Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Zo werd Bose groot

Amar Gopal Bose, oprichter van speakerimperium Bose, is afgelopen weekend overleden op 83-jarige leeftijd. Hij laat een wereldberoemd merk achter. Hoe heeft zijn bedrijf zo groot kunnen worden?

Hoe werd Bose opgericht?

Amar Bose, in 1930 in Philadelphia geboren, heeft zich meer dan 40 jaar lang bezig gehouden met akoestiekleer aan het vermaarde Massachusetts Institute of Technology (MIT). Eerst als student, later als docent en onderzoeker. Het verhaal gaat dat hij tijdens zijn studie op zoek was naar speakers, maar nergens goede kon kopen. Hij is toen zelf gaan sleutelen. De geluidswetenschapper stelde zich tot doel om een product te maken dat de kristalheldere akoestiek van een concertzaal kon benaderen. Hij maakte van een principe uit de psychoakoestiek gebruik: in concertzalen komt 80% van het geluid indirect op je af via plafonds en wanden. Dat vertaalde hij naar een piepklein speakerskastje dat ondanks zijn formaat een kamerbreed geluid kon produceren. Hij richtte in 1964 het bedrijf op en 1968 introduceerde hij de Bose 901 Direct/Reflecting speaker system. Het model is tot op de dag van vandaag een standaard in elektronica.  

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Hoe veranderde Bose de markt?

Door iets dat heel erg high end was, mainstream te maken. Want Bose was en is zeker niet de enige maker van speakers die het topsegment in de consumentenmarkt bedient. Maar waar merken als bijvoorbeeld Meridian en Madrigal Audio Labs eigenlijk altijd echte merken zijn gebleven voor de audiofiel, die zijn leven wijdt aan het vinden van het perfecte geluid, wist Bose met succes een nieuwe groep consumenten aan te spreken. Vooral in de jaren 80 is Bose zich gaan onderscheiden van andere merken, door zich met slimme marketing te gaan richten op een nieuw fenomeen: de yuppie. Terwijl de squash spelende zakenmannen lovend waren over hun nieuwe speelgoed, ontving Bose van audiofielen juist kritiek. Bose draaide te veel om design en slimme marketing, de kwaliteit stond voor hen niet buiten kijf. En wat dat betreft pakte Bose het goed aan: eenmaal in de hoofden van de goed verdienende consument, deed het enkel slimme productinnovaties. Meesterlijk was vooral het uitstapje naar de autobranche: Bose sloot een partnership met General Motors en zette daarmee opnieuw een standaard neer. Partnerships met onder meer Porsche volgden. Later sloten concurrenten als Bang & Olufsen vergelijkbare deals, maar het was Bose die de trend heeft gezet van het meeleveren van volledige audiosystemen bij nieuwe auto’s.

Hoe staat het er nu voor?

Nog steeds heel goed. Waar een bedrijf als Bang & Olufsen helemaal is weggeblazen door de digitalisering, heeft Bose zich staande gehouden en heeft het juist in weten te spelen op veranderingen. Doordat speakers de kern waren van het aanbod, en niet cd- of cassettespelers, kon het relatief makkelijk omschakelen naar het mp3-tijdperk. Door de iPod is muziekconsumptie anders geworden. Consumenten kopen niet langer audiosets, maar kopen een docking station. Of ze investeren in een dure hoofdtelefoon. Ook bij die nieuwe producten heeft Bose zich direct kunnen positioneren als voortrekker. Je zou kunnen zeggen dat Bose gaandeweg steeds beter inspeelde op hetzelfde type consument dat nu ook Apple koopt: mensen die meer willen betalen voor luxe en kwaliteit.
Bose is nog steeds een privaat bedrijf. Amar heeft herhaaldelijk gezegd dat hij niets om geld geeft en dat wetenschap bedrijven en pionierswerk verrichten zijn drijfveren zijn. Hij voegde de daad bij het woord: in 2011 ontving de technische universiteit een meerderheidsaandeel in het bedrijf. MIT bemoeit zich niet met de bedrijfsvoering, maar gebruikt het dividend voor onderzoek en onderwijs. Dankzij dit vrijgevige gebaar blijven Amar Bose en zijn bedrijven nauw verweven met MIT.