Geen producten in de winkelwagen.
In samenwerking met 7 Ditches TV
Reynier van Bommel staat samen met zijn twee broers Floris (creatief) en en Pepijn (sales) als negende generatie aan het hoofd van schoenenmerk Van Bommel. Het in 1734 opgerichte bedrijf slijt zo’n 600.000 paar schoenen per jaar, die worden gemaakt in een aantal fabrieken in Portugal een in Nederland. Het bedrijf (120 medewerkers) heeft 9 winkels, verspreid over Nederland, België en Duitsland.
Het is een soort fokprogramma, waar we in zitten
De ouders Van Bommel schermden hun kinderen lange tijd af van ‘de zaak’, vertelt Reynier van Bommel. “We wisten eigenlijk niet wat er gebeurde in die fabriek in Moergestel.” Dat deed zijn vader bewust, omdat hij uit eigen ervaring wist dat het mis kan gaan wanneer je een volgende generatie het bedrijf in forceert. Uiteindelijk nemen de broers toch het roer over. “Een van mijn broers zei eens, ‘het is een soort fokprogramma, waar we in zitten. Het kan niet anders.” Maar het was een vrije keuze, benadrukt de ondernemer. “Het was meer: de keuze bestaat, dus waarom zou ik het niet proberen?”
Geen vangnet
Maar als je er eenmaal inzit, is het “alsof je je ziel verkoopt aan de duivel”, zegt Van Bommel. “Niet dat het bedrijf de duivel is, maar je krijgt ‘m niet meer terug. Je stapt erin, en je hebt geen vangnet. Als je eruit stapt, is meteen alles klaar. Dan ben je, in mijn geval, gebrouilleerd met je broers, je vader snapt het niet – hoe dan verder?”
“Ik dacht toen ik begon, ik probeer het, en als het niet lukt stap ik eruit. Maar na een half jaar besefte ik, eruit stappen is geen optie.” Die druk zorgt volgens Van Bommel voor “een drive om er alles uit te halen wat erin zit”. Denk dus niet dat je in een gespreid bedje terecht komt, zegt de ondernemer. “Je moet bijna twee keer zo hard werken om jezelf te bewijzen.”
Je moet bijna twee keer zo hard werken om jezelf te bewijzen
Daarbij speelt ook de angst om nou net die generatie te zijn die het bedrijf laat ploffen. Van Bommel: “Ik heb me weleens laten forceren om een missie te schrijven: ‘Leuke schoenen maken waar mensen blij van worden, en er ondertussen als negende generatie ervoor zorgen dat we de boel niet naar de klote helpen.”
Neven en nichten
De broers bespreken af en toe al hun eigen opvolging. Er komt op dat vlak een nieuwe uitdaging aan, zegt Van Bommel, omdat die opvolgers mogelijk neven en nichten zullen zijn. Aangetrouwde familie zal nooit een functie krijgen in het bedrijf. “We proberen alle mogelijke dingen die een struikelblok zouden kunnen zijn voor de relatie tussen mijn twee broers en mij uit te bannen.”
Van Bommel besloot als ceo zelf de stekker te trekken uit de export naar talloze – verweggelegen – landen, en de uitvoer te concentreren op Duitsland. De ondernemer stond op een beurs in Düsseldorf, en verkocht er 150 paar schoenen aan iemand met een adres in Nieuw-Caledonië. Hij had geen idee waar dat lag. “Toen heb ik tegen Floris gezegd, nu houden we ermee op. Die focus heeft ons veel gebracht. Dat was wel iets waar mijn vader niet blij mee was. Maar die was gepensioneerd, dus die had niks meer te zeggen.”
