten om die deadline van 1 april te halen? Uitstel tot 1 september is met 1 telefoontje geregeld: 0800 – 0543. Dat zal je boekhouder of accountant overigens ook vinden: die spreidt zijn werkzaamheden liever over de eerste jaarhelft heen. Het kost je – tot 1 juli – niets. Daarna gaat de heffingsrente van (op dit moment) 4 % lopen over de verschuldigde belasting tot het moment van de aanslag.
2. Controleer alle gegevens
Leuk dat de fiscus de aangifte alvast voor een deel invult aan de hand van de gegevens van vorig jaar en de WOZ-waarde van je koopwoning, maar de Belastingdienst maakt ook wel eens fouten ;).
3. Keer die doos met bonnen nog een keer om
Dit is vooral voor zzp’ers een nuttige tijdsbesteding: ga nog een keer na of je alle zakelijke uitgaven van het afgelopen jaar wel echt op de zaak hebt gedaan. Die internetaansluiting thuis? Die stapel managementboeken?
4. Heb je genoeg geïnvesteerd?
Je kunt zomaar een nieuwe iPhone of iPad hebben aangeschaft op de zaak. Natuurlijk voer je de aanschaf als kosten op, maar hou ook in de gaten of je in aanmerking komt voor de Kleinschaligheidsaftrek KIA. Slim(mer) gebruikmaken van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) kan veel belasting schelen. De drempel is per investering wel 450 euro (niet beknibbelen dus!) en het totaal van alle investeringen moet minimaal 2300 euro zijn. Maar dan mag je de premie van 28 procent bij dat investeringsbedrag optellen.
5. Benut je oudedagsreserve
Doteer als het even kan aan de oudedagsreserve, de pot op de balans die je opzij zet om pas na je pensioen over af te rekenen met de fiscus (en op dat moment dus wel echt geld moet bevatten). Het gaat om 12 % van je winst tot een maximum van 9542 euro. Dat heeft een paar voordelen:
• tariefsvoordeel (nu spaar je meer belasting uit dan je in de toekomst waarschijnlijk moet aftikken).
• rentevoordeel (een euro nu is veel meer waard dan een euro in de toekomst)
• gebruikmaken van de stakingswinstvrijstelling
Deze laatste wordt door veel kleinere ondernemingen vaak vergeten. Het vrijvallen van de oudedagsreserve is bij staking van de onderneming de enige stakingswinst. En het zou zonde zijn niet gebruik te kunnen maken van de stakingswinstvrijstelling (€ 3.630 in 2013).
6. Check die aftrek
Zeker in de eerste 3 jaar van je ondernemende bestaan heb je als kleine ondernemer een fijn stapeltje aftrekposten: de startersaftrek (2123 euro), de zelfstandigenaftrek (7.280 euro) en natuurlijk de MKB winstvrijstelling, die voor 2013 naar 14 % is opgetrokken. Misschien kan je je partner ook nog wel in de meewerkaftrek (vanaf 1,25 %) fietsen. Je moet dan wel aannemelijk kunnen maken dat die minimaal 525 uur heeft meegewerkt. Als je een BV hebt, is de partnervergoeding het alternatief.
7. Ziektekosten
Daar heb je al flink voor gedokt via de premies, en natuurlijk dat leuke jaarlijkse extraatje: de bijdrage Zorgverzekeringswet, die meer dan 2 mille is zodra je een beetje lekker draait. Maar nu is het payback time: niet-verzekerd tandartswerk, prothesen, reiskosten voor ziekenbezoek; we wensen het niemand toe, maar de onverzekerde zorgkosten kunnen oplopen. De drempels zijn wel flink: Voor inkomens van tot en met 39.618 euro 1,65% met een minimum van 250 euro, daarboven 5,75% van het drempelinkomen 653 euro.
Nog een aardige: als je je inkomen werkelijk weet te drukken tot onder de 28.482 euro (37.145 voor partners) kom je in aanmerking voor de zorgtoeslag.
8. Studiekosten
Studiekosten die jij of je partner buiten je onderneming maakt, zijn aftrekbaar vanaf een drempel van 250 euro en mits die zijn gemaakt in verband met het huidige en toekomstige beroep.
9. Verdeel en heers
Aan het eind van de invuloefening is het een kwestie van schuiven met aftrekposten voor het beste resultaat: valt de partner in een hogere belastingschijf doordat je je ondernemingswinst weet te drukken, dan is het handig als die een groter deel van de hypotheekrente op zich neemt.
10. Middelen
Als je inkomen sterk fuctueert, en dat is de afgelopen jaren vast gebeurd, kan het handig zijn om middeling aan te vragen: je neemt hiervoor de inkomsten en betaalde belasting van 3 jaren achter elkaar. Vervolgens kijkt je of je minder belasting had betaald als je die jaren elk jaar hetzelfde zou verdienen. Het verschil kunt u terugkrijgen, als je een brief met berekening aan de Belastingdienst stuurt. Hier is een rekenhullp van Belastinghelden.
