Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Red Hot Chili Peppers als klant

Jan Koster speelde als drummer van rockband Sleeze Beez honderden concerten in de VS en Japan en verkocht er miljoenen platen. Nu is hij uitvinder en producent van DrumPlates. Mega-acts als Red Hot Chili Peppers zijn klant.

“Ik kwam thuis en was totaal wereldvreemd. De eerste vier maanden had ik niets in huis. Het duurde even voor ik bedacht dat je ook zelf een broodje kunt smeren.”

  

Jan Koster, drummer van glamrockband Sleeze Beez, viel in een zwart gat toen zijn band in 1996 uit elkaar ging. Vanaf 1989 had hij het leven van een rockster geleefd. In Nederland boekte Sleeze Beez bescheiden succes – “alleen boerenlullen luisterden naar metal” – maar in de VS en Japan verkocht de band miljoenen platen. De donkere periode duurde een jaar, nu is Koster uitvinder en producent van DrumPlates – een fixatiesysteem voor drums.

 

Internationaal patent

Iedere slagwerker tobt met schuivende drums, weet Koster. Veel van hen lossen dat op met een oud tapijt en rol stagetape. DrumPlates, een vinding met internationaal patent, is het eerste product dat speciaal ontwikkeld is om het glijden van drumstellen te voorkomen. De muziekindustrie staat in de rij. Bands als Red Hot Chili Peppers, Led Zeppelin en de Kaiser Chiefs zijn klant.

 

In 2002 ziet Koster het uitladen van een drumstel met lede ogen aan. “Ik stond backstage en zag de roadies langslopen met een 14.000 euro kostend drumstel, gevolgd door de drumtechnicus met zo’n smerig stinkend tapijt vol gaten. Dat moest anders!” Hij bedenkt DrumPlates en werkt in zijn schuur aan een eerste prototype – een plastic onderplaat waarop blokjes bevestigd worden met klittenband. Dat laat hij testen door Bart Nederhand – drummer van Peter Pan Speedrock. “Ik zei: ‘gooi ermee, smijt er bier overheen, doe ermee wat je wilt.'” De test is een succes. Koster laat een nieuwheidsonderzoek uitvoeren, er is niets dat op zijn vinding lijkt, en vraagt internationaal patent aan. Nu is Koster monopolist op het gebied van ‘positioneringssystemen voor het tijdelijk of permanent vastzetten van muziekinstrumenten’. Zijn vader financiert de patentaanvraag. “Ik heb goed verdiend in mijn tijd bij Sleeze Beez, maar dat is geheel in traditie opgegaan. Nu heb ik een stapel A4-tjes met wat stempels van het patentbureau en dat kost dan een ton. Om gek van te worden.”

 

Red Hot Chili Peppers

Tussen 2002 en eind 2003 werkt hij aan het verfijnen van zijn vinding en maakt daarbij handig gebruik van muziekvrienden uit het verleden. Zo staat Koster in 2004 op het Lowlandsfestival. Zes bands spelen op DrumPlates en worden direct klant. Succes dreigt. Koster zoekt twee partners voor de productie en sales. Die samenwerking loopt uit op een teleurstelling. “Ik was de enige die iets deed. Het heeft een jaar gekost en niets opgeleverd. Eind 2005 zat ik weer thuis in de schuur.”

Ondertussen groeit de afzet gestaag. Sponsoring, adverteren, het is allemaal niet nodig. Het product verkoopt zichzelf. “Waarom zou ik adverteren als er bands zijn die mijn product over de hele wereld promoten?” In 2007 wordt Chad Smith, drummer van de Red Hot Chili Peppers, klant. Koster ontmoet hem op een Nederlands festival. “We spraken af dat ik na zijn concert de DrumPlates zou laten zien. Halverwege het optreden gaat zijn set glijden. Hij trapt de drumkit van het podium en loopt recht op mij af en roept: “We need to talk, now!”” (zie: YouTube) Het is het begin van een innige samenwerking. “Chad is echt een ambassadeur voor ons. Iedere grote act waarmee hij het podium deelt, belt ons op.” Dit jaar wordt de toeloop te groot. DrumPlates maakt internationaal naam, Koster groeit uit zijn schuur en een investeerder springt voor enkele tonnen bij. Ondertussen houden de grote drummerken de ondernemer nauwlettend in de gaten. Nu al – de onderneming is koud een jaar de markt aan het veroveren – hangt een overname in de lucht. “Er zitten er drie op het hek. Ik kan me voorstellen dat ik over drie à vier jaar opnieuw een grote stap moet maken, òf verkoop òf een partnerschap met een groot drummerk.”

 

Major player

De Nederlandse markt en de online bestellingen worden door Koster en zijn team afgehandeld. “Van Bermuda tot Rio de Janeiro. Daar zitten ook drummers”, merkt hij droogjes op. Voor de Duitse, Oostenrijkse en Britse markt maakt hij gebruik van licentiehouders. “De marges zijn kleiner, maar de aantallen maken dat weer goed.”  De VS, Canada, Australië en Scandinavië zijn het volgende doel. Hoewel zijn onderneming goed loopt, heeft Koster maar één droom: “Ik wil een major player in de drumbusiness zijn. Over vijf jaar zijn we de norm. Ik verklaar de oorlog aan het tapijtje.”

 

Inmiddels werkt Koster aan nieuwe vindingen. Die zijn even sluw, maar ook simpel, als de DrumPlate. “Overal bedenken roadies handige oplossingen om hun werk eenvoudiger te maken, maar doen daar niets mee.” Recent lanceerde hij de Wetspot – een flessenhouder voor op het podium. De eerste driehonderd stuks geeft hij weg aan bevriende bands. Drie maanden later staat de verkoopteller op zesduizend. “Jay-Z bestelde er 55, de Foo Fighters veertig.” Ook op deze vinding loopt een patentaanvraag. Binnenkort lanceert Koster een praktische houder voor drumsleutels. “Daar lopen drummers altijd zo naar te graaien.” De ontwikkeling van een toolkit voor roadies is inmiddels ver gevorderd.

 

Over zijn overstap van rockster naar ondernemer zegt Koster: “Ik heb moeite met op vijftien plekken gelijk te zijn, niet met het ondernemerschap.”