Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Wanneer je stopt met ondernemen (of juist doorgaat)

Tussen volharding en koppigheid loopt een dunne lijn. Wanneer moet je doorzetten met je bedrijf en wanneer geef je op?

stoppen met je bedrijf

Met veel succes en plezier leidde Hendrik te Groterhuis (36) vanaf zijn 21ste met zijn broer marktonderzoekbureau SG Selecties. Maar dat hij na zijn studie bedrijfskunde nooit iets anders had gedaan, zorgde wel voor onrust. Na zeven jaar was toe aan iets nieuws.

“Mijn ambities waren groot. Ik had wat spaargeld, hield van kleding en besloot een webwinkel voor kinderkleding op te zetten. Ik koos er bewust voor om geen vreemd kapitaal binnen te halen, ik wilde liever alles zelf bepalen en doen. Nou, dat heb ik geweten.”

Hij bleek het ondernemen in een onbekende branche behoorlijk te hebben onderschat. “Bij kleding- en webwinkels komen zoveel facetten kijken waar ik onvoldoende kennis van had. Zo had ik voor inkoop en ict bijvoorbeeld vanaf het begin specialisten moeten aantrekken. Maar ik dacht het me allemaal wel even eigen te maken.”

Na twee jaar van veel inzet en een bescheiden omzet, kwam het besef dat het niet zou gaan lukken. Dat moment zal hij niet licht vergeten. “Ik verloor het vertrouwen in het bedrijf en wilde er niet nog meer eigen geld in steken. Ik besloot zelf de stekker eruit te trekken, zo zou ik geen mensen duperen.”

Hij is nog steeds blij dat hij er geen banken bij heeft betrokken. “Ik heb alles zelf keurig afgebouwd en betaald. Hoe je de zaak kunt afsluiten, ligt natuurlijk aan je financiële situatie, maar ik wilde pertinent geen faillissement.”

Ik wilde pertinent geen faillissement

Enorme kater

Te Groterhuis was er op tijd bij, maar dat geldt lang niet voor alle ondernemers. Sommigen blijven tot het laatste moment in een ommekeer geloven. Wie op karakter blijft doorzetten en uiteindelijk slaagt, komt in de krant. De rest gaat in stilte kopje onder en leert dure lessen in bescheidenheid en realiteitszin.

Neem Christian van Someren (34). Drie jaar na de start van zijn bedrijf Truus.nl, een webwinkel voor de dagelijkse non-food boodschappen, was het avontuur voorbij. Hij bleef achter met een persoonlijke schuld van 150.000 euro, een moeizame relatie met zijn informele investeerders en een enorme kater. Er gaat bijna geen dag voorbij zonder dat Van Someren denkt aan hoe het had kunnen zijn. Hij kwam goed beslagen ten ijs met een technische achtergrond, ruime ervaring in een commerciële omgeving en een flinke som startkapitaal afkomstig van informele investeerders.

Zijn businessplan was binnenste buiten gekeerd door experts en er stroomt flink wat ondernemersbloed door zijn aderen. “Ik kom uit een ondernemersnest, in mijn studententijd had ik al een eigen bureautje. Daardoor voelde ik wel wat bewijsdrang, iedereen keek naar mij, de verwachtingen waren hooggespannen. Misschien was ik daardoor te onrustig.”

Verzendkosten

Al snel bleek dat Van Someren sommige dingen had onderschat. De verzendkosten van bestellingen pakten bijvoorbeeld hoger uit dan hij had geraamd. Iedere omzetgroei kostte daardoor teveel geld. “Dat had ik eerder kunnen bijstellen.”

Ook de markt bleek onzeker en Van Someren puzzelde met de strategie. Moest er een grote leverancier van huishoudproducten instappen? “Ik had het gevoel dat ik op een gegeven moment alleen nog maar brandjes aan het blussen was.” Echt lastig werd het toen het niet lukte om extra financiering binnen te halen. “Er was vijf miljoen nodig om break-even te draaien. Ik heb iedere bank gesproken, maar niemand durfde het aan. Ergens realiseerde ik mij steeds meer dat het een onmogelijke missie was geworden. Maar mijn overlevingsinstinct had lang de overhand.”

Ik ben nog jong, ik moet nog even door

Bij de uiteindelijke beslissing om faillissement aan te vragen, speelde zijn toekomst een grote rol. “Ik ben nog jong, ik moet nog even door. Ik wilde mijn reputatie redden en niet wachten tot de schulden zich zouden uitbreiden naar leveranciers. Ik vond ook dat ik zelf het licht uit moest doen en niet iemand anders. Die beslissing hoort tot je verantwoordelijkheid als ondernemer.”

Roze bril

Iedere ondernemer heeft een eigen verhaal waarom zijn bedrijf het niet redt. De markt, machtige concurrenten die ineens opstaan, banken die niet meewerken, leveranciers die niet doen wat ze beloven. Vaak hebben ze hiermee een goed punt, alleen is het meestal slechts de helft van het hele verhaal. Uit faillissementscijfers blijkt dikwijls dat de ondernemer zelf ten grondslag ligt aan de problemen. Gebrekkige kennis van zaken, te weinig voorbereiding, rommelige administratie, zwak debiteurenbeheer, gammele financiering.

Volgens curatoren kan veertig procent van de faillissementen worden voorkomen door problemen tijdig te signaleren en kordaat op te treden. Maar juist daar schort het aan. Veel ondernemers zien het einde van hun bedrijf helemaal niet aan komen. Ze houden tot op het laatste moment hun roze bril op, sommigen zetten ‘m zelfs nooit af.

Doorzetters

Trucella van Moorselaar van TVM Werk & Advies ziet als coach en trainer geregeld ondernemers worstelen met zakelijke zorgen en hun eigen rol daar in. “Ondernemers zijn over het algemeen enorme doorzetters, harde werkers met een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Vooral als ze zijn gestart vanuit een specialisme denken ze dat als zij iets doen, het tenminste goed gebeurt.”

Ondernemers zijn over het algemeen enorme doorzetters

Dat klinkt mooi, maar die kwaliteiten zijn tegelijk een grote valkuil, stelt Van Moorselaar. “Door drukte kun je het overzicht en grip op je onderneming verliezen. De reactie is dan vaak nog meer doorzetten en volhouden, maar juist in de overdrive ben je niet in staat tijdig knelpunten te signaleren en gerichte actie te ondernemen.” Ze maakt mee dat mensen daar uiteindelijk zelfs lichamelijk aan onder door gaan.

“Uit angst voor gezichtsverlies praten ze niet over hun zorgen en vragen ze geen advies. Terwijl daar de oplossing ligt: steek je licht op bij ervaren ondernemers en werk aan je persoonlijk ontwikkeling als ondernemer. Dan weet je precies waar je sterke en zwakke punten liggen en kun je daar wat mee doen.”

Louterend

Van Someren ziet zijn faillissement als een louterende ervaring. “Ik heb er veel van geleerd. Als ik nog een keer een bedrijf begin, richt ik de financiering anders in. Met informal investors is de reality check kleiner dan bij vreemd kapitaal. Ik zou ook kleiner beginnen. Toen ik startte, hield ik meteen vijftig bordjes draaiende in plaats van twee of drie. Je hoeft niet meteen te draaien zoals Amazon.”

Je hoeft niet meteen te draaien zoals Amazon

De geleerde lessen houdt hij niet voor zichzelf. Als consultant verdient hij nu zijn boterham met de advisering van ondernemers. Ondertussen broedt hij op een nieuw bedrijf dat onlineconsumenten wegwijs maakt in de wereld van webwinkels. Hij zou nu eerder advies vragen aan ondernemers die ‘zwarte sneeuw’ hebben gekend, en nooit meer al zijn geld op één paard zetten.

“Bij Truus.nl was het lastig om meerdere verdienmodellen te ontwikkelen. Toen de curator binnenstapte, realiseerde ik me dat ik voor niets zo hard had gewerkt. Nu heb ik een worst case scenario. Als het niet werkt, kan ik bijvoorbeeld nog altijd de techniek achter de app verkopen aan webwinkels.”

Risico lopen

Ook Valentine van der Lande (36) kijkt met gemengde gevoelens terug op de neergang van haar bedrijf, de uitgeefformule Ten Pages die ze in 2010 opzette en eind 2014 failliet ging. Net als Van Someren komt ze uit een ondernemende familie. “Risico lopen is heel normaal voor mij. Als ik een idee heb, brandt dat in mijn zak totdat ik er iets concreets mee doe.”

Op Ten Pages stonden tweeduizend manuscripten, waren twintigduizend particuliere investeerders actief en 66 boeken gepubliceerd. Toch lukte het niet om een rendabel uitgeefhuis op te zetten. In de laatste fase van haar bedrijf was Van der Lande hoogzwanger, maar zette nog steeds alles op alles om Ten Pages te laten slagen. “Ik wilde heel zeker weten dat het niet werkte, daarom ben ik lang doorgegaan. Achteraf vroegen mensen waarom ik niet eerder ben gestopt, maar er zaten al zoveel lange dagen en nachten in. Ik ben bovendien zoals de meeste ondernemers, best koppig.”

Het was voor Van der Lande ook erg complex om te stoppen: er waren meer dan twintigduizend aandeelhouders bij TenPages betrokken. “Met relatief kleine bedragen, maar toch, dan trek je niet zo maar even de stekker er uit.” Toen ook een aanpassing in het businessmodel niet de benodigde groei bracht, was het voor de onderneemster klaar.

Afronden

Ze wilde geen betalingsachterstanden oplopen, niet mensen nog verder duperen maar het netjes afronden. “Ik zag enorm op tegen de laatste stap, maar daarin school uiteindelijk een waardevolle les: alles waar je tegenop ziet, moet je toch doen, anders wordt het groter en groter. En het valt meestal wel mee, achteraf. Mensen reageerden heel betrokken. Als ondernemer moet je niet meehuilen met de rest. Je moet aan de slag! Je demonen onder ogen komen.”

Je moet aan de slag! Je demonen onder ogen komen

Te Groterhuis hield de demonen tijdens zijn donkerste moment buiten de deur met zelfrelativering. “Ik plaatste de dingen in perspectief, weigerde eraan onderdoor te gaan en maakte het in mijn omgeving bespreekbaar.” Hij had nog aandelen in zijn eerste bedrijf, dat hielp financieel. “Toch moet je proberen nooit van geld wakker te liggen. Je overleeft het wel.”

Te Groterhuis zegt nu beter te weten waar zijn sterke punten liggen. “Ik ben een allrounder. Ik gedij het beste als ik een tent leid met echte mensen en echte klanten, dan kan ik anderen enthousiasmeren, verkopen. Bij internethandel heb die eigenschappen helemaal niet nodig.” In zijn eerste bedrijf waar hij uiteindelijk terugkeerde, komen zijn sterke punten wel uit de verf. Hij houdt zich nu vooral bezig met sales, relatiemanagement en cultuur.

“Als je even weg bent, krijg je nieuwe ideeën en zie je de uitdaging weer. Ik ben overtuigd dat je op zoek moet blijven gaan naar wat je gelukkig maakt in je leven en niet moet focussen op belemmeringen. Dat inzicht breng ik graag over op onze medewerkers. Ik heb mijn geluk gevonden in ondernemen en de vrijheid die er bij hoort. Ik ben alweer iets nieuws gestart met een aantal partners. Ik ben zeker geen illusie armer, maar wel wijzer.”

Tip #1

Van Roos Vonk, hoogleraar sociale psychologie en auteur van ‘Je bent wat je doet’

“We hebben allemaal de neiging om de dingen te rooskleurig te zien, vooral ondernemers. Optimisme en zelfvertrouwen helpen hen aan succes, maar het is tegelijkertijd ook hun diepste valkuil want het kan uitmonden in uitstelgedrag. In dat geval krijgt de kleuter in ons de overhand. Die kan en wil niet vooruit kijken, bedenkt smoesjes en maakt je wijs dat je de problemen later op kan lossen. Ook al weten we rationeel dat het verstandiger is om te handelen, ons oerinstinct zorgt ervoor dat we bij weerstand de vlucht naar voren maken, ons verlies niet kunnen nemen en wegduiken voor de kern van het probleem. Wil je uit de  impasse komen, vraag jezelf dan: als ik dit bedrijf krijg zoals het nu is, zou ik het dan willen? Is het antwoord nee? Dan hup aan de slag.”

Tip #2

Van Frans Visée van Stichting Ondernemersklankbord

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

“Met een ondernemersplan kijk je vijf jaar vooruit, maar het blijft een plan. Er wordt in de eerste jaren vaak te weinig bijgestuurd. Startende ondernemers zijn erg gefocust op omzet en verzuimen vaak zicht te houden op de kosten en nettowinst. Met voorfinanciering van debiteuren kun je ook kapot groeien; dan verkoop je wel, maar komt er niet op tijd geld binnen. En: blijf in gesprek met fiscus en banken.”

Verder lezen

In het boek The Mom Test legt Rob Fitzpatrick de vinger op de zere plek: startende ondernemers zijn vaak zo vol van hun idee dat ze vergeten de echte vragen te stellen. Ze blijven maar pitchen, terwijl ze zouden moeten luisteren naar hun klanten. Marktonderzoek? Prima, maar stop met het stellen van nepvragen als: zou je dit product kopen? Mensen liegen namelijk door complimenten te geven in plaats van bruikbare informatie te delen.