Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Als je ouders je bedrijf financieren

Het is steeds lastiger om financiering te krijgen voor je onderneming - dus waarom niet je familie of vrienden inschakelen voor een lening? Deze ondernemers deden het.

Muriël Kneepkens (Vind-it Vintage, 105.000 euro geleend van moeder en schoonouders):

“Tien jaar geleden zijn mijn man en ik samen een winkel in tweedehands kleding begonnen. We betrokken een pandje in wat ik de leukste straat van Amsterdam vind: de Tweede Egelantiersdwarsstraat. Het is de meest gefotografeerde straat  want je hebt vanaf hier een prachtig uitzicht op de Westertoren. Er komen dus ook veel toeristen, wat goed voor de business is.

Toen we het pand twee jaar geleden te koop aangeboden kregen, hoefden we daar dan ook geen moment over na te denken of we het wilden hebben. Al is de winkel met een oppervlakte van slechts 32 m2 wel klein en kunnen we niet genoeg omzet draaien om er twee volledige salarissen uit te halen. De maandelijkse hypotheeklasten zijn wel lager dan de huur en we gaan ons bedrijf nu verder uitbouwen met een webshop. Bovendien, is het pand straks ook ons pensioen: als we niet meer willen of kunnen werken, kunnen we de winkel altijd verhuren om voor extra inkomsten te zorgen.

Het pand werd te koop aangeboden voor 138.000 euro, plus kosten koper. We hadden zelf 34.000 euro aan spaargeld en konden een halve ton lenen van mijn schoonouders. Het gat van 60.000 euro dachten we makkelijk te kunnen lenen bij de bank. Het ging tenslotte om minder dan de helft van de waarde, zelfs bij een executieverkoop zou de bank geen risico lopen.

Mijn moeder vond het wel een behoorlijk eng idee om haar buffer kwijt te zijn

Maar een vereiste voor een hypotheek voor bedrijfsonroerendgoed was dat er jaarlijks 25.000 euro per persoon – dus niet per onderneming – winst werd gemaakt. Daar voldeden wij net niet aan. Dat de huur die we al jaren betaalden hoger was dan de maandelijkse hypotheeklasten, was niet relevant voor de bank. In een onderpand en andere inkomsten waren ze ook niet geïnteresseerd. Dus ik was erg teleurgesteld.

Uiteindelijk bood mijn moeder aan ons uit de brand te helpen en ons een halve ton te lenen; het geld dat ze voor haar pensioen gespaard had. Ze vond het wel een behoorlijk eng idee om haar buffer kwijt te zijn, daarom hebben we afgesproken om in het eerste jaar alleen haar lening af te lossen. Mijn schoonvader heeft het wat breder dan mijn moeder, dus voor hem maakte dat niets uit. De laatste vijfduizend euro hebben we ook nog van hem geleend.

We hebben een heel goede band, die hierdoor misschien zelfs alleen nog maar sterker wordt

Ik vind het totaal niet lastig om werk en privé op deze manier te mixen. Onze ouders hebben vertrouwen in ons en onze zaak en we hebben een heel goede band, die hierdoor misschien zelfs alleen nog maar sterker wordt. Want we waarderen het natuurlijk enorm dat ze ons zo geholpen hebben.

Bovendien zitten er voor ons allemaal financiële voordelen aan: onze ouders krijgen meer rente dan op een reguliere spaarrekening, wij betalen minder rente dan we aan de bank hadden moeten betalen en we kunnen kosteloos extra aflossen als we dat willen, wat ook weer rente scheelt.

Handig is ook dat we eenmaal aan het einde van het jaar betalen; dus we hebben geen maandelijkse ‘huurdruk’. We kunnen een heel jaar sparen voor de aflossing en rente, en hebben het daardoor makkelijker in de rustige wintermaanden wanneer we minder omzet en juist veel rekeningen hebben.”

Flip van Haaren (Projectcampus, 70.000 geleend van zijn vader)

“Ik ben Projectcampus gestart terwijl ik nog aan het afstuderen was. Het viel me op dat op de TU veel projecten worden uitgevoerd zonder een helder overzicht van het totaal. Ik vond dat er een online ontmoetingsplek moest komen waarbij je precies kan zien welke studenten met wat voor projecten bezig zijn. Voor de pilot die ik maakte, was er vooral onder docenten en medewerkers veel interesse. De TU wilde er zelfs voor betalen. En zo werd Projectcampus ineens een bedrijf.

Mijn vader wilde er geld in steken, maar dat wilde ik niet

Het eerste jaar heb ik alles zelf gefinancierd met geleend geld van de IB-groep. Daarna kwamen mijn twee zakenpartners Raymond en Elger erbij en hadden we meer geld nodig. Mijn vader wilde er geld in steken, maar dat wilde ik niet. Het was iets wat ik zelf wilde doen, een investering van mijn vader vond ik een te grote betrokkenheid.

Omdat er uiteindelijk geen enkele bank was die ons geld wilde lenen, ben ik toch op het aanbod van mijn vader ingegaan. Ik wilde 20.000 lenen, maar hij stond erop dat ik ten minste 70.000 zou lenen, zodat we niets tekort zouden komen om goed in ons bedrijf te kunnen investeren. Hij heeft het geld overigens niet in één keer gegeven: hij maakt maandelijks zesduizend euro naar ons over.

Ik voel me heel af en toe nog wel ongemakkelijk bij deze lening

We hebben wel afgesproken dat de lening stopt op het moment dat we onze doelstellingen niet meer halen en de omzet terugloopt. Mijn vader heeft een controlerende rol: we hebben elke maand overleg over de stand van zaken. Dat vind ik tegen mijn eigen verwachting in, toch heel fijn. Het is goed iedere maand stil te staan bij de ontwikkelingen, zodat je steeds helder voor ogen hebt wat je wil en kunt bereiken. Hoewel ik zo’n constructie eerst juist niet wilde, werkt het toch goed op deze manier.

Ik voel me heel af en toe nog wel eens ongemakkelijk bij deze lening, maar mijn vader zegt: ‘Ik kan het je straks geven als erfenis als ik dood ben, of ik geef het je nu ik nog leef en jij het nodig hebt’. Het is overigens wel mijn streven om alles terug te betalen; mijn vader is nog jong dus ik wil dat hij nog van zijn eigen geld kan genieten. Dat gaat hopelijk ook lukken.

We hebben afgelopen september al een soort prelaunch party gegeven voor onze klanten: de TU, Erasmus Universiteit Rotterdam en het Grafisch Lyceum Rotterdam. We hebben tot nu toe 30.000 euro geïnvesteerd en de omzet is een halve ton, dus vooralsnog verloopt alles zoals gehoopt. Voor mijn vader heb ik hierdoor alleen maar meer respect gekregen. Want het product dat we ontwikkelen, zegt hem eigenlijk maar vrij weinig; hij zit in een heel andere business. Toch heeft hij alle vertrouwen in mijn idee. Dat vind ik tof.”

Jonathan Ursem (Label Orange, 38.000 euro geleend van vrienden en familie):

“Tijdens een vakantie een paar jaar geleden werd ik verliefd op Kaapstad en daarna wilde ik  er heel graag gaan wonen. Mijn vriendin Choi wilde dat ook, dus besloten we te emigreren. Label Orange gaf ons daarvoor het alibi.

Een maand lang hebben we rondgelopen door Kaapstad om te kijken: waar liggen de kansen voor een bedrijf? Wat is er hier nog niet, wat zijn de mogelijkheden? We besloten een bedrijf te beginnen dat Nederlandse bedrijven en merken vertegenwoordigt op de Zuid-Afrikaanse markt op het gebied van sales, marketing en pr.

Choi en ik hadden wat spaargeld, waar we een deel van in het bedrijf hebben gestoken, maar we wilden ook nog wat achter de hand houden. Dus hadden we financiering nodig. Bij de overheid en een aantal banken bekeken we de mogelijkheden voor leningen voor starters, maar die rentes waren véél te hoog; dan zit je al snel aan twee cijfers voor de komma. Toen zijn we ons gaan verdiepen in crowdfunding. We overwogen in eerste instantie ons bedrijf aan te bieden op funding platforms als Kickstarter of Symbid, maar dat bleek toch geen goede match. Onze business is daar te hybride voor.

Deze manier van financieren is prachtig, maar het levert wel extra druk op

Dus toen zijn we maar gaan crowdfunden binnen ons eigen netwerk. We hebben tien mensen die dicht bij ons staan, gemaild over onze plannen en de vraag of ze wilden investeren in Label Orange. Daarna is het balletje gaan rollen. Uiteindelijk deden 32 mensen – vrienden, familie en ex-collega’s – mee. Met leningen uiteenlopend van honderd – dat was de ondergrens – tot een paar duizend euro. De hoogste lening is 6.500 euro. Acht leningen hebben we inmiddels al afbetaald.

Deze manier van financieren is prachtig, maar het levert wel extra druk op. We kennen alle sponsoren, ze houden ons in de gaten en weten alles van ons. We sturen iedereen maandelijks een nieuwsbrief. Zo houden we ze bewust op de hoogte van alle beslissingen die we nemen. We doen dat omdat we het gevoel hebben dat we ze dat verschuldigd zijn, maar ook omdat we mensen niet willen verrassen mocht het de minder goede kant op gaan.

Áls we failliet zouden gaan, dan is het minder pijnlijk als je je moet verantwoorden bij een accountmanager van de bank dan bij je moeder of zus

Dat is wel het grote nadeel natuurlijk: áls we failliet zouden gaan, dan is het minder pijnlijk als je je moet verantwoorden bij een accountmanager van de bank dan bij je moeder of zus. Daar is overigens gelukkig helemaal geen sprake van; we draaiden de eerste vijf kwartalen verlies, maar inmiddels maken we een bescheiden winst.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Verder vinden we het alleen maar leuk dat er zoveel mensen meeleven en geïnteresseerd zijn. Sommige funders zijn zelfs klanten geworden. Ik merk dat de gunfactor ontzettend hoog is, en dat vind ik heel bijzonder. Een bedrijf starten is al een hele uitdaging, maar daarbij deden wij dat ook nog eens in een ander land. We hadden nooit verwacht dat we zoveel financiële en morele support zouden krijgen. Het is geweldig dat mensen ons zo steunen en in ons geloven, dat werkt heel stimulerend.”

Tekst: Yvette Bax