Geen producten in de winkelwagen.
@sprout_nl slim om je concurrent als bubble aan te geven, wel wat flauw..
Arjen Deenen
Adeenen
Volgens Schmidt is Facebook één van die internetfirma’s waarvan de bedrijfswaarde, die recentelijk geschat werd op 38 miljard euro, wordt overdreven. Opmerkelijk, want Facebook kan inmiddels bouwen op meer dan een half miljard leden, die samen zeven procent van de wereldbevolking vertegenwoordigen. Bekijk een infographic en je ziet dat de site in een rap tempo in alle landen van de wereld het grootste sociale netwerk wordt.
Het sociale netwerk heeft financeel gezien ook de wind mee. De eerste negen maanden van 2010 heeft Facebook 258 miljoen euro winst gemaakt op een omzet van 892 miljoen euro. Dat is meer dan analisten hadden gedacht. Ook blijft de site investeringskapitaal binnenhalen: recentelijk kwam het bedrijf op een totaal van 1,5 miljard dollar terecht. Investeerders moeten hun Facebook-aandelen minimaal tot 2013 vasthouden.
Met Goldman Sachs’ schatting van 38 miljard euro is elk Facebook-lid zo’n 76 euro waard. Dit is geen gewaagde berekening als je bedenkt dat het netwerk drie troeven in handen heeft. Ten eerste beschikt Facebook over persoonlijke info van leden, die zeer interessant is voor adverteerders. Ten tweede is Facebook onder meer dankzij een exclusief contract met Farmville-eigenaar Zynga een belangrijke plaats voor social gaming, een markt die volgens Deutsche Bank in 2014 goed is voor een omzet van 3 miljard euro. Het netwerk is met het systeem Credits één van de weinigen die de betalingen van spellen goed kan administreren en vraagt daar per transactie 30 procent commissie voor. Ten slotte kan Facebook in de toekomst geld verdienen met Connect, dat Facebook-leden met één klik, en dus zonder registratie, in staat stelt om dingen te kopen op het internet.
Zynga
Over Zynga gesproken: ook dit is volgens Schmidt een bedrijf dat teveel sterrenstatus wordt toegedicht. De ontwikkelaar van online games als het razendpopulaire FarmVille en CityVille wordt inmiddels gewaardeerd op een lieve som van 4,2 miljard euro. Weliswaar is dat maar een negende deel van de waarde die Facebook zou hebben, maar nog altijd een gigantisch bedrag.
Niet elke Farmville-speler staat garant voor inkomsten: in principe is het spel gratis, maar wil je je boerderij uitbreiden met allerlei virtuele voorwerpen, dan leg je daar geld voor neer. En we kennen allemaal kenmerkende verhalen als bijvoorbeeld die van dat Britse jochie die de creditcard van zijn moeder stal en binnen no-time duizend euro uitgaf aan online spulletjes. CityVille en Farmville kennen inmiddels een maandelijks gemiddelde van ruim 51 miljoen actieve leden.
Dat zou betekenen dat met een bedrijfswaarde van 4,2 miljard euro elke actieve Zynga-gebruiker ruim 82 euro oplevert. Die schatting lijkt inderdaad aan de hoge kant, mits veel spelers net zo in elkaar steken als dat Britse spelertje. Zynga heeft echter wel duidelijk een hard verdienmodel, een goede reden waarom investeerders ook nu weer met Zynga over een kapitaalinjectie van zo’n 186 miljoen euro praten.
Het bizarre is dat Google 7,5 miljard euro over heeft voor Twitter. Deze microblogdienst, die sinds haar oprichting in 2006 nog altijd geen geld oplevert, staat bij Schmidt dus niet als een bubblebedrijf te boek. Bovendien drijft Google zelf de prijs op, want vóór de overnameroddel werd de site ‘slechts’ op een waarde van drie miljard euro geraamd. Hoezo zorgen voor een internetbubble?
Tot nog toe heeft Twitter vooral geld verloren aan personeel, computers en heel veel virtuele opslagruimte. Advertentie-inkomsten? Ja, Twitter is er wel mee bezig, maar is tegelijkertijd ook idealistisch. Twitter-oprichters Biz Stone, Jack Dorsey en Evan Williams hebben nooit de profielpagina’s van Twitter-gebruikers, waarvan er nu zo’n 175 miljoen zijn, willen bevuilen met simpele bannerreclame. Er is een grote angst dat dit veel leden kost. Waarschijnlijk terecht.
Toch gloort er hoop. Twitter gaat dit jaar volgens onderzoeksbureau EMarketer zo’n 110 miljoen euro aan advertentie-inkomsten binnenhalen. In 2012 zou dit bedrag opgelopen zijn naar ruim 185 miljoen euro. Adverteren gebeurt op discrete wijze door bedrijven tegen betaling een plek binnen de lijst met ‘Trending Topics’ te bieden. Zo’n topnotering zou ervoor moeten zorgen dat gebruikers over het onderwerp gaan communiceren. Verder kunnen bedrijven een Promoted Account krijgen waarbij het profiel aan de rechterkant bij de zogenaamde volgsuggesties wordt aangeprezen. Daarnaast zouden de Promoted Tweets, berichten die ook geplaatst worden bij gebruikers die geen volger zijn van de adverteerder, het goed doen.
Foursquare
.jpg)
Foursquare, een mobiele dienst waarmee mensen kunnen laten weten waar ze zijn, is net als Twitter een service die op veel positieve publiciteit heeft kunnen rekenen, maar tot nog toe nog nauwelijks geld opbracht. De twee jaar geleden opgerichte startup, in handen van voormalig Google-medewerker Dennis Crowley, telt sinds vorige week ruim zes miljoen gebruikers: een verdrievervoudiging ten opzichte van het aantal dat na het tweede kwartaal van 2010 op de teller stond. Per dag zou het aantal leden met zo’n 25.000 mensen groeien.
Die zes miljoen gebruikers leveren volgens analisten een bedrijfswaarde van 3,4 miljoen euro op. Dat is ruim 50 eurocent aan advertentiekomsten per gebruiker. Of de gebruiker inderdaad dit sommetje in het laatje kan brengen, is allerminst zeker: er zijn berichten die in het voordeel en in het nadeel van de location-based dienst spreken.
Aan de ene kant is er positieve voorspelling van ABI Research dat er in 2015 wereldwijd liefst 1,3 miljard euro aan locatiegebaseerd adverteren zal worden uitgegeven. Verder kan Foursquare wijzen op het binnenhalen van een aantal grote, uiteenlopende klanten als Starbucks, Domino’s, The Financial Times en Heineken. Maar aan de andere kant wordt de concurrentie steeds sterker: gigant Facebook beurt inmiddels ook geld met locatiedienst Places, terwijl Google de andere reus is die met Latitude sindskort een concurrent heeft. Het is de vraag hoeveel procent van de koek van 1,3 miljard euro in 2015 voor Foursquare is… Misschien is de locatiedienst dan allang overgenomen door Facebook.
Quora
Veel trendwatchers stellen dat Quora, een vraag- en antwoordsite, in 2011 ‘the next big thing’ op internet gaat worden. Vooral de Amerikaanse site TechCrunch schrijft te pas en te onpas over de in 2009 opgerichte internet start-up. Tot frustratie van veel plaatselijke reaguurders, die maar niet inzien wat Quora dan zo exceptioneel waardevol maakt.
De bedoeling is dat de site binnen een paar uur een antwoord geeft op alle vragen die je maar kunt verzinnen. Die informatie is samengesteld door gebruikers, die elk vanuit hun expertise in staat zijn om een vraag te beantwoorden. Deze experts kun je net als op Twitter followen. Ook kun je onderwerpen volgen. Maar hoe speciaal is Quora eigenlijk, afgezien van het feit dat het vooralsnog alleen op uitnodiging toegankelijk is? Nog vóór de lancering in juni 2009 was er in Nederland bijvoorbeeld al een vergelijkbaar initiatief opgestart: GoeieVraag.nl.
Quora, onder meer opgericht door voormalig Facebook-CTO Adam D’Angelo, kreeg desalniettemin al medio 2010 een waarde toegedicht van 63 miljoen euro. Opmerkelijk hoog gezien het feit dat Quora zelfs anno 2011 maar rond de 150.000 unieke bezoekers per maand ontvangt. Elke bezoeker zou dus 420 euro opleveren. Duidelijk veel te veel voor een site die nog niet eens publiekelijk gelanceerd is, laat staan al nadenkt over eventuele premium diensten en advertentiemodellen.
In tegenstelling tot Quora zweeft er rond de nog jonge fotodienst Instagram veel meer een zweem van succes. Instagram, een gratis iPhone-applicatie waarmee je een filtertje over je foto kunt leggen en deze vervolgens via je sociale netwerken kunt verspreiden, behaalde in minder dan drie maanden tijd een miljoen gebruikers binnen: een aantal dat inmiddels al oploopt naar de 1,5 miljoen. Vooral in Brazilië zou de dienst razend populair zijn. Reden voor, misschien niet verrassend, TechCrunch, om een waardering van bijna 15 miljoen euro aan het bedrijf te verbinden.
Net als fotodienst Flickr kun je vrienden worden van een gebruiker. Die sociale eigenschap zorgt ervoor dat bedrijven de applicatie ook aantrekkelijk vinden. Levi’s Brazil toont er zijn nieuwste collectie, terwijl NH Hotels vraagt aan gebruikers om een foto met de app te maken, waarin ze de ‘start’ van iets vastleggen. Als je de foto deelt met #WakeUpPics via Twitter, maak je kans op prijzen.
Allemaal leuk en aardig, toch verdienen de makers van Instagram daar dus niets aan. En ook een ander verdienmodel, met advertenties, lijkt niet veel kans van slagen te hebben. Ondanks het grote aantal gebruikers verdient Flickr-eigenaar Yahoo! op deze wijze bijvoorbeeld geen cent, terwijl Instagram als iPhone-app bovendien ook nog reclame binnen de kaders van de AppStore moet zien te regelen. Het optimisme blijft echter daar: het bedrijf uit Silicon Valley haalde recentelijk 5,5 miljoen euro aan investeringsgeld op.
Layar
Het Nederlandse Layar is al langere tijd een belofte. Ontstaan medio 2009 vanuit SPRX Mobile, behaalde het bedrijf van Claire Boonstra, Raimo van der Klein en Maarten Lens-Fitzgerald veel internationale aandacht door het introduceren van augmented reality. Augmented reality combineert camerabeelden en locatiegegevens van mobiele telefoons met informatie van internet. Via GPS-data wordt bepaald waar iemand is en vervolgens verschijnt er op het scherm relevante informatie. Een bekende praktijktoepassing van de gratis Layar-app is het plaatselijke huizenaanbod van Funda door de cameralens van je mobieltje bekijken.
De drie ondernemers hebben zich de voorbije jaren volledig gestort op het uitbreiden van het aantal augmented reality-toepassingen die op Layar te draaien is. Daarnaast introduceerden ze 3D augmented reality, stelden ze hun technologie beschikbaar aan andere developers, kwamen ze met een augmented reality-zoekmachine en maakten ze kortgeleden het embedden van augmented reality mogelijk. Inmiddels hebben meer dan een miljoen mensen de app in hun bezit.
Omdat de app gratis is, heeft Layar echter een ander verdienmodel nodig. Tot nog toe is die er niet. Intussen verschijnen er negatieve rapportages als die van onderzoeksbureau Gartner, die in Hype Cycle Report 2010 stelt dat augmented reality ‘is about to peak and crash’. Twijfel is er bovendien of Layar wel echt veel gebruikt wordt, nadat mensen de app hebben gedownload.
Toch kan ook Layar op steun rekenen: afgelopen maand haalde de startup een investering binnen van 10 miljoen euro, afkomstig van het investeringsfonds van chipfabrikant Intel. Met het geld wil het bedrijf nu wereldwijd doorstoten, zo gaf het aan. En ditmaal staan er in Nederlandse media optimistische prognoses: de waarde van het bedrijf wordt op ‘tientallen miljoenen euro’s’ geraamd. Dat is dus minstens een tientje per gebruiker. Maar waar dat geld vandaan moet komen….
Tumblr
In de schaduw van Twitter is er nog een andere microblogdienst, waar het mogelijk is om teksten, afbeeldingen, quotes, video´s, links en audio te delen via een eigen profiel. Het in 2007 opgerichte Tumblr is tegelijkertijd ook voer voor diegenen die menen dat er ook in 2011 sprake is van een internetbubble.
Mocht Google Twitter niet kunnen kopen, dan zou het volgens Amerikaanse media Tumblr een goed alternatief vinden. De site, opgericht door David Karp, krijgt dagelijks ruim twee miljoen posts toegevoegd, terwijl er 15.000 nieuwe gebruikers elke dag bij zouden komen. Dat de site gewild is en succes wordt toegedicht, bleek eind vorig jaar toen Tumblr zo´n 22 miljoen euro bij investeerders wist op te halen. In 2008 en 2009 wist het respectievelijk 2,5 miljoen en 3 miljoen euro binnen te halen.
Volgens de bekende Amerikaanse techsite AllThingsD bedraagt de waarde van Tumblr inmiddels een miljard euro. Wederom een enorm getal, zeker als je je bedenkt dat grote broer Twitter nog niet eens winst maakt. En ook in het geval van Tumblr bestaat het verdienmodel nog niet, ondanks een reeks uitprobeersels van Karp in het verleden. Maar wanneer Google geïnteresseerd is in een site, zul je Schmidt er niet negatief over horen uitweiden.
