Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Zo werd The Body Shop groot

Anita Roddick was een filantroop bij uitstek. Met haar bedrijf wilde ze niet alleen geld verdienen, maar vooral lokale producenten in ontwikkelingslanden een kans op een betere toekomst geven. Dat ook consumenten als een blok voor de mens- en diervriendelijke positionering zouden vallen, had ze nooit kunnen bedenken.

anita roddick the body shop
Anita Roddick voor een van haar winkels van The Body Shop in Londen. Foto: Getty Images

Wie was Anita Roddick eigenlijk?

Roddick wordt in de herfst van 1942 geboren als Anita Lucia Perilli, dochter van Italiaanse immigranten. Ze groeit op in het zuiden van Engeland, in het kuststadje Littlehampton. De drang om de wereld te verbeteren zit er bij de kleine Perilli al vroeg in. Vanaf het moment dat ze op haar tiende een boek over de Holocaust in handen krijgt, wil ze iets doen voor mensen die het minder goed hebben dan zij. Ze volgt een opleiding tot onderwijzer, maar besluit na een bezoek aan een Israelische kibboets verder de wereld rond te reizen. Het is tijdens deze reizen dat ze in contact komt met de plaatselijke bevolking en van hen het nodige leert over lokale schoonheidsrituelen.

Eenmaal terug in Engeland leert ze al snel haar man kennen, de van oorsprong Schotse Gordon Roddick. Het stel trouwt in 1970, krijgt samen twee kinderen, en zet vervolgens al snel de eerste stappen op ondernemersgebied. De Roddicks starten in eerste instantie een restaurant en later een hotel, maar geen van deze ondernemingen zijn erg succesvol. Als Gordon besluit om een rondreis te maken door Amerika, blijft zijn vrouw achter in Engeland met de kinderen. Er moet echter natuurlijk wel geld worden verdiend om het jonge gezin te onderhouden, maar Roddick heeft weinig zin om zich opnieuw op een horecaonderneming te storten.

Haar eerdere wereldreizen – en het contact dat Roddick tijdens haar trips legt met de lokale bevolking – inspireert Roddick uiteindelijk tot het starten van een beautybedrijf in het produceren en verkopen van natuurlijke en ‘eerlijke’ verzorgingsproducten die niet worden getest op dieren. Daarnaast wil ze hierbij lokale ondernemers en leveranciers uit landen over de hele wereld actief betrekken, zodat ook zij profiteren van het zaken doen met The Body Shop. Echt ervaren in het opzetten en runnen van een eigen zaak is ze echter niet; buiten het advies om van haar man (“Zorg ervoor dat je wekelijks minimaal 350 euro omzet”) rest Roddick niets anders dan gewoon maar te beginnen.

Eind maart 1976 opent ze haar allereerste winkel en heeft op dat moment slechts 25 soorten producten op voorraad. Roddick lost het aanzicht van dit meer dan beperkte assortiment op met “some great entrepreneurial thinking”. Ze besluit deze producten namelijk aan te bieden in vier verschillende formaten, zodat er niet 25, maar honderd producten in de winkel kunnen worden uitgestald. Haar plannetje slaagt en met vallen en opstaan weet uiteindelijk Roddick voldoende omzet te draaien om als winkelier het hoofd boven water te houden. In latere interviews heeft Roddick aangegeven dat ze al heel snel door had dat ondernemen geen wetenschappelijke discipline is, maar aankomt op doorzettingsvermogen en het bedenken en ontwikkelen van een goed product waarvoor mensen bereid om te betalen.

Roddick heeft net een tweede filiaal geopend als haar man Gordon terugkeert van zijn wereldreis. Hij ziet toekomst in het concept van zijn vrouw en hoewel beiden nog nooit van de term franchising hebben gehoord, besluiten ze in de nabije omgeving meer zaken te openen en iedere locatie te laten managen door goede kennissen van het stel. Na hiermee wat ervaring te hebben opgedaan, zet het duo uiteindelijk een officieel franchisemodel in elkaar, waarbij de nadruk vooral wordt gelegd op de idealen van de franchisenemer. Iedere potentiële winkelmanager wordt persoonlijk door Roddick geïnterviewd en aangesteld.

Hoe heeft het bedrijf de wereld veroverd?

Voor die tijd heeft The Body Shop franchise een unieke bedrijfsfilosofie. Het voornaamste uitgangspunt waarmee het bedrijf van Roddick zich onderscheidt van concurrenten is niet zozeer het maken van winst, maar juist ook het kweken van begrip en het stimuleren van sociale bewustwording bij de klant. Fair trade dus. De vijf belangrijkste pijlers van het concern zijn tot de dag van vandaag onveranderd gebleven: het steunen van lokale leef- en handelsgemeenschappen, stimuleren van eigenwaarde, verdedigen van mensenrechten, beschermen van het milieu en tegen het dierentesten van producten op dieren zijn.

Het positieve imago van The Body Shop heeft zeker een rol gespeeld bij de snelle groei van het cosmeticabedrijf, maar Roddick heeft er nooit een geheim van gemaakt dat ook geluk een belangrijke factor is geweest. Zo is de typische donkergroene kleur van de winkels (interieur, etiketten op flessen etc.) nu kenmerkend voor het merk, maar was datzelfde groen in 1976 de enige kleur die de schimmelige muur in het eerste winkelpand kon dekken. En het feit dat The Body Shop prat gaat op het belang van recycling heeft tegenwoordig alles te maken met het tegengaan van milieuvervuiling, maar in de startfase van het bedrijf waren er gewoon niet genoeg flessen beschikbaar. Roddick moest dus wel recyclen en lege flessen en tubes opnieuw vullen en hergebruiken. Dat ze daarmee tegelijkertijd vervuiling tegen ging, was natuurlijk een bonus.

The Body Shop heeft in de loop der jaren haar marketingstrategie weinig tot niet veranderd. Consumenten weten dat ze hier voor een redelijke prijs terecht kunnen voor fair trade-producten die niet op dieren zijn getest en van natuurlijke grondstoffen zijn gemaakt. Dit maatschappelijke beeld wordt in de loop der jaren versterkt door de acties van goede doelen die het bedrijf openlijk steunt (een deel van de opbrengsten worden standaard aan diverse goede doelen gedoneerd). Zo werkt The Body Shop regelmatig samen met Greenpeace – in 1986 is het bedrijf zelfs actief betrokken bij de actie ‘Save the Whale’ – en richt Roddick in 1990 zelf de liefdadigheidsorganisatie Children On The Edge op voor hulp aan achtergestelde kinderen in Oost-Europa en Azië.

Voorvrouw Roddick is natuurlijk een uitstekend visitekaartje voor de onderneming geweest. Ze was vriendelijk, benaderbaar voor het publiek en wist waar ze het over had. Zelfs de controverse die in 1994 ontstaat nadat journalist Jon Entine stelt dat het idee achter The Body Shop gejat is en dat het internationale concern in de eerste elf jaar van haar bestaan geen cent heeft gedoneerd aan goede doelen, doet aan dat beeld niets af. The Body Shop is en blijft voor het publiek een onderneming met oog voor de belangen van lokale producenten en het milieu. Roddick zelf is het verhaal van Entine overigens altijd blijven ontkennen.

Hoe staat het er nu voor?

Op 12 juli 2006 wordt de The Body Shop voor 652,3 miljoen Britse pond overgenomen door het Franse L’Oréal. De Roddicks konden naar aanleiding van deze verkoop naar verluidt 130 miljoen pond op hun bankrekening laten bijschrijven. De identiteit, onafhankelijke status en unieke handelswijze van het cosmeticabedrijf blijft ondanks de website volgens de corporate website behouden. Dit houdt in dat het hoofdkantoor nog steeds in Engeland staat en dat het dagelijks management in handen blijft van de directie van The Body Shop, en dus niet L’Oréal, waaraan uiteraard wel moet worden gerapporteerd.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

In 2011 deed The Body Shop het financieel gezien lang niet slecht. Uit de gegevens van L’Oréal blijkt dat de totale omzet (West-Europa, Noord-Amerika en nieuwe afzetmarkten) voor dat jaar uitkwam op bijna 1,35 miljard euro, een groei van bijna vier procent ten opzichte van 2010, toen de omzet uitkwam op circa 1,23 miljard euro. Wereldwijd zijn er tegenwoordig 2748 winkels van The Body Shop, waarvan 1639 franchisevestigingen. Ook het aantal winkels zit in de lift, want in 2010 waren er nog 2605 winkels (1517 franchises).

De dagelijkse leiding van The Body Shop is tot 2002 in handen gebleven van oprichter Anita Roddick en haar man Gordon. Begin 2007 maakt Roddick bekend dat ze sinds 2004 lijdt aan Hepatitis C, waarschijnlijk opgelopen tijdens een bloedtransfusie in de jaren ’70. Hoewel haar gezondheid snel achteruitgaat, blijft ze zich gedurende de laatste fase van haar leven actief inzetten voor het Britse Hepatitisfonds en probeert zo mensen meer bewust te maken van het bestaan en verloop van deze leverziekte. Anita Roddick overlijdt uiteindelijk op 10 september van dat jaar aan de gevolgen van Hepatitis C.