Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Sharing economy breekt door

Consumenten zijn dol op de sharing economy. Ruim twee derde ziet het wel zitten om eigendommen te verhuren aan anderen, blijkt uit een studie van Nielsen.

Jazeker: 68 procent van de 30.000 consumenten die Nielsen in 60 landen heeft ondervraagd, hechten niet zo erg aan hun spullen, dat ze deze niet willen delen met anderen – liefst voor geld natuurlijk. En ongeveer evenveel mensen zou ook wel zaken van anderen willen lenen of huren. Airbnb, Snappcar of Peerby

Economische revolutie

Consumenten die bezittingen omzetten in een inkomstenbron door ze te delen, zullen dit jaar volgens Nielsen zo samen 3,5 miljard dollar verdienen. Die share economy of collaborative consumption begint een economische revolutie met impact te worden, concludeert Nielsens John Burbank in een toelichting. ‘Er is nu een gewenning ontstaan aan het delen via internet, die we een paar jaar geleden voor onmogelijk hadden gehouden.’

Chinezen delen het liefst

Elektronische gadgets, gereedschap, keukenspullen, auto’s, meubels en zelfs huisdieren: we willen alles delen. Nielsen rekent ook diensten – taalles of babysitten – tot de deeleconomie. Opmerkelijk genoeg lijken respondenten in Azië, Latijns-Amerika en Afrika veel deelzamer dan de Amerikanen en Europeanen: bij ons is net de helft toe aan uitlenen of van anderen gebruiken, in Azië ligt dat rond de 80 procent. China is met 94 procent een topper, maar misschien zijn doorsnee Chinezen wel gewend aan een leven waarin ze veel (moeten) delen. 

Vertrouwen

Niet geheel verrassend: snel vertrouwen opbouwen tussen de lenende partijen, die vaak onbekenden voor elkaar zijn, is een must voor het slagen van een deelcommunitie, tekent Burbank aan. ‘Maar dat geld in toenemende mate voor elk ander businessmodel. Consumenten zijn gelukkig niet zuinig met het geven van uitgesproken feedback op elkaar via internet.’