Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

Webmixen in LA

Het Nederlandse internetbedrijf Symbaloo.com staat op het punt de Amerikaanse markt te veroveren. Ceo Klaas Lameijer emigreerde naar Silicon Valley, waar hij zich liet adviseren door ‘de masters van het internet', maar ook door zestienjarige experts. Over inburgeren, discipline en ongepaste Nederlandse directheid.

 

Zonder auto ben je in Los Angeles verloren. Mét auto trouwens ook, want al heb je die Dodge onder je kont, het verkeer is chaotisch druk. Een bezoek aan de Amerikaanse vestiging van Symbaloo, in het zuiden van de stad, betekent vanuit de filmwijk Hollywood uren in de file rijden. Zonder GPS onvindbaar, want de ‘LA citymap’ slaat de detailkaart van wijk Costa Mesa over.

 

Het Nederlandse internetbedrijf Symbaloo zit op het bedrijventerrein aan de Red Hill Avenue en blijkt wonder boven wonder een oase van rust. De ruime parkeerplaats is nagenoeg leeg, wat rond de klok van half vijf `s middags hoogst opmerkelijk is. Hardwerkend Amerika vertrekt meestal niet vóór zevenen van kantoor. Er staan groene bomen en romantische gebouwen vol ruitjesramen. Het bedrijvencomplex zou zo op het Engelse platteland kunnen staan. Maar dit is LA, waar velen dromen en een enkeling streeft. Symbaloo streefde en zo geschiedde. Aan het begin van de zomer verhuisde Ceo Klaas Lameijer met vrouw en drie kinderen naar de west coast. Doel: Amerika veroveren met zijn webmix-concept.

 

Vergaderen in hotels
Het bedrijf van de Nederlandse pionier zit op de eerste verdieping. Naast de deur heeft het aangrenzende bedrijf stickers tégen Obama’s sociale health care plan geplakt. Klaas reageert met een grijns: “Deze LA-ondernemers zijn van mening dat iedere Amerikaan voor zichzelf moet zorgen. Ze vinden het belachelijk om ook voor anderen te moeten betalen. Dat is de mentaliteit hier.”

 

Het hoofdkwartier van Symbaloo is geen Hollywoodkantoor met internationale allure en prototype blond LA-meisje als secretaresse (‘Eigenlijk ben ik actrice, hoor’). De dutchies werken in één airconditioned kamer met nauwelijks kantoorspullen, drie bureaus en een zespersoons vergadertafel. En dat terwijl ze helemaal geen vaste plek wilden. Klaas Lameijer: “Nee, wat moet een internetbedrijf nou met een ouderwets kantoor? Leek mij heerlijk, geen vaste plek, in alle vrijheid werken vanuit huis en vergaderen in hotels. Dat laatste ben ik gaan uitzoeken, maar bleek hartstikke duur. Een kantoor huren was veel goedkoper.”


Twee Amerikaanse jongeren, meisje en jongen, zitten weggedoken achter hun laptop. Aan het achterste bureau zit de tweede Nederlander op honk: Sander Vessies (27), business developer, in LA de Nederlandse rechterhand van Klaas. Met Skype-headset op, in volle concentratie achter zijn laptop. Sander blijft maar drie maanden vanwege de strenge Amerikaanse visumwetgeving.

 

Eerlijk delen
Lameijer heeft een enthousiasmerende manier van spreken. Hij gelooft in onomkeerbaar Amerikaans succes. Symbaloo is in Nederland begonnen met een startpagina die je kunt personaliseren en visueel maken. “Dat betekent dat je door middel van visuele links je eigen inrichting van je desktop kunt maken. Eenvoudig voorbeeld: ik ga elke dag naar Telegraaf.nl. In plaats van elke dag ‘telegraaf.nl’ in te typen, maak ik nu eenmalig een link aan met een logootje van Telegraaf en dan ben ik er voortaan. Een plaatje vertelt veel meer dan duizend woorden.”


Je online leven op één pagina door middel van logo’s. Het idee sloeg in Nederland enorm aan. Vooral het sharen van bepaalde pagina’s. “Dat is natuurlijk ook de behoefte van internet, iets willen delen, gemeenschappelijkheid. Jij zet bijvoorbeeld alle links van radiostations op een pagina. Zo`n pagina kun je delen met anderen. In het Engels noemen we het ‘your visual way to organise and share your online life and discover that of others’. Mensen stellen hun kennis van het vinden van de beste plekken op het internet beschikbaar aan iedereen. Wij noemen het een webmix.”


Een pagina waar alles over een bepaald onderwerp visueel op staat dus. Dat kan Ajax zijn, over de club, alle spelers, kaartverkoop, laatste nieuws, fanclubs. Met Symbaloo ben je zo in één keer helemaal geïnformeerd over Ajax in plaats van alleen maar over ‘Ajax.nl’. “De door ons gecreëerde webmixen kunnen echt over alles gaan: tassen, sigaren, nieuws, shopping, muziekfestivals, Michael Jordan, David Beckham, health pagina’s over alle soorten ziektes. Je kunt kiezen tussen een gepersonaliseerde pagina en een door ons samengestelde webmix.”

 

Het gáát lukken
Het webmixconcept moeten we groot maken, dachten de Symbaloo-heren. Maar niet in Nederland. Lameijer: “Gaat het straks geweldig, dan zeggen ze in de States: bedankt, goed idee, dat gaan wij ook doen. Behalve marktvoorsprong, marktkennis en content van webmixen, hebben we dan weinig bescherming.” Hij is ervan overtuigd dat het nieuwe concept goed aansluit bij de Amerikaanse markt. “Amerikanen houden van efficiency en gebruikersgemak. Je haalt hier voorgeschreven medicijnen bij een drive-in loket. In Nederland hadden we vanuit het niets ineens 250.000 gebruikers, dat is aanzienlijk voor een nieuwe startpagina. Daarvan zijn 160.000 Nederlands. Eén procent van alle Nederlanders maakt dus gebruik van ons concept. Amerika heeft driehonderd miljoen inwoners, dat zou op drie miljoen gebruikers komen. Simpele som; of het waar is, zullen we zien. Hoe dan ook; het gáát lukken.”

 
Lameijer heeft inmiddels een nieuwe versie ontwikkeld; beter, simpeler, gebruiksvriendelijker. Helemaal op het sharen gericht, met betere zoekfuncties om content te vinden en veel meer webmixen als content. “We hebben nu meer mogelijkheden om mensen te verleiden. Bij de nieuwe Symbaloo kun je zoeken: is er al een webmix over dat onderwerp?”


Naast de Amerikaanse consument richt Symbaloo zich ook op het bedrijfsleven, en dan met name het MKB. Lameijer: “Bedrijven kunnen webmixen laten maken voor hun werknemers, waarmee ze allemaal over dezelfde online bronnen beschikken zonder dat ze er zelf naar op zoeken hoeven te gaan. Daarmee wordt veel tijd en geld bespaard. Bovendien kunnen collega’s zo eenvoudig kennis delen doordat ze zelf websites, rss-feeds en widgets kunnen toevoegen aan de bedrijfswebmix.”

 

Desktop taboe
Maar hoe zet je als Nederlander een goed lopend bedrijf in de Amerikaanse markt? Wat is het grootste obstakel? “Het allermoeilijkste is het opbouwen van een netwerk. Waar moet je beginnen in een land waar je niemand kent? Bij het begin dus. Je neemt een bekend communicatiebureau in de arm, die jou moet helpen aan een passend netwerk. Zonder zo’n bureau ben je nergens”, vertelt Lameijer. “In ons geval hebben we veel tijd besteed aan propositie en wordings, zoals dat heet. Welke termen moeten wij wel en niet in onze communicatie gebruiken. Als niet-native Amerikaan weet je dat niet. Woorden als webmix, preset en tile zijn door het bureau aanbevolen.”

 
Het woord webmix is afgeleid van mixtape. Volgens de adviseurs hebben Amerikanen daar een positieve associatie bij. “Vroeger stuurde je een cassettebandje met door jou uitgezochte liedjes aan iemand op wie je verliefd was. Dat doen ze hier in Amerika nog steeds, nu met cd’s of dvd’s, maar het heet nog altijd ‘mixtape’. Het woord ‘webmix’ ligt daar dichtbij, heeft dus een positieve klank”, beschrijft Lameijer. “Een ander voorbeeld is ‘desktop’. Het gebruik van dat woord werd door het bureau afgeraden. Ze denken dan aan een desktopapplicatie als Microsoft Word.”

 

Amerikaanse pers
Lameijer heeft zich ook laten adviseren over het omgaan met de Amerikaanse pers. Zo bloggen de machtige journalisten hier. “De gedrukte media tellen nauwelijks nog mee. Met uitzondering van de New York Times en Wall Street Journal en een paar anderen die een succesvolle combinatie vormen. Maar verder gaat alles vanuit de online media.”

 
Lameijer is net terug van een mediatraining in San Fransisco. De Amerikaanse pro`s hebben hem daar één allesomvattend statement geleerd: geef geen antwoord op een vraag die door een journalist wordt gesteld, maar vertel het verhaal dat je wil vertellen Lameijer vindt dat geestig. “Zoiets zou in Nederland niet kunnen. De journalist zou doorvragen: sorry, u heeft mijn vraag waarschijnlijk niet goed begrepen. En vervolgens de vraag nogmaals stellen. Maar de journalisten in Amerika zijn daar veel te beleefd voor. Van zo’n directe benadering houden ze totaal niet. Amerikanen zullen je nooit corrigeren, dat zien ze als buitengewoon onbeleefd.”

 

Nederlandse luiheid
Sander Vessies is klaar met zijn Skype-gesprek en vertelt over het grote cultuurverschil tussen het kantoorleven in Amerika en Nederland. “Hier wordt aan één stuk doorgewerkt, niet gesproken, alleen heel af en toe een vraag gesteld. Geen social talk, grapje of grolletje tussendoor. Het leven draait in Amerika om werk. In een land waar arbeidscontracten niets waard zijn en mensen doodsbang om hun baan te verliezen, is dat misschien niet zo vreemd.” Maar voor een ‘van nature lui’ persoon, zoals ceo Lameijer zichzelf omschrijft, toch geen reden om zijn werkritme aan te passen. “Wij Nederlanders ervaren die discipline als een soort slavernij. Met ‘genieten van het leven’ houden de Amerikanen zich niet zo bezig.`”

 
Toch heeft Lameijer zijn werktijden wel degelijk veranderd, maar dat komt ook door de communicatie met Nederland, waarbij het tijdsverschil negen uur is. “Ik maak om zes uur de kinderen wakker, om half zeven ga ik met Nederland communiceren tot een uur of half tien. Dan ga ik rustig douchen, koffie halen. Vervolgens ga ik rond een uur of tien, half elf naar de zaak tot een uur of vijf zes. Vanaf middernacht is Nederland weer wakker en ga ik soms nog een paar uur aan de slag.”

 

Inburgeren
Lameijer emigreerde voor the American dream en onderging een complete inburgeringscursus. “Toen ik hier kwam, dacht ik dat iedereen heel makkelijk communiceerde. Veel sneller en beter dan in Nederland. Maar ik was net een Mexicaan die de grens over gevlucht was. Men kent je niet. Je hebt geen krediet. Omdat je in dit land nog nooit iets betaald of geleend hebt, weten ze niet of jij je schuld wel kunt afbetalen. Een lening kreeg ik dus niet”, zegt hij. “Maar ook met kleine dingen merkte ik het. Ging ik voor het gezin mobiele telefoons kopen. Of ik even vijfentwintighonderd dollar borg wilde neertellen, puur omdat ze mij niet kenden en niet wisten of ik mijn rekeningen netjes zou gaan betalen. Alles werkt op die manier. Ik moest opnieuw mijn rijbewijs halen, theorie èn praktijk. Met het starten van een bedrijf heb je precies hetzelfde probleem. Kunt u niet vier maanden vooruitbetalen? Daar ben je gelukkig wel na een paar maanden doorheen. Op een gegeven moment wordt je opgenomen in het Amerikaanse systeem en dan draait het.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

 

Door Iris Hannema