Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

7 gadgets die eerherstel behoeven

Soms veranderen high-tech innovaties het aanzicht van de wereld. Vaak komen ze echter te vroeg, worden fout in de markt gezet of belanden om andere reden op de schroothoop. 7 gadgets die ons leven nét niet op zijn kop hebben gezet.

 

Xerox Alto (1972)

Dit is een hele bekende uitvinding die het op eigen kracht niet redde: lang voordat de Apple Macintosh met zijn grafische interface en muis het bedienen van een computer kinderspel maakte, was in het machtige R&D-bolwerk van Xerox al een soortgelijk systeem ontwikkeld. De Xerox ALTO was al in 1972 voorzien van aanklikbare uitklapmenu’s en een muis met twee toetsen. Pas in 1981 schopte hij het als Star Workstation tot product voor op kantoor. De kantoorwerkers zagen weinig in dit alternatief voor de ponskaarten en het inkloppen van cijfers en letters. Maar stel dat Xerox de STAR wél met een gelikte campagne had geïntroduceerd. Dan was de IBM pc misschien nooit doorgebroken en was Steve Jobs nooit verder gekomen dan zijn befaamde garage.

Hero Robot (1981)

Robot-stofzuigers en grasmaaiers raken langzaam maar zeker ingeburgerd. Intussen is iedereen de Hero Robot vergeten, een doe-het-zelf robot met verbluffend geavanceerde functies. De Hero uit 1981 was volledig programmeerbaar en beschikte over een geluidsdetector, een lichtsensor en bewegingssensoren. Zelfs een sonar was aan boord, om objecten tot een afstand van 2,5 meter te onderscheiden. Met een spraaksynthesizer was de Hero in staat tot menselijke taal en hij kon bescheiden voorwerpen optillen. Als gadget sloeg de robot niet aan. Maar stel dat dat wel was gebeurd. Dan waren er talloze updates gevolgd die nu al hadden geleid tot huis-tuin-en-keukenrobots die ons veel werk uit handen hadden kunnen nemen.

AT&T Sceptre (1983)

Dat internet de wereld op zijn kop heeft gezet, is een dooddoener. Maar ruim tien jaar voor de opmars van het wereldwijde web waren er al terminals die allerhande informatie en nieuws thuisbrachten, via de tv. Wij hadden Viditel van de PTT, de Amerikanen kregen deze Sceptre van AT&T. Die was een stuk veelzijdiger en interactiever. Maar ook in de VS sloeg het internet avant la lettre niet aan. was het anders geweest, dan was cloud computing al vanaf die tijd vanzelfsprekend geweest en hadden we het pc-tijdperk met die grijze kasten op het bureau fijn kunnen overslaan. 

Connection Machine (1985)

IBM’s Watson versloeg een paar weken geleden menselijke tegenkandidaten in de Amerikaanse spelshow Jeopardy. Een immense prestatie, die de supercomputer alleen kon neerzetten doordat hij bestaat uit massa’s parallel geschakelde processoren. Watson is echter niet de eerste parallele computer. Die eer gaat naar de Connection Machine, in 1985 ontwikkeld met geld van het Amerikaanse ministerie van defensie. Helaas wist de uitvinder, Daniel Hillis, de enorme potentie van het apparaat niet uit te buiten met geschikte software. Zijn bedrijf ging in 1993 failliet. Als Jeopardy-winnaar Watson al 25 jaar geleden zijn gelijke had gekend, waren we er nu misschien al aan gewend dat computers ons de baas waren – in veel meer dan een tv-spelletje.

Apple Newton (1987)

Wie een voor het eerst een iPhone in zijn handen had, en later een iPad, heeft er vast aan moeten denken: had His Royal Steveness niet al veel eerder een handzame lovebaby in de aanbieding Yep: de Apple Newton was al midden jaren tachtig een handzame zakcomputer met aanraakscherm en handschriftherkenning, lang voordat Psion, Palm en andere pda-makers daarmee kwamen. Het geval was wel erg kostbaar en sloeg niet snel genoeg aan, waarop de Apple-leiding het de nek omdraaide. Was de Newton wel doorgebroken, dan liepen we al lang met tablets rond en was niet Steve Jobs, maar zijn rivaal John Scully nog steeds de baas van Apple.

PicturePhone (1963)

Skypen? Pfff, videotelefonie bestaat al sinds 1963. Nou ja, Bell Labs had in 1956 een beeldtelefoon ontwikkeld die een paar jaar later in de markt werd gezet rond Chicago als PicturePhone. Het beeldsignaal werd over de telefoonlijn verzonden, maar slurpte wel evenveel bandbreedte op als 300 telefoonlijnen. Bell geloofde dat het zijn product wel kon doorontwikkelen om het efficiënter te maken, maar het publiek vond beeldbellen maar niets: geen pottenkijkers graag. Had Bell zijn zin gekregen, dan hadden in de jaren tachtig al 3 miljoen huishoudens gebruik gemaakt van zijn beeldtelefoon. Daarbij hoorde een omzet van in ons geld 30 miljard dollar.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Computer Space (1971)

Pong kennen we als het eerste videospel dat in automaatvorm tot ons kwam en de aanzet gaf tot de miljardenmarkt die games nu zijn. Dat had weinig gescheeld: in 1971, een jaar voor de introductie van Pong, kwam  diens uitvinder Nolan Bushnell met Computer Space. Dat was een veel geavanceerder spel met twee ruimtevaartuigen die zich schietend een weg baanden door een veld met sterren. Heel wat anders dan de rondjes en staafjes die bij Pong een archaisch soort tennis moesten vertolken. In een organisch gevormde plastic kast zag Computer Space er ook nog eens stukken cooler uit, maar het spel bleek te ingewikkeld en flopte. Was het aangeslagen, dan hadden computergames een vliegende start gekend omdat het uiteindelijk een jaar of 8 duurde voordat het niveau van Computer Space werd gevenaard. Dan viel het nog maar te bezien, of de personal computer de huishoudens had bereikt, als daar al grafisch geavanceerde krachtpatsers hadden gestaan, die tekstverwerking en andere serieuze toepassingen er fluitend bij deden.