Geen producten in de winkelwagen.
30 fte op de loonlijst, een voortkabbelende omzet en een glimmende Tesla voor de deur. Dit bedrijf heeft zijn schaapjes duidelijk op het droge: een mooi moment om eens rustig achterover te leunen.
Want waarom zou je in hemelsnaam willen doorgroeien? Groei brengt allerlei risico’s met zich mee en bovenal gedoe: nieuwe medewerkers binnenhalen, organisatiestructuren optuigen, financieringsrondes. Op feesten en partijen ben je toch al de geslaagde zakenman. Liever laten we bij enig succes de boel voor wat het is. Of lonken we met een schuin oog vast naar een mogelijke exit.
Dat Nederland niet meer wereldspelers voortbrengt, zoals betaaldienst Adyen, WeTransfer of Rituals, ligt dan ook niet niet aan een uniek groei-gen dat deze oprichters toevalligerwijs bezitten.
Maar eerder aan een rotsvast vertrouwen dat hun product of dienst op het wereldtoneel verschil zal maken.
Deze mensen begrijpen dat de uitdaging pas begint bij 50 medewerkers; en dat je niet concurreert met de buurman om de hoek, maar met Amerika en Azië.
Het is eenvoudig om vroegtijdig de ambitie-handdoek in de ring te gooien: jij kan immers toch niet concurreren met monster-inveseringen uit Silicon Valley, of met een startup die direct een miljard Chinezen tot mogelijke klant kan rekenen.
Met deze gedachte had TomTom niet miljoenen huwelijken gered op weg naar de kampeervakantie in Frankrijk, verlichtte Philips niet elke uithoek van de planeet en had James Bond geen groen flesje Heerlijk Helder Heineken om te ontspannen na een dag hard werken.
Nederland biedt de perfecte voedingsbodem om wereldspelers van formaat te bouwen. De enige die grootse daden in de weg staat, dat ben jijzelf.
