Geen producten in de winkelwagen.
Laat heeft Bas Welling het niet gemaakt, de avond dat hij de Studenten Ondernemers Prijs (StuOp) in ontvangst mocht nemen. De overige genomineerden hebben tot een uur of vier aan het bier gezeten, maar Welling ging vroeg naar bed. Drukke draaidag de voldende dag.
“Ik heb zo’n 100 felicitatie-sms-jes ontvangen. Dat is best wel veel.” Behalve vrienden kreeg ook de media lucht van zijn zege. Onder andere de Wereldomroep, het Parool en de Pers klopten al aan. Dat is ook Wellings opdrachtgevers niet ontgaan. “Ik ben al door een aantal van hen verbaasd opgebeld. Ze wisten helemaal niet dat ik nog studeerde.”
Prijs
De student-ondernemer Welling, producent en mede-eigenaar van Wefilm, won 5.000 euro, plus 25 consultancy-uren van KPMG. Geen gigantisch bedrag, maar dat was ook niet de reden voor van Welling om deel te nemen: “Ik zie het meer als een persoonlijke prijs. Ik ga het geld dan ook waarschijnlijk privé inzetten. Daarnaast zijn we bezig met een nieuwe website en eventueel een viral voor onszelf, dus daar stop ik misschien ook nog wat prijzengeld in.”
De uren van KPMG gebruikt hij voor accountantsdiensten “zodat ik bespaar op mijn eigen accountantkosten. Anderzijds wil ik samen met KPMG verder werken aan onze strategie en toekomstvisie.”
Strategie
In dat proces heeft Welling, die samen met zijn broer Roel in 2001 productiebedrijf Wefilm oprichtte, al flinke stappen gezet. “We hebben enige tijd geleden een plan opgesteld waar wij over drie jaar willen staan met Wefilm. Daarvoor hebben we samen met een bedrijfsstrateeg de markt onderzocht, in kaart gebracht wat de concurrentie doet en waar onze kansen liggen.” Hij vermoed dat dat hetgeen is dat de jury van de StuOp ervan overtuigde dat ze voor hem moesten kiezen: “Ik had verwacht dat ofwel Patrique Zaman ofwel Joost Mengerink de hoofdprijs zou krijgen. Zij hebben echt een gat in de markt gevonden, dat bovendien ook nog een maatschappelijk nut heeft. Wij zijn niet uniek, zij wel.”
Toch is ook de onderneming van Wellink geen standaardbedrijf: “Toen we begonnen maakten we veel commercials. We zagen dat we daar een boterham mee konden verdienen, maar ook dat de markt daarvoor krimpt. We hebben besloten ons volledig op internetfilmpjes te richten. Andere activiteiten voeren we soms nog wel uit, maar we zullen er geen acquisitie meer voor doen.” Overigens merkt hij op dat de behoorlijke omvang – met bijbehorende omzet – die zijn bedrijf inmiddels heeft, ook een aspect is waarmee hij zich onderscheidde van de overige finalisten van de StuOp.
Studeren
Welling begon op zijn 17e, in 2001, met Wefilm. Terwijl zijn broer – die regisseur is bij het bedrijf – logischerwijs naar de filmacademie ging, koos Welling voor Economie. Niet de meest voor de hand liggende keuze. “Ik wilde niet verplicht zijn om van 9 tot 5 op school te zitten, dat zou mijn bedrijf in de weg staan. Op de Filmacademie moet dat wel, daarom koos ik voor een universitaire opleiding.”
Helemaal zaligmakend bleek die keuze echter niet. “Het wordt je als ondernemende student niet altijd gemakkelijk gemaakt. Je verwacht van een universitaire studie dat je heel vrij bent in het plannen van je tijd. Maar de universiteit werkt tegen. Officieel geldt er geen aanwezigheidsplicht. Maar sommige vakken hadden dat tóch. Kwam je niet, dan kreeg je een 1 of was het vak verder niet meer te volgen. Dat werkte wel belemmerend.” Ook het feit dat je je studiefinanciering moet terugbetalen wanneer je meer dan 13.000 euro in een jaar bijverdiend, werkt volgens hem belemmerend. “Als je ver over dat bedrag komt is het niet zo’n probleem, maar wanneer je er net boven zit werkt het erg demotiverend.”
Desondanks heeft hij geen spijt van de combinatie ondernemen en studeren, “Ik heb het idee dat ik nu beter af ben. Produceren heb ik geleerd door het jarenlang te doen. Weliswaar lukte daarom niet altijd alles meteen, maar ik heb er wel een studie voor teruggekregen waardoor ik slimmer ben geworden, goed hoofd- en bijzaken van elkaar weet te onderscheiden en prioriteiten weet te stellen. Dat zijn eigenschappen die een producent goed van pas komen.”
