Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Levi9 vestigt zich in Servië

Vladimir Gogoljev wilde weg. Uit Novi Sad, uit Servië. De voortdurende Balkanoorlog had zijn land al in een economische en sociale crisis gestort. In 1999 werd zijn woonplaats Novi Sad het doelwit van NAVO-bombardementen. Aanhoudende lichtflitsen, het gebulder van gevechtsvliegtuigen, woede, angst en de verwoesting van de bruggen over de Donau. De provinciestad, tot dan toe relatief rustig de crisisjaren doorgekomen, werd een stad in oorlog. Gogoljev – it-specialist aan de universiteit van Novi Sad - vertrok. Naar Canada of Nederland, het maakte hem niet uit. Twee landen waar hij mensen, eerder vertrokken Serviërs, kende. Het werd Nederland.

 

Acht jaar later is Gogoljev terug. Hij zetelt op de bovenste verdieping van het fonkelnieuwe pand van het Nederlandse automatiseringsbedrijf Levi9 Global Sourcing in het centrum van Novi Sad. Het gebouw, bedacht en met hulp van een bevriende architect ontworpen door Gogoljev zelf, is wit, licht en ruim. Ramen van muur tot muur, en van plafond tot vloer. Vrijwel alle kamers van het ‘glazen paleis’ zijn in gebruik. Tachtig jonge Servische it’ers ontwikkelen, onderhouden, testen en implementeren hier de webapplicaties voor voornamelijk Nederlandse klanten. Gepraat wordt er weinig. Geen benen op het bureau, geen Hyvende of MSN-ende medewerkers. Hier wordt gewerkt.

Gogoljev (34) is de countrymanager van Levi9 Servië, een volle dochter van het bedrijf van de Nederlanders Menno de Jong, Bernhard van Oranje en Gijs de Rooij. Levi9 Global Sourcing – opgericht in 2001 en gespecialiseerd in het bouwen, beheren en testen van IT-applicaties – heeft vanaf dag één ingezet op het zogenoemde ‘nearshoring’; de dicht-bij-huis-variant op offshoring – het uitbesteden van werk naar bijvoorbeeld India. Novi Sad had met het eerste ontwikkel- en beheercentrum de primeur. Later volgden het Servische Nis en Belgrado en kantoren in Hongarije en Roemenie. In Servië wordt onder meer voor partner Hippo CMS, softwareleverancier van open source content managementsystemen, gewerkt aan de implementatie van de webapplicaties van bijvoorbeeld de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Financiën in Servië.

De Servische connectie ontstond al ten tijde van Clockwork, de vorige softwareonderneming van Van Oranje en De Jong. Vladimir Gogoljev zocht na zijn komst naar Nederland werk en vond dat bij Clockwork, het vorige bedrijf van de Levi9-oprichters. Voor grotere projecten, zoals de e-commercedienst Nokdown, had het bedrijf extra it’ers nodig. Gogoljev schakelde zijn oude vrienden in van de technische universiteit van Novi Sad.

Schakers
In Oost-Europa stikt het van het bèta-talent, zegt Gijs de Rooij in het Levi9-kantoor met uitzicht op het water van de Jan van Goyenkade in Amsterdam. “Het niveau is hoog. Denk maar aan de successen van de schakers.” Er zijn in Oost-Europa bovendien simpelweg veel meer IT-specialisten dan in West-Europa. Een technische studie zoals computerwetenschappen is populair vanwege de baangarantie. In landen met hoge werkloosheid en een lage levenstandaard, zoals in Servië, een slimme studiekeuze. “Ze zijn ambitieus. Een negen-tot-vijf-mentaliteit kom je nauwelijks tegen.”
De voordelen van nearshoring zijn legio, aldus De Rooij. Er is geen of nauwelijks tijdsverschil, het is gemakkelijk te bereizen en de cultuurverschillen zijn klein.
Of, zoals algemeen directeur Bernhard van Oranje zegt over Oost-Europa: “Het is duidelijk een onderdeel van Europa, wat te zien is aan leefpatroon, oriëntatie en invloedsfeer van de mensen.”

Belangrijk, zegt De Rooij. Want voor grotere projecten komen de Oost-Europeanen naar Nederland en ontmoeten de klant. Andersom reizen Nederlandse klanten af naar de beheer- en ontwikkelcentra daar. Voor trainingen, overleg, en soms gewoon uit interesse in de mensen die hun applicaties maken.

Wie het werk uitbesteed aan Azië loopt tegen grote cultuurverschillen op, zegt De Rooij. Nee-zeggen, een klant tegenspreken, eigen initiatief nemen, is een zeldzaamheid. Eigenschappen die de Oost-Europese it’ers wel hebben. “En die een Westerse klant verwacht.”

Geen politieke kwesties
Eigenlijk heeft nearshoren maar één groot nadeel, zegt De Rooij. Er zijn te weinig Oost-Europeanen. Het verklaart ook het type klanten van Levi9: De meeste zijn kleine of middelgrote ondernemingen. “De twee grootste IT-bedrijven in India tellen evenveel medewerkers als er IT-ers in heel Oost-Europa zijn. Daarom breiden we nu uit, richting Oekraïne en het Europese deel van Turkije.”

En andere nadelen? Politieke instabiliteit, vermeende corruptiepraktijken, semi-dicaturen zoals in Wit-Rusland? De Rooij aarzelt. Het imago van de landen, komt niet overeen met de werkelijkheid, vindt Levi9. En, het bedrijf wil zich niet mengen in politieke kwesties. “Laat ik het zo zeggen: wij vinden niet dat je een individu kansen moet ontnemen omdat de leider van zijn land dingen doet waar wij het niet mee eens zijn.” Die houding wordt ook van de medewerkers in Oost-Europa verwacht. “Een keer kregen we een algemene interne mailing binnen over de onafhankelijkheid van Kosovo. Dan vragen we vriendelijk dat niet meer te doen.”

En corruptiepraktijken, daar houdt Levi9 zich verre van. Dat corruptie welig zou tieren in landen in de Balkan en Oost-Europa noemt het bedrijf een ongenuanceerd beeld. “Wij hebben er ook geen ervaring mee. Maar mocht er ooit een verdacht aanbod komen, nooit op ingaan, is ons beleid. Als je een tientje aan zou nemen, ben je al verkeerd bezig. Die houding verwachten we ook van de medewerkers in het buitenland.”

Nearshoring zoals Levi9 het doet, is iets anders dan simpelweg goedkoop het werk uitbesteden, wordt in Amsterdam met nadruk gezegd. In Servië wordt dat later bevestigd. De Rooij tekent op de achterkant van een enveloppe de organisatiestructuur in Servië. Behalve de baas, Vladimir Gogoljev, telt het kantoor in Novi Sad drie managers die de verschillende afdelingen – implementatie, ontwikkeling & onderhoud en testen – aansturen. Ze werken zelfstandig, komen geregeld naar Nederland, en skypen en mailen veelvuldig met de medewerkers in Amsterdam. Landenmanager Gogoljev is mede-eigenaar en aandeelhouder. “In Wit-Rusland sprak ik ontwikkelaars die voor een Amerikaans bedrijf werken. Zij werkten al acht jaar voor dezelfde klant, maar hadden die nog nooit gezien. Zo werken wij niet.”


De Rooij wil er maar mee zeggen: Levi9 opereert niet opportunistisch. Wat zijn bedrijf doet is ‘West-Europees ondernemen in een Oost-Europees land’. De Serviërs in Novi Sad zullen een paar keer – trots – hetzelfde zeggen.

Cafe A’dam
Op de menukaart staat een ‘sandwich Amsterdam’. Een toast, belegd met kappertjes, zalm, en kaas. Aan de muur prijkt een meterslange foto van een rij hoofdstedelijke grachtenpanden. Het café-restaurant in Novi Sad onder de werkvertrekken van Levi9 straalt niet alleen de sfeer van Amsterdam uit, het héét Café A’dam.

Buiten staan de Zastava’s – de Servische variant van de Oost-Europese Trabant en oude Fiat 500’s rijendik geparkeerd. Jonge, modern geklede vrouwen dragen tassen van Zara en Mango. Een oude man steunt op zijn stok en vraagt voorbijgangers om geld. Bij een wankele krantenkiosk heerst vrolijke chaos. Twee mannen kaarten, en ruziën over het spel.


Binnen, in het straks ingerichte cafe A’dam is niets van die chaos terug te vinden. Aan een van de tafels op de entresol houden Damir Solajic (33) en Vladimir Obradovic (32) een werklunch. De twee managers hebben er het pand niet voor hoeven verlaten. Voor het personeel is er een binnendoor-ingang.

Een eigen lunchroom – het café-restaurant is eigendom van Levi9 – met korting voor het personeel, en happy hours op vrijdag, het is een van de ‘extra’s’ die Levi9 biedt, zeggen Solajic en Obradovic. Details, misschien, maar wel details waar ze blij van worden. “Typisch Nederlands”, vindt Obradovic. De eerste keer, op Schiphol, voelde hij zich ‘als een kind in Disneyland’. “De service, al die winkels, restaurants. Alles is goed geregeld, strak georganiseerd. Met aandacht voor details.”

Van dat ‘Nederlandse organisatietalent’ plukken zij de vruchten, zegt Obradovic. De salarissen zijn goed, iets hoger dan die van andere IT-bedrijven, en ver boven het algemene Servische gemiddelde. En, misschien nog belangrijker: “je krijgt hier de kans om te leren.” Aandacht voor het personeel is niet gebruikelijk bij Servische werkgevers, vertelt Obradovic. Hij kan het weten. Bij zijn vorige werkgever, het staatsbedrijf Oil Compagny Serbia, ergerde hij zich kapot aan de hiërarchie, de bureaucratie en de verouderde systemen. Anderhalf jaar geleden liep hij met zijn vrouw door de stad. Hij liet haar het vroegere kantoor van Levi9 zien. Hij zei: “Daar wil ik werken. Daar ga ik werken.”

Het personeel tevreden houden doen we niet alleen uit aardigheid, zegt Gogoljev in zijn ruime vergaderzaal op de bovenste etage. Ook in Servië is de slag om de it’er begonnen. “En eeuwig hogere salarissen blijven betalen, is de oplossing niet. We moeten mensen aantrekken, en ze behouden.” Dus investeert het bedrijf in zijn mensen. Met trainingen, persoonlijke ontwikkelplannen, en, essentieel volgens Gogoljev, genoeg afwisseling. Want wie jarenlang hetzelfde werk moet doen, gaat zich vervelen. Daarom worden bij Levi9 de medewerkers om de paar maanden op andere projecten gezet. Het werkt. Het verloop bij Levi9 ligt op 5 tot 8 procent.

Samen lunchen
Zoveel aandacht voor het personeel is, voor Servische maatstaven, een zeldzaamheid. “Tijdens het communisme en in de jaren negentig was er voor werkgevers geen enkele noodzaak om wat voor hun personeel te doen. Wie een baan had, bleef toch wel.”
Gogoljev moet het wel anders doen, wil hij overleven. En hij wil het ook anders doen. “Bij Clockwork zag ik hoe het ook kon. Samen lunchen, eigen verantwoordelijkheid, opleidingen en trainingen. Het beviel hem. “Ik heb het allemaal één op één gekopieerd uit Amsterdam.”


Wil zijn personeel dan niet veel liever gewoon in Amsterdam werken? Net als hij deed, vertrekken, en zoals nu, evenveel in Nederland als in Servië zijn? Vladimir Gogoljev lacht. “Gelukkig niet. Als mensen het goed hebben, hoeven ze niet zo nodig weg.”


Dat heeft, erkent Gogoljev, ook te maken met de mentaliteit in de provinciesteden. Het kantoor in het mondaine, hoofdstedelijke Belgrado was geen succes. Personeel wilde weg, inderdaad, en stelde, net als it-specialisten in de rijke West-Europese landen, bizarre eisen. Het kantoor is sinds kort gesloten. Een les voor Levi9. Hoe beter het gaat met de economieën van de landen, hoe moeilijker het zal zijn om personeel te vinden en te houden. “Ook hier zullen, net als bij jullie, jongeren dan studies kiezen omdat het ze leuk lijkt. Niet omdat het per se een goede baan oplevert. Of we dan nog genoeg it’ers hebben? Ik weet het niet.” En dan? Gogoljev speelt met het idee om een deel van het werk uit te besteden aan China. “Met alle nadelen van dien, ja.” Maar misschien kan het, filosofeert hij, als de Chinese it’ers alleen systemen testen of onderhouden. “En nooit direct contact met de klant hebben. Want dat werkt niet.”

Vier uur in de bus
In een van de vergaderzalen klapt Mathijs Brand, servicemanager van de Nederlandse softwareleverancier Hippo CMS zijn laptop open. Brand is een paar dagen op werkbezoek in Novi Sad. Op het grote scherm achter hem verschijnt de eerste pagina van zijn powerpoint-presentatie voor het Hippo-team. Teamleider Peter Becic (33) luistert en kijkt ingespannen. Hij is er speciaal voor uit van het Levi9-kantoor in Nis gekomen. ‘s Morgens vroeg vier uur met de bus heen, en straks, vier uur terug. Hij vindt het niet erg, zegt hij later. Hij wilde graag iemand van Hippo ontmoeten. Horen of de klant tevreden is. En, wat er verder gaat gebeuren.


Een team van vijftien man werkt sinds ongeveer een jaar aan projecten voor Hippo CMS. Sindsdien komen de mensen van Hippo CMS geregeld naar Servië. En zijn een aantal Serviers voor trainingen bij Hippo in Amsterdam geweest. Maar Brand ontmoet de mannen voor het eerst in levenden lijve. De medewerkers van Hippo skypen en mailen bijna dagelijks met de mensen van Levi9 in Servië. Maar toch, vindt Brand het belangrijk om er te zijn. “Om elkaar beter te leren kennen.”

Hippo-directeur Tjeerd Brenninkmeijer had in Amsterdam al uitgelegd waarom ook hij voor nearshoring heeft gekozen. Farshoring was geen optie. De nadelen, zoals de heel andere mentaliteit van bijvoorbeeld werknemers uit India, zijn te groot. “Wij hebben it’ers nodig die meer doen dan alleen de opdrachten uitvoeren.” Een cms-implementatie is altijd maatwerk, omdat het systeem moet voldoen aan de wensen van de klant. “En juist dan is meedenken essentieel.”

Het cultuurverschil met de Serviers is wél overbrugbaar, zegt Brenninkmeijer, en ook niet onbelangrijk, ‘als het fout loopt, ben je er zo’.

Het kostenvoordeel van nearshoring was voor Hippo CMS niet doorslaggevend. De keuze is geboren uit noodzaak. “Hippo CMS is een productleverancier. Ons systeem wordt door partners als Lostboys en Ordina geïmplementeerd. Maar zij kunnen onvoldoende ontwikkelaars in Nederland vinden. Daarom bieden wij via Levi9, naast ons eigen product, ook ontwikkelaars aan die het Hippo CMS kunnen implementeren.”

In Amsterdam werken de ontwikkelaars van Hippo CMS aan het product zelf. Daarvoor neemt Hippo alleen mensen in vaste dienst aan. “Die gewoon hier op kantoor in Amsterdam werken.” Want werken op afstand blijft subideaal, vindt Brenninkmeijer. “Voor brainstorming en het oplossen van een probleem is het gewoon makkelijker om samen achter een computer te zitten.”

Toch zegt de algemeen directeur tevreden te zijn. Het eerste jaar waarin beide kanten moesten wennen, informatie moest worden uitgewisseld en het Hippo-team getraind moest worden in Hippo CMS en het webraamwerk Cocoon, is voorbij. De samenwerking begint vruchten af te werpen.

Vragen stellen kan altijd
Terwijl de Serviërs aandachtig de ene sheet na de andere bekijken, hamert Mathijs Brand op ‘meedenken’. Op dit moment implementeert het Servische Hippo-team applicaties die op het Amsterdamse kantoor zijn ontwikkeld. Zoals voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het systeem, legt Brand uit, moet overzichtelijk zijn en er een beetje aardig uitzien. Met verschillende kleuren voor verschillende velden, en een goed leesbaar lettertype bijvoorbeeld. En daarvoor zijn suggesties van de Serviërs welkom. Vragen stellen kan altijd, en boodschappen en ideeën achterlaten op de interne online vraagbaak van Hippo kan ook. “Het is stap twee”, zegt Brand later. Nu de medewerkers de techniek vrijwel helemaal onder de knie hebben hoopt Hippo op een samenwerking die verder gaat. Waarbij de Serviërs ook ideeën aandragen, meedenken, fouten opsporen en daar oplossingen voor aandragen.”


Teamleider Peter Becic heeft nog een half uur voordat de bus naar Nis vertrekt. Weer vier uur in de bus. Acht uur reizen voor een ontmoeting met klant Hippo, het hoort er niet alleen bij, het is wat zijn werk leuk maakt. Mensen ontmoeten uit andere landen, en vooral: weer wat leren. “Tijdens de crisisjaren, en tijdens het communisme, konden we niet weg. En nu nog is het met visa ontzettend lastig. Maar door mijn werk komen we ook in contact met andere culturen en andere mensen. We doen eindelijk weer mee in Europa.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Levi9
Ook naar Oost-Europa
Levi9 Global Sourcing startte in 2001. Het it-bedrijf houdt zich bezig met applicatiebeheer en –ontwikkeling. Wereldwijd heeft Levi9 160 mensen in dienst. In Servië werken – verdeeld over Novi Sad en Nis – honderd it’ers, in Hongarije en Roemenië heeft Levi9 twee kantoren met in totaal 35 man personeel. In Amsterdam werken op het hoofdkantoor vijftien mensen. Daarnaast heeft Levi9 saleskantoren in België, Groot-Brittannië en Duitsland. Uitbreiding naar Oekraïne en het Europese deel van Turkije wordt voorbereid. Onder meer Commodore, Ordina en De Telegraaf zijn klant bij Levi9. Met Hippo CMS en Microsoft heeft Levi9 partnerships.

Hippo
Gesteund door GroenLinks
Hippo ontwikkelt en levert sinds 1999 open source content management systemen. Voor de ontwikkeling van de opensource software neemt Hippo deel aan internationale communities, zoals de Apache Software Foundation. In 2002 werd in het Nederlandse parlement een motie van GroenLinks aangenomen over het stimuleren van opensource software in overheidsinstanties. Sindsdien is Hippo sterk gegroeid. Het Amsterdamse bedrijf levert, naast software voor het bedrijfsleven, ook de content management systemen van ministeries, gemeenten en onderwijsinstellingen. Vorig jaar ging Hippo een partnership met Levi9 Global Sourcing aan.