Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Nederlandse ondernemers in Silicon Wadi

‘Silicon Wadi’, zo wordt de succesvolle Israëlische hightechindustrie de laatste jaren ook wel bewonderend genoemd. Wat is Israëls geheim? Sprout zocht twee Nederlandse ondernemers op die er hun kans zagen en de sprong waagden.

De wereldwijde economische crisis lijkt aan Israël voorbij te gaan. Sinds 2008 groeide de economie jaarlijks gemiddeld met 4,5 procent – een cijfer waar Europese landen alleen maar jaloers op kunnen zijn – en in Tel Aviv, het zakelijke hart van het land, wordt overal gebouwd. De groei wordt vooral gedreven door de florerende technologiesector. Hoogwaardige technologie in de zorg, landbouw en it uit Israël vindt wereldwijd nog steeds gretig aftrek, recessie of niet.
Het succes is niet onopgemerkt gebleven. Microsoft, Facebook, Google, Apple en Samsung openden de afgelopen jaren allemaal een R&D-afdeling in het land en begonnen er business incubators. Ze zijn inmiddels verwikkeld in een ware concurrentieslag om de meest veelbelovende lokale hightechstartups om in te lijven in een zo mogelijk vroeg stadium. Rond de statige Rothschild Boulevard in het centrum van Tel Aviv, in 2012 uitgeroepen tot tweede meest innovatieve stad ter wereld, werken honderden startups aan innovatieve technologie. Jonge mensen netwerken dag in, dag uit in de hippe cafés in de buurt. Allemaal hopen ze op een lucratieve buy-out door een van de grote namen. Dat is de Israëlische variant van de American dream.

Markt in beweging

Een van die jonge hightechondernemers is de Nederlandse Jishai Evers (23). Tijdens zijn bachelorstudies rechten en economie aan de Universiteit van Amsterdam in 2011 kreeg hij het idee voor zijn startup. “Toen ik studeerde deed ik al mijn onderzoek via zoekmachines. Dat was een inefficiënt en tamelijk vervelend proces; ik deed twee studies en had vaak al snel twintig tabbladen tegelijk openstaan. Ik zocht vergeefs naar een manier om die zoektocht beter te structureren”, vertelt Evers in zijn kantoor vlakbij de Universiteit van Tel Aviv. Het betekende de geboorte van Wikibrains.com, in de woorden van Evers “de grootse brainstorm ter wereld, waarmee gebruikers op een snelle en visuele manier informatie kunnen vinden, organiseren en delen”. Hij klapt zijn laptop open om te laten zien hoe het werkt. “Neem Barack Obama”, zegt Evers. “Voor alle informatie over hem op Wikipedia moet je door wel vijftig pagina’s scrollen. Dat is nog heel erg de oude wereld.” Hij toetst Barack Obama in op de site van Wikibrains. Er verschijnen verschillende gekleurde cirkels met alle begrippen waarmee andere gebruikers hem associëren. “Zo gebruiken we de associaties van duizenden andere mensen die al uitgebreid naar hem hebben gezocht. Onze visuele weergave werkt veel sneller en intuïtiever”, legt Evers uit. “En aan de zijkant staat alle relevante, conventionele informatie over Obama van bijvoorbeeld Wikipedia, Google en Youtube. Scrollen hoeft niet meer”, lacht hij. 
Aanvankelijk dacht Evers met Wikibrains vooral geld te verdienen met de verkoop van specifieke gebruikersdata aan adverteerders en trendbedrijven, en met het aanbieden van premiumaccounts. Maar de afgelopen maanden blijkt dat veel educatieve bedrijven grote belangstelling hebben voor de online brainstorm. “De markt voor educational technology, ofwel ed-tech, is heel sterk in beweging. Veel scholen gaan op de Ipad-tour en zoeken daar nieuwe technologie bij die aan hoge kwaliteitseisen moet voldoen. Steeds meer van onze gebruikers komen uit die hoek, want Wikibrains biedt studenten een extra laag om te leren bovenop wat ze al kennen”, zegt Evers.

 

Innovatieprogramma

De laatste maanden zit Evers in een stroomversnelling. Eerder dit jaar werd Wikibrains geselecteerd door MindCet, een prestigieus innovatieprogramma van het Israëlische Ministerie van Onderwijs dat startups de kennis en financiële middelen biedt om te groeien en de markt op te gaan. “We zitten nu bij ze in het pand, samen met andere geselecteerde startups.” 
Achter Wikibrains gaat gecompliceerde, gepatenteerde technologie schuil. Om het idee in de praktijk om te zetten, wist Evers – die op zijn achttiende al een jaar in het land studeerde – dat hij in Israël moest zijn. “Hier zitten de getalenteerde programmeurs en creatieve geesten die voor zo’n nieuw idee nodig zijn. Bovendien zijn heel veel jonge mensen hier met technologie bezig zodat je ook van andere kanten nieuwe input krijgt.”
Nog altijd is Israël een typische immigrantenmaatschappij; de economische crisis in de Verenigde Staten en Europa bracht de laatste jaren veel hoogopgeleide Engelsprekende immigranten naar het land. Die komen vaak te werken voor technologiebedrijven die zich op het buitenland richten, want de lokale markt in dit land van acht miljoen inwoners is vaak te klein. Met hun talenkennis komen immigranten snel binnen, maar de volgende stap is het wennen aan de notoir informele Israëlische bedrijfscultuur. “Israëliërs zijn zeer direct, zelfs naar Nederlandse maatstaven. Als ze iets onzin vinden, zeggen ze dat direct, ook al werken zij er nog maar een maand en ben jij al jaren de baas”, lacht Evers. “Aan de ene kant is die voortdurende strijd een ramp en aan de andere kant is het geweldig. Je weet altijd waar je aan toe bent.”
Maar hoe komt Israël aan al dat technisch geschoolde, creatieve personeel, terwijl Nederland met schreeuwende tekorten kampt? Professor Uzi de Haan, hoogleraar ondernemerschap en strategisch management aan de Technion Universiteit in de Noord-Israëlische stad Haifa, specialiseerde zich in de succesfactoren van de Israëlische hightechindustrie en ziet verklaring in de geschiedenis van het land. “Al bij de oprichting in 1948 werd vastgesteld dat Israël door het regionale isolement en gebrek aan natuurlijke hulpbronnen een kenniseconomie moest worden. Daarvoor zijn ingenieurs nodig, dus financierde de regering programma’s waardoor het aantal ingenieurs dat afstudeerde verdrievoudigde”, zegt hij. “Daarnaast zijn altijd veel getalenteerde, technisch geschoolde immigranten naar Israël gekomen, meest recentelijk uit de voormalige Sovjet-Unie.”

 

Link wetenschap en bedrijfsleven

Een half uur ten noorden van Tel Aviv ligt Ra’nana, een hotspot voor de meer gevestigde hightechindustrie. Hier houdt Gideon Soesman, oprichter en managing partner van GreenSoil Investments, kantoor. Soesman groeide op in Nijmegen, emigreerde in 1990 naar Israël en studeerde economie aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. Na zijn diensttijd begon bij voor Philips in Israël en schopte het tot hoofd overnames en acquisities van een van de divisies van de Nederlandse multinational. Hij sloot er deals van meer 1,5 miljard dollar, maar vijf jaar geleden ging het roer om. Soesman zag grote kansen in de Israëlische hightech-agro-foodindustrie. “De gedachte is simpel: de wereldbevolking groeit snel, met name in de opkomende economieën. Daardoor ontstaat grote behoefte aan calorieën die moeten komen van minder landbouwgrond door de toenemende verstedelijking. Daar is nieuwe technologie voor nodig en die wordt momenteel in Israël ontwikkeld. Dat komt omdat hier nauwelijks natuurlijke hulpbronnen zijn en er geen handel met buurlanden is.” 
Met een partner richtte Soesman in 2011 GreenSoil Investments op, een investeringsfonds dat zich exclusief richt op hoogwaardige agro-foodtechnologie. “Andere fondsen doen de agrarische sector erbij. Wij willen binnen drie jaar in Israël in alle opzichten de nummer één zijn.”
De afgelopen twee jaar bekeek hij met het fonds 180 bedrijven in de agro-foodindustrie. Het leidde tot twee investeringen. “Wij stappen alleen in bedrijven die al een product hebben – niet alleen een powerpointpresentatie – en die samen met ons willen groeien.” Trots laat hij foto’s zien van zijn laatste aanwinst: een bedrijf dat wortels ontwikkelt waarmee tomaten met de helft van de gebruikelijke landbouwgrond en water kunnen worden gecultiveerd.
Maar het werk in Israël is voor Soesman niet altijd eenvoudig. “Israëliers houden van dooronderhandelen en willen altijd het onderste uit de kan halen. Je moet echt met de vuist op tafel slaan en zeggen: ‘nu is het klaar’.” Hij ziet, net als Evers, een informele zakelijke cultuur, waarbij je bij al snel mensen thuis gaat eten en ze je wat van het land laten zien. “En mensen zijn loyaal aan het werk. Ik kan iemand gerust om negen uur ’s avonds nog bellen.”
Soesman heeft net in Canada en Nederland meer dan tien miljoen dollar voor zijn tweede fonds opgehaald. Daarmee wil hij dit jaar nog drie investeringen doen. Kansen genoeg. “Wereldwijd zijn er twee landen die zich echt onderscheiden in agro-foodtechnologie: Nederland en Israël. De Universiteit Wageningen behoort tot de wereldtop en wij onderhouden er goede contacten mee. Maar in Israël bestaat een veel sterkere link tussen de wetenschap en het bedrijfsleven. Daar kunnen we in Nederland nog van leren.”

Wikibrains

Jishai Evers (23)
Sinds 2011
Medewerkers 5

Geïnvesteerd: 165.000 dollar door verscheidene Amerikaanse angel-investeerders
Nu: Geselecteerd door het prestigieuze MindCet Educational Technology Innovation-programma
Sinds januari 2013 2,478, 253 brainstormresultaten weergeven aan gebruikers
Toekomst: ,,Er is belangstelling van Amerikaanse en Russische investeerders, maar we kijken ook naar partnerships met andere innovatieve ed-techbedrijven.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

GreenSoil Investments

Gideon Soesman (42)
Sinds 2010
Medewerkers 5

Nu 25 miljoen dollar in twee fondsen. Investeerde in 2012 in twee bedrijven, Fruitura Bioscience en Rootility.
Toekomst: ,,In 2013 willen we in nog drie bedrijven stappen. Op termijn kijken we naar de switch van venture capital naar private equity. Wie weet komt er een fonds met een Europese of Amerikaanse partner waarmee we ook buiten Israël gaan investeren.”