Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Zonder kapitaalinleg van eenmanszaak naar BV

De 'hoge' kapitaalinleg bij het oprichten van een BV is een reden om voor een eenmanszaakje of VOF te kiezen. Een nieuwe wet maakt het mogelijk om alsnog zonder hoge kosten over te stappen en zo belastingbesparingen te realiseren.

 
Even leek het erop dat de nieuwe Flex BV al per 1 juli 2010 zou worden ingevoerd, maar door de val van het kabinet en de verkiezingen wordt dat waarschijnlijk niet voor 1 januari 2011. Dat is jammer, want de nieuwe Flex BV zal veel gemak bieden.
 

Bij oprichting van een BV dien je te beschikken over een gestort minimumkapitaal van 18.000  euro en een bankverklaring – in de praktijk zijn dit hinderpalen. Nadat de Flex BV in werking is getreden, bedraagt het minimum kapitaal één euro. Een bankverklaring zal dan niet langer nodig zijn.

 

IB-onderneming

De storting op je aandelen kan in natura plaatsvinden, bijvoorbeeld door inbreng van uw IB-onderneming (eenmanszaak, maatschap of vennootschap onder firma). In dat geval moet een accountant een verklaring afgeven over de waarde van je inbreng en dat kost tijd en geld.
Bij een Flex BV, is een accountantsverklaring niet langer nodig. Je kunt dan volstaan met een eigen beschrijving en waardering.

Vanwege het tariefsverschil en/of om aansprakelijkheidsredenen, kan het interessant voor je zijn om je IB-onderneming in te brengen in een BV. Inbreng van je IB-onderneming leidt fiscaal tot staking van je IB-onderneming voor de inkomstenbelasting waarbij je moet afrekenen over de meerwaarde in je onderneming. Ten eerste dien je de waarde van je onderneming vast te laten stellen.

 

Er zijn vervolgens twee manieren om je onderneming in te brengen: 

1.    Ruisende inbreng in de nieuw opgerichte Flex BV

Bij een ruisende inbreng reken je in beginsel af met de Belastingdienst over de door jouw behaalde stakingswinst. Je kunt daarbij rekening houden met een aantrekkelijke lijfrenteaftrek van 108.272 euro (2010). De lijfrente kun je afsluiten bij je eigen BV, mits de BV de onderneming voortzet. Onlangs heeft de Hoge Raad beslist dat aan dit vereiste ook wordt voldaan als een werkmaatschappij van je holding de onderneming voortzet.

Hoog afschrijvingspotentieel

Doordat je in privé’ hebt afgerekend, mag je BV rekening houden met de werkelijke waarde van de activa en passiva. Je BV heeft hierdoor meer afschrijvingspotentieel wat leidt tot lagere fiscale winst en dus een belastingbesparing.
 

2.    Geruisloze inbreng in de Flex BV

Bij een hoge stakingswinst kun je ervoor kiezen jouw IB-onderneming geruisloos in te brengen in je BV. In dat geval zet je BV de boekwaardes van je IB-onderneming voort. Je hoeft dan niet af te rekenen, maar je kunt niet gebruikmaken van de lijfrenteaftrek en je BV heeft een lager (of geen) afschrijvingspotentieel.

Afwegingen bij de inbreng van de huidige onderneming in de Flex-BV

Voorheen was het tariefsvoordeel één van de belangrijkste redenen om over te stappen naar een BV. Nu de MKB-winstvrijstelling met ingang van 1 januari 2010 is verhoogd van 10,5 procent naar 12 procent zijn de verschillen een stuk kleiner.

De maximale belastingdruk voor een IB-ondernemer is 40 procent (hoogste schijf 52 procent minus MKB-winstvrijstelling van 12 procent). Het huidige vpb-tarief bedraagt 20 procent tot 200.000 euro. Het meerdere wordt belast met 25,5 procent vennootschapsbelasting. Indien de winst na belasting wordt uitgekeerd door middel van dividend komt daar nog eens 25 procent aan heffing in box 2 bij.

Niet altijd interessant

Stel, je hebt een winst behaald van 100. Als IB-ondernemer ben je hierover 40% inkomstenbelasting verschuldigd (box 1).  Je BV zou 20 vpb verschuldigd zijn.  Je BV zou de winst na vpb van 80 aan je kunnen uitkeren. Hierover zou je 20 inkomstenbelasting verschuldigd zijn (box 2). Per saldo is 40 procent belasting verschuldigd (gelijk aan de maximale belastingdruk voor de IB-ondernemer).

Punten waar je goed op moet letten bij de afweging:

1.    Of je van de innovatiebox gebruik kunt maken (met een vpb-tarief van 5%)
2.    De hoogte van de jaarlijkse nettowinst en stakingswinst (in verband met de inbreng)
3.    De verwachte winsten in de toekomst
4.    De hoogte van het salaris/gebruikelijke loon (met inachtneming van aftrekposten zoals de eigen woning, ziektekosten, giften   en dergelijke)
5.     Aansprakelijkheidsrisico’s
6.    Mogelijkheid voor investeerders om te participeren
7.    Commerciële voordeel van een BV-structuur
8.    Eventuele toekomstige emigratie.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Terence Vink & Jurjen van Daal
(advocaten/belastingadviseurs bij Russo Van der Waal)