Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Wageningse startup ontdekt vleesvervanger

De Wageningse startup Ojah stuitte bij toeval op een nieuwe vleesvervanger. Ze hebben principes uit de polymeren-industrie vertaald naar plantaardige eiwitten. ‘Verhip, het lijkt wel kip!’

Steek uw virtuele hand op als u vindt dat vlees een essentieel onderdeel van het avondeten is. En steek ook uw virtuele hand op als u vindt dat het huidige aanbod vleesvervangers niet kan tippen aan, bijvoorbeeld, een lekker stukje biefstuk. U bent niet de enige: de Nederlandse markt voor vlees omvat 4 miljard euro, terwijl vleesvervangers op ongeveer 70 miljoen euro blijft steken.

De markt voor vleesvervangers is wel groeiende, sinds 2003 is de omzet verdubbeld, aldus het vakblad Voedingsmiddelentechnologie. Het Wageningse bedrijf Ojah, dat in 2009 is opgericht door Frank Giezen, Wouter Jansen en Jeroen Willemsen, springt hier op in met een nieuw soort vleesvervanger op basis van plantaardige eiwitten. De naam? Beeter, dat volgens de makers meer structuur heeft dan bestaande alternatieven voor vlees. (Op bovenstaande foto zie je een toepassing van het product.)

Cateraars en restaurants

Beeter is bedoeld als ingrediënt waar andere partijen een eindproduct van kunnen maken. Willemsen: “De huidige vleesvervangers zijn korrelig en brokkelig. Je kunt ze niet stoven, in een saus gebruiken of er jus van maken. Met ons product kan dat wel, daardoor bieden we anderen de mogelijkheid om het zo breed mogelijk toe te passen.”

Een kok en een culinair journalist hebben het product al getest voor het televisieprogramma EditieNL en waren positief verrast. Op dit moment is Beeter op kleine schaal in de markt gezet bij devegetarischeslager.nl en het Belgische Vegabites. In september opent het bedrijf een eigen productiefaciliteit in het Gelderse Ochten, met een initiële capaciteit van 600 tot 1000 ton op jaarbasis. Ojah gaat dan allereerst leveren aan leveranciers van groothandels en het out-of-home kanaal, zodat het product terecht komt bij cateraars en restaurants.

Polymeren-principes

De eerste deals zijn in ieder geval al gesloten, zegt het bedrijf. Alhoewel de vleesvervanger bedoeld is als ingredient, zal het EetBeeter-icoon altijd zichtbaar zijn, zegt Willemsen. “Als kwaliteitszegel, maar ook om de afnemers te helpen transparantie te bieden tegenover de kritische consument. Op onze website willen wij laten zien wie we zijn, waar het product gemaakt wordt en hoe wij denken over thema’s als gezondheid en duurzaamheid.”

Het drietal achter Ojah ontdekte de nieuwe vleesvervanger in 2006, eigenlijk bij toeval. “We waren niet op zoek naar een vleesvervanger, of een product met de structuur van vlees”, zegt Willemsen. “We komen uit een onderzoeksomgeving, het kwam meer voort uit nieuwsgierigheid. We wilden kijken hoe we plantaardige eiwitten konden behandelen, zonder dat het eindresultaat pap werd. Zodat het dus een structuur kreeg. Daarvoor hebben we principes uit de polymeren-industrie vertaald naar plantaardige eiwitten. Toen we het product proefden, zeiden we tegen elkaar: ‘Verhip, het lijkt wel kip!’ We wisten meteen dat we een mooi product in handen hadden.”

Financiering

Een mooi product is niet meteen een lekker product, of een op grote schaal te produceren product. Dus werkte het drietal de eerste jaren aan de doorontwikkeling van Beeter. Willemsen: “Het moest kwalitatief beter, daarnaast stonden we voor een technologische en operationele uitdaging. Voor het in een laboratorium ontwikkelde product moest een industrieel productieproces worden bedacht.”

Tegenover financiers, die begin dit jaar 1,4 miljoen euro toezegden, moest Ojah bewijzen dat ze Beeter op grote schaal konden produceren. Willemsen: “Financiering krijgen was het moeilijkste aspect voor ons. We moesten laten zien wat we kunnen en dat we een goed team zijn.” In 2010 produceerde het bedrijf daarom 30 ton Beeter voor onder meer de vegetarische slager, op een locatie van derden waar het bedrijf tijdelijk terecht kon. De financiers waren tevreden (en kregen een minderheidsaandeel in ruil voor hun bijdrage).

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Drempel verlagen

Op dit moment maakt Ojah het product met soja die niet genetisch is gemanipuleerd en ook niet voor ontbossing heeft gezorgd, het bedrijf wil echter zo snel mogelijk van dichterbij grondstoffen betrekken. Verschillende andere soorten eiwitbronnen worden op dit moment onderzocht, waaronder algen, aardappelen en mais. Willemsen: “In 2012 willen we producten op basis van deze andere grondstoffen introduceren.”

Ondertussen probeert Ojah hun nieuwe vleesvervanger op de kaart te zetten. Bijvoorbeeld met speciale sessies voor koks, waarbij wordt uitgelegd wat zij met het product kunnen doen en de koks advies kunnen geven over verdere verbeteringen. “Zo proberen we ruchtbaarheid te geven aan het product, en het op een goede manier aan onze afnemers aan te kunnen leveren”, zegt Willemsen. “Onze grootste doelgroep zijn de mensen die willen minderen met het eten van vlees. We hopen voor deze groep de drempel te verlagen om over te stappen van elke dag vlees, naar zo nu en dan een net zo lekker alternatief.”