Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Projectcampus laat studenten samenwerken

Het leren en werken in groepen kan op universiteiten en hogescholen veel effectiever, overzichtelijker en aantrekkelijker. Dat is de missie van Projectcampus, de startup die vorige maand live ging met zijn onderwijsplatform. Flip van Haaren legt uit.

Wat is Projectcampus?

Een online leeromgeving. Daarvan kennen we er al een heleboel, maar Projectcampus is erop gericht het samenwerken, leren en communiceren binnen groepsonderwijs effectiever en leuker te maken. Van Haaren kwam op het idee toen hij zelf aan het afstuderen was en daarvoor onderzoek deed naar interactie binnen de universiteit. ‘Het viel me op dat op de TU veel projecten worden uitgevoerd zonder een helder overzicht van het totaal. En er wordt, net als binnen bedrijven, veel te veel gemaild. Ik vond dat er een online ontmoetingsplek moest komen waarbij je precies kan zien welke studenten met wat voor projecten bezig zijn.’ Daarvoor worden bijna vanzelfsprekend social mediatrucs ingezet, waardoor je bijvoorbeeld kunt zien welke projecten andere studenten bezig zijn. Via aparte pagina’s voor vakken en projectgroepen kunnen gebruikers gemakkelijk en privacy-vriendelijk informatie en kennis met elkaar delen, opdrachten inleveren en feedback geven. De studenten bouwen bovendien automatisch een portfolio op: kennis die opgedaan wordt verdwijnt dus niet meer in de archiefkast, maar draagt bij aan een online kennisnetwerk op de campus.

Wie zitten achter het onderwijsplatform?

Drie voormalige studenten van de TU Delft: Flip van Haaren (28, Industrieel Ontwerp), Raymond Jelierse (29, Industrieel Ontwerp) en Elger Lambert (29, Informatica). Van Haaren bouwde het prototype van het platform tijdens zijn zomervakantie. ‘Die eerste versie hing van plakband aan elkaar. Maar ik ben het daarna goed gaan bouwen op basis van open source en de TU wilde er zelfs voor betalen. Zo werd Projectcampus ineens een bedrijf.’ Zijn twee compagnons zijn er vorig jaar bijgekomen. ‘Het mooie van Raymond, onze CTO, is dat hij zes jaar lang bij de TU verantwoordelijk is geweest voor de ondersteuning van Blackboard, het bestaande platform dat in Nederland marktleider is. Hij kende dus de uitdagingen en problemen.’ Inmiddels werken in Rotterdam zes man aan Projectcampus – een eerste salesmanager is zojuist aangenomen.

Waar zit de markt voor Projectcampus?

‘Bij universiteiten en scholen die veel projectmatig werken, dus met name op technisch en creatief vlak onderwijs verzorgen. Wij richten ons op docenten die zich al langer ergeren aan de bestaande systemen en zelf aan de slag zijn gegaan. Er zijn ook instellingen die zelf iets willen laten bouwen en ontdekken dat dat nogal een klus is. Nu is Blackboard de dominante aanbieder van een leerplatform, maar die draait al 15 jaar  mee en kiest een traditionele insteek: de docent geeft informatie, de student haalt die op en is snel weer weg. Tegenwoordig is er veel meer mogelijk met sociale tools. In plaats van de twee minuten op BlackBoard en de rest van de dag op Facebook, willen wij studenten iets langer een omgeving bieden die voor student en docent makkelijk en motiverend werkt. Natuurlijk claimt onze concurrent elke functionaliteit die je op internet kunt vinden, maar in de praktijk valt dat tegen. Op onze beurt kunnen wij ook nog niet de bestaande systemen compleet vervangen op grote instellingen. We zijn een aanvulling, maar daarom ook goedkoper.’

Wat is het verdienmodel?

‘De scholen betalen per student per jaar, en dat bedrag word lager naarmate meer studenten zijn aangesloten. Voor de implementatie vragen we ook een fee, net als voor eventuele aanpassingen op maat. We draaien op dit moment een paar pilots, waarvoor ook wordt betaald. Daar komt nog niet voldoende uit om alle rekeningen te betalen, maar eind dit jaar hopen we break even te draaien.’

Hoe ver is de startup?

‘We hebben meegedaan aan het Launchlab van Yes!Delft, dat ons nog coacht. Afgelopen september zijn we in private beta gegaan, met klanten als de TU Delft, de Haagse Hogeschool, Universiteit Leiden en commerciële opleiders die pilots draaien. Wat het product betreft zijn de belangrijkste kinderziektes er wel uit: het is stabiel, de basis staat en de sociale leeromgeving is er. Nu kijken we of we extra functies als chat en het bijhouden en analyseren van competenties kunnen toevoegen. Sinds april zijn we echt gelanceerd. Inmiddels hebben we 3000 a 4000 gebruikers bij tien klanten. Nu zijn het spannende tijden: onze klanten moeten voor de zomervakantie bekijken of ze de pilots omzetten in een contract. Bovendien willen we  nieuwe klanten binnenhalen, om een track record op te bouwen. In Nederland staan maar 14 universiteiten, dus dit moet snel internationaal worden. Tweetalig is Projectcampus al, de sales doen we voorlopig zelf, ook om feedback van klanten te krijgen over wat ze willen.’

Nog geld nodig?

Het eerste jaar heeft Van Haaren Projectcampus gefinancierd met eigen geld, daarna stapten de twee compagnons in en verstrekte de vader van Van Haaren een lening. ‘We willen nu al op zoek naar een investeerder, zodat we eind 2014, begin 2015 met nieuw kapitaal verder kunnen. Dat zal een informal worden, liefst een met ervaring en affiniteit met het onderwijs of de onderwijsmarkt. Je snapt dat we binnenkort naar een alumni-event van de TU gaan.’

Bekijk hier de demovideo van Projectcampus:


Dit vindt Pieter Welten (Prime Ventures) van Projectcampus

‘Persoonlijk heb ik als student nooit problemen gehad met de online voorzieningen binnen de Universiteit van Utrecht, maar misschien is dat tegenwoordig anders,’ zegt Pieter Welten van investeerder Prime Ventures. Het wordt nog een uitdaging voor Projectcampus om te bewijzen dat ze een ‘need to have’-product leveren.

De markt voor ‘onderwijs enterprise software’ lijkt me zeer gefragmenteerd en competitief. Dat geeft Projectcampus zelf ook toe. Er bestaan open source-oplossingen zoals het Sakai Project, die vaak een goed alternatief bieden. Startups proberen zich te onderscheiden door zich te richten op bepaalde aspecten en services, duidelijk (genoeg) zijn ze niet. Ik verwacht dan ook dat de concurrentie zal toenemen totdat er een paar duidelijke winnaars zijn.

Aangezien universiteiten en (hoge)scholen vaak neigen te kiezen voor producten die zich al hebben bewezen en een lange tijd mee kunnen gaan vanwege de aanschafkosten wordt het salesverhaal een uitdaging voor Projectcampus. Het zal zich duidelijk moeten kunnen onderscheiden en een aantal vaste en betalende klanten moeten krijgen. Als dat snel lukt, zie ik kansen. Een voordeel zou kunnen zijn dat ze zich op een niche storten: ‘course management’, terwijl veel spelers zich eerder positioneren als generieke ‘learning systems’.

Een gevaar schuilt erin dat Projectcampus teveel tegelijk wil doen. Dat terwijl een opvallend kenmerk van succesvolle ‘management apps’ is dat ze een gelimiteerd aantal functies bieden. Dat voorkomt complexiteit, gebruikers nemen tegenwoordig maar weinig tijd om iets onder de knie te krijgen. Toch zie ik bij Projectcampus een lange lijst aan ‘features’. Ze willen een omgeving creëren waar studenten zich langer dan 2 minuten kunnen vermaken (willen ze dat zelf echt wel?). Ik zou ze in ieder geval adviseren zich te richten op ‘simplicity’: Less is more!

Verder zegt Projectcampus geen bestaande systemen compleet te vervangen. Maar als een universiteit al een goed functionerend platform heeft, waarom zullen ze die dan gaan aanvullen met dit onderwijsplatform en extra kosten maken? Ik zou daarnaast ook goed over het business model nadenken. Op dit moment lijkt het me erg onduidelijk voor een universiteit wat de daadwerkelijke jaarlijkse kosten zijn aangezien die afhangen van het aantal studenten, een implementatie fee en eventuele aanpassingen die moeten worden gedaan. Instellingen zoals universiteiten willen transparantie.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Tenslotte, de Nederlandse markt is klein met maar 14 universiteiten en 24 hoge scholen. Echter, de Nederlandse markt is groot genoeg om een track record op te bouwen. Management moet zich daar dan ook op gaan richten en voor dat plan extra kapitaal aantrekken. Met dat geld kunnen ze dan ook het product optimaliseren voordat ze over de grenzen gaan kijken. Ik heb het gevoel dat de mensen achter Projectcampus dit allemaal wel begrijpen en zoals we allemaal weten zijn ‘people a company’s most valuable asset’.


Pieter Welten is associate bij Prime Ventures, dat investeert in Europese technologiebedrijven. In zijn portfolio heeft het onder meer: Thuisbezorgd, Mendix en Layar.