Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Ondernemersbelastingen verder omlaag

De Tweede Kamer heeft vorige week de wet 'Werken aan winst' aanvaard. Personal Finance expert Robert Kok legt uit wat de gevolgen van de nieuwe wet zijn.

Op 3 oktober jongsleden heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel ‘Werken aan winst’ aanvaard. Dit wetsvoorstel beoogt de belastingdruk voor ondernemers in belangrijke mate te verlichten. In deze bijdrage laat ik de belangrijkste wijzigingen de revue passeren.

In de inkomstenbelasting wordt een zogenaamde ‘MKB-vrijstelling’ geïntroduceerd van 10%. Hiermee komt het maximale tarief uit op 52% minus 5,2% = 46,8%. Voorwaarde is dat u in aanmerking komt voor de ondernemersaftrek. U dient tenminste 1.225 uren per jaar in uw onderneming werkzaam te zijn.

 

25,5 procent belasting
Het algemene tarief voor de vennootschapsbelasting wordt verlaagd naar 25,5%. Voor de eerste € 25.000 winst geldt een opstaptarief van 20%, terwijl voor een winst vanaf € 25.000 tot en met € 60.000 een tarief van 23,5% van toepassing is. Het aanmerkelijk belangtarief dat u onder andere betaalt als u dividend uitkeert dan wel uw aandelen verkoopt, daalt gedurende één jaar van 25% naar 22%.

 

Belastingvrijstelling voor vennootschappen
Krachtens de deelnemingsvrijstelling worden resultaten uit een belang van vijf procent of meer in een andere vennootschap bij de moeder niet belast met vennootschapsbelasting. Ingeval van een buitenlandse deelneming geldt nu de voorwaarde dat het belang in het buitenland onderworpen is aan een reguliere winstbelasting. Deze voorwaarde vervalt. Tevens mag het belang thans niet als belegging wordt gehouden. Ook deze voorwaarde vervalt, mits in het betreffende buitenland een normale winstbelasting wordt geheven. Hier staat tegenover dat een belang van minder dan vijf procent straks onder geen enkele omstandigheid meer als deelneming kwalificeert. Onder de huidige wetgeving is dit in bepaalde situaties nog wel mogelijk.

 

Bekostiging
De tariefsverlaging wordt bekostigd door een aantal fiscale regelingen aan te scherpen. Zowel in de inkomstenbelasting als in de vennootschapsbelasting wordt de mogelijkheid om verliezen met toekomstige winsten te verrekenen beperkt tot negen jaar. Op dit moment zijn verliezen onbeperkt in de toekomst verrekenbaar. De achterwaartse verliesverrekening wordt voor B.V.’s teruggebracht tot een jaar (is nu drie jaar). In de inkomstenbelasting blijft de termijn voor achterwaartse verliesverrekening gehandhaafd op drie jaar.

 

Afschrijven bedrijfsmiddelen
Met ingang van 1 januari 2007 dient u bedrijfsmiddelen in tenminste vijf jaar af te schrijven. Onder de huidige wetgeving is een kortere afschrijvingstermijn mogelijk. Goodwill dient straks in tien jaar te worden afgeschreven, terwijl op dit moment een termijn van vijf jaar gebruikelijk is. Ook de afschrijving op vastgoed wordt aan banden gelegd.
Het is van belang om nu al te anticiperen op de op handen zijnde wetswijzigingen. Raadpleeg uw adviseur om gezamenlijk te bepalen wat voor actie in uw situatie gewenst is.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

 

Zie ook: Minder administratieve lasten voor ondernemers