Geen producten in de winkelwagen.
De kredietcrisis van 2008, toen falende banken de economie grote schade toebrachten, was voor Ali Niknam de drijfveer om Bunq te starten, vertelde de ondernemer donderdag tijdens het 25 onder de 25-event in Amsterdam (bekijk ook de foto’s).
“Als echte engineer (programmeur, red.) dacht ik gewoon, let’s do it.” Gewapend met kapitaal dat hij verdiende met webhoster TransIP wierp hij zich in een nieuw avontuur wat hij omschrijft als “the bank of the free”.
Zo’n beetje iedereen heeft een bank nodig, maar niet iedereen vindt een bank die hem of haar past, stelt Niknam. Als ‘prijs’ of ‘duurzaamheid’ niet leidend is, dan werpt Bunq zich graag op als een challenger-bank waar actieve gebruikers deel van willen uitmaken. En waar ze zelf invloed op uit kunnen oefenen, zegt Niknam, in plaats van andersom. Door een met met 10 mensen gedeelde bankrekening te openen bijvoorbeeld, of midden in de nacht je pincode aan te passen – mocht je dat willen.
Hoe groot Bunq kan worden, ondanks die toch wat specifieke doelgroep, vraag een van de jonge ondernemers uit het publiek. “The sky is the limit”, zegt Niknam. Maar het gaat hem er niet om “de grootste” te worden. “Het succes wordt bepaald door gebruikers, die het omarmen en delen met vrienden.”
Wc-papier
Vergeleken met bijvoorbeeld webhosting is een bank, ook marketingtechnisch, een ingewikkeld product, erkent de ondernemer. “Qua interesse is het vergelijkbaar met wc-papier, oftewel, I don’t give a shit. Maar wc-papier verkoopt een stuk makkelijker. Je moet elke week naar de winkel, waarbij je weer kan kiezen welk merk je koopt, zacht, gerecycled, met twee laagjes, of met drie.”
Wc-papier verkoopt een stuk makkelijker
“Een bank is het enige product dat ik ken, samen met kraanwater, waarbij je nooit zo’n moment hebt om te kiezen. Daarom is kiezen voor een bepaalde bank een actieve keuze, en hebben we advertenties nodig om te groeien.”
Ook qua businessmodel wijkt Bunq af van andere banken, die vooral geld verdienen door geld uit te lenen, terwijl Bunq het moet hebben van de maandelijkse fee van gebruikers betalen. “Wel hoorden we van veel gebruikers dat zij willen dat hun geld wordt geïnvesteerd, dus investeren we nu ook een deel. Het verschil is dat onze grootste inkomstenbron maandelijkse service fees zijn, 90 procent van totale omzet. Dat wil ik zo houden.”
Unicorn
De door Niknam opgerichte webhoster TransIP fuseerde deze week met Combel. Dankzij een waardering van “meer dan 1 miljard dollar” is het nieuwe fusiebedrijf (Team.blue) de twee unicorn van België. Maar kijk niet naar het land, zegt Niknam. “We maken een Europese gigant. We zijn hier altijd onder indruk van de VS, maar ik wil laten zien dat we dit in Europa ook kunnen.
De door Niknam opgerichte webhoster TransIP fuseerde deze week met Combel. Dankzij een waardering van “meer dan 1 miljard dollar” is het nieuwe fusiebedrijf (Team.blue) de twee unicorn van België. Maar kijk niet naar het land, zegt Niknam. “We maken een Europese gigant. We zijn hier altijd onder indruk van de VS, maar ik wil laten zien dat we dit in Europa ook kunnen.
Luxe
Wat helpt om Niknams eigenzinnige visie uit te kunnen voeren is dat Bunq zelf gefinancierd is. “ik had de luxe dat ik kon kiezen of ik überhaupt een investeerder wilde. We hebben een strikte focus op groei, maar het is een sprint, en geen marathon. We willen een product maken dat mensen willen hebben, geen “vc-ding’, ” zegt Niknam over hijgerige investeerders die het product ondergeschikt maken aan kortetermijnwinst.
Special forces
“Cultuur” is allesbepalend in het 80-man/vrouw sterke bedrijf. Maar Niknam maakt dat ongrijpbare fenomeen direct minder soft. “Ik kan niet tegen middelmatigheid. Als je het vergelijkt met het leger, dan is Bunq de special forces. Bij ons werken mensen die speciaal zijn, die er echt voor willen gaan, waaronder voormalige topatleten en -musici. Het zijn allemaal mensen die zichzelf ook willen omringen met mensen die het beste willen. In die zin is Bunq niet echt Nederlands.”
Behalve aan ‘middelmatigheid’ heeft Niknam een broertje dood aan kantoorpolitieke spelletjes. Bunq groeit, dus de kans daarop neemt toe, vermoedt hij. Denkend als de programmeur die hij van nature is, zou je ten eerste meer kunnen automatiseren, zodat je meer kan doen met minder mensen.
Objectief
Ten tweede beoordeelt Bunq medewerkers zo objectief mogelijk op output, in plaats van “wat anderen van je vinden”. Nieuwe programmeurs krijgen op de eerste dag direct een opdracht, met een target dat ze binnen een week moeten halen (een stuk softwarecode opleveren). “Als je dat niet haalt, dan moet je weer vertrekken”, zegt Niknam nuchter.
Wat zou een nieuwe bankencrisis betekenen voor Bunq, vraagt iemand in het 25 onder de 25-publiek aan Niknam. “Dat zou amazing zijn. Ik beloof je, ‘2008’ gebeurt nog een keer. Banken zijn sterker dan voorheen, maar het systeem en de risico’s zijn er nog helemaal.”
