Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Van jongenshobby tot miljoenenbedrijf

De droom van elke ondernemer: een product in de markt zetten dat zichzelf verkoopt. Het lukte Henk van den Berg. Hoe de knutselaar zonder marketing en zonder salesbudget een skelterimperium opbouwde. 

Vijftien jaar oud is Henk van den Berg als hij zijn eerste skelter in elkaar knutselt. “Doe ook eens wat”, had zijn vader tegen hem gezegd, Van den Berg besluit skelters te gaan bouwen. Hij verkoopt er nu 40.000 per jaar, in veertig landen.

Het begon destijds met de bedoeling een zakcentje te verdienen, maar vooral als hobby. De eerste twee exemplaren verkoopt hij direct, en in de jaren die volgen blijft hij doorbouwen, gewoon in de achtertuin van zijn ouders’ boerderij. “Ik hoefde geen reclame te maken, het ging van mond tot mond. Zulke robuuste skelters, dat was iets nieuws, mensen kwamen gewoon naar me toe”, blikt Van den Berg terug.

Als hij 22 is en zijn HTS-techniek heeft afgerond, staat hij voor de keuze: een baan zoeken of skelters blijven maken. Hij besluit zichzelf een jaar de kans te geven het bedrijf uit te bouwen. Er worden vier jonge medewerkers aangenomen – Berg Toys is een feit. Vanaf dat moment is het “hollen”, zoals Van den Berg het zelf omschrijft.

Al tijdens zijn studie, in 1988, sluit hij een eerste dealercontract, maar de verkoop vindt in het begin vooral plaats vanaf de boerderij. Daar komt in 1997 verandering in, als Berg Toys een productiefaciliteit opent in Wekerom en het bedrijf zich gaat richten op dealers en export. Van den Berg is dan 27 jaar oud – en klaar om de wereld te veroveren.

Elk land een eigen speelbeleving

Twee jaar voor de opening van de eigen fabriek gaan de eerste skelters van Berg Toys de grens over, eerst naar Duitsland, kort daarna ook naar België. In 1997 neemt Van den Berg enkele medewerkers aan om proactief aan buitenlandse expansie te gaan werken. Met succes, want inmiddels worden de oerdegelijke skelters van Berg Toys in meer dan 40 landen verkocht. “Dat moet je wel in verhouding zien”, vertelt Van den Berg. “We zitten in Afrika, Chili, Thailand en Zuid-Korea, maar de hoofdmarkt is Noordwest-Europa.”

Van de 40.000 skelters die Berg Toys jaarlijks verkoopt, krijgen de meeste een Duitse eigenaar, terwijl zo’n 15 tot 20 procent van de omzet uit Nederland komt. Die omzet (in 2009: 25 miljoen euro) komt trouwens niet alleen meer van skelters, het assortiment is door de jaren heen uitgebreid met tal van ander speelgoed, vooral van het rijdende soort, maar bijvoorbeeld ook met trampolines. Van den Berg: “De speelgoedmarkt is heel divers, zelfs binnen Europa. Zo zijn in Duitsland zogeheten ride-on-toys heel populair, terwijl die in Groot-Brittannië pas op de derde plek komen. Kinderen hebben in elk land een andere speelbeleving.”

Van raceauto tot Jeep

Maakte Van den Berg in de begintijd slechts één soort skelter, nu is de keus overweldigend. Bij de ontwikkeling ervan neemt Berg Toys steeds de wens van kinderen als uitgangspunt, vertelt Van den Berg. “De één ziet een skelter als raceauto, de volgende als een offroad Jeep, de ander als een tractor. We pakken steeds een ander thema op en werken dat uit in verschillende varianten. Zo vullen we de fantasiewereld van kinderen in.”


Zo zag de eerste skelter die Henk van den Berg ontwikkelde eruit.

Berg Toys heeft licenties afgesloten met Ferrari, Jeep Wrangler en John Deere, waardoor er dus ook skelters te koop zijn die op de voertuigen van deze merken lijken. De Ferrari-skelter (duurste variant: 1.499 euro) is het topmodel, “een pareltje”, aldus Van den Berg. “Met 12 inch lichtmetalen, ik bedoel: kunststof, velgen, een boordcomputer en schijfremmen.”

De skelter kwam in autobladen en werd genoemd in tv-programma Top Gear. “Het was een vernieuwend concept, waardoor we ook iets speciaals te vertellen hadden en dat levert dus een mooie marketingspin-off op.”

Getest door skelterbeulen

Behalve een locatie in Nederland heeft Berg Toys kantoren in België, Duitsland, Ierland, Frankrijk en China. In dat laatste land wordt ook steeds meer geproduceerd, al vindt een groot deel van de productie nog altijd plaats in Nederland. “Die eigen productie, daar zijn we trots op”, zegt Van den Berg. In 2008 maakte hij plaats voor een nieuwe directeur, maar inmiddels heeft hij de dagelijkse leiding weer op zich genomen. “Het ging even wat minder goed met Berg Toys, er moest een rukje aan het stuur worden gegeven”, verklaart hij die stap.

Het bedrijf is continu bezig met innovatie, onder meer op de zes man sterke r&d-afdeling in Nederland. Zo kwam in 2008 constructiespeelgoed MOOV, Make It Move It, “een soort grote versie van Meccano”, op de markt.

Berg Toys heeft ook een eigen testafdeling waar alle producten uitvoerig door de mangel worden gehaald. “We hebben daarvoor enkele skelter­beulen in dienst”, zegt Van den Berg. “We zetten de skelters belast op twee rollen met hobbels, en laten ze daar dan een paar dagen op rijden. Zo kunnen we nagaan welk onderdeel het eerste kapot gaat.”

Het in elkaar zetten van de skelters laat Van den Berg tegenwoordig aan anderen over. Lachend: “Maar ik zou het ze nog wel kunnen voordoen.”