Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Tijdens de coronacrisis wint de waarheid het van de leugens

Hoe zal de wereld er na de coronacrisis uitzien? Sprout-redacteur Jelmer Luimstra pleit voor meer empathisch leiderschap en gematigd collectivisme. Eén ding is alvast zeker: de waarheid maakt een comeback.

Als een bulldozer op oorlogspad walste de coronacrisis de afgelopen weken over de wereldeconomie. Wall Street beleefde zijn grootste dagverlies sinds 1987, onze AEX maakte duikvlucht na duikvlucht en het CPB ging opeens niet meer uit van lichte groei van onze economie. We kregen vier mogelijke smaken zuur voorgeschoteld, waarvan de meest zure een krimp van wel 7,7 procent bedroeg.

Tel daar nog eens het almaar stijgende dodental van het coronavirus bij op en het drama is compleet. Een vaccin kan nog wel anderhalf jaar op zich laten wachten, waardoor niemand er zeker van is wanneer deze gezondheids- en economische crisis een halt toe kan worden geroepen.

Hoe ga je als ondernemer om met deze misère? Bij Sprout houden we ons al 2 weken lang bezig met deze vraag en dat levert een verrassend divers palet aan antwoorden op. De een moet noodgedwongen werktijdverkorting voor het hele personeel aanvragen, terwijl de ander de vruchten plukt van de opmars van digitale communicatie of onze plotseling opgezette ov-vrees.

Geen radeloosheid

Opvallend is dat geen van de ondernemers die ik de afgelopen week sprak sporen van radeloosheid vertoonde. In plaats van blinde paniek overheerste bij de leiders die ik sprak toch het gevoel dat we in hetzelfde schuitje zitten en er ook samen weer uit zullen komen.

Het is het wij-gevoel, waar Sprout-columnist Marnix Geus gisteren zo mooi over sprak in zijn column op Sprout. Hij gelooft erin dat deze crisis ons dichter bij elkaar zal brengen en dat dit zal leiden tot de definitieve doorbraak van de zogeheten impact-ondernemer. Het draait voortaan om ‘ons’, niet om ‘mij’, denkt Geus. Het heeft wat weg van ‘Not me. Us.’, de campagneleus van de Amerikaanse presidentskandidaat Bernie Sanders.

Gematigd collectivisme

Ik hoop dat Geus gelijk krijgt en dat het individualisme van de afgelopen decennia plaatsmaakt voor een gevoel van gematigd collectivisme (gematigd, want we moeten ook weer geen China willen zijn). Dat ondernemen voortaan niet meer draait om zoveel mogelijk winst maken, zoals de bedrijfseconomie voorschrijft, maar om zoveel mogelijk waarde toevoegen voor de maatschappij.

De eerste tekenen van de utopie van Geus zien we nu al in de manier waarop ondernemers elkaar belangeloos helpen. De één begint een gratis te gebruiken platform voor coronahulp en de ander lanceert een website om bloemen te bestellen voor ouderen en zo bloemenkwekers de crisis door te helpen. Want doordat veilingen zijn stilgezet, daalde de vraag naar bloemen met wel 85 procent. Terwijl ouderen in verzorgingstehuizen hun familie niet meer mogen ontvangen.

Empathisch leiderschap

Je zou zoiets empathisch leiderschap kunnen noemen; er voor elkaar zijn in moeilijke tijden. Of we deze collectivistische houding ook zullen vasthouden als het straks weer beter gaat, is natuurlijk de grote vraag. Nu is het zo dat er dikwijls een ramp voor nodig is om broodnodige maatschappelijke en gedragsveranderingen door te voeren. Na de Tweede Wereldoorlog kregen we de verzorgingsstaat en de Europese samenwerking.

De verzorgingsstaat werd de afgelopen decennia wereldwijd uitgekleed, met voor Nederland onder meer als gevolg de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Dat levert nu een concreet probleem op: een grote groep – al dan niet noodgedwongen – zelfstandigen droeg jarenlang niet of nauwelijks bij aan de schatkist, maar moet daar nu wegens het stilvallen van de economie wel een beroep op doen. Je zou dit het grote gelijk van Hans Borstlap kunnen noemen. Bij meer ‘ons’ hoort wat mij betreft ook minder flexibilisering, zodat de ‘pseudo-ondernemers’ van ‘verkapte’ loondienst naar een – al dan niet tijdelijk – contract gaan.

Minder globalisering

In een interessante aflevering van podcast NRC Vandaag sprak journalist Maarten Schinkel deze maand de verwachting uit dat de coronacrisis het startschot voor een nieuwe tijd zal blijken. Door de langedurige economische gevolgen van de oliecrisis uit 1973, zo beweerde hij, belandden we in het neoliberale tijdperk van de jaren ‘80 tot nu, met zijn aandeelhouderskapitalisme en een terugtrekkende overheid.

Volgens Schinkel zouden we na deze crisis weleens toe kunnen gaan naar een wereld met minder globalisering en meer lokale productie. Immers, door globalisering ontstond het coronaprobleem: mensen reizen volop tussen landen en westerse productie vindt vaak in lagelonenlanden plaats.

Dat minder globalisering talloze nadelen met zich meebrengt, zoals hogere verkoopprijzen omdat producten lokaal moeten worden gemaakt, we zullen het wellicht op de koop toenemen. Of Schinkel gelijk zal krijgen, wie weet: Yuval Harari werkt niet op de redactie van Sprout en net zo min hebben wij zelf een glazen bol.

Empathisch leiderschap en gematigd collectivisme in plaats van individualisme is wat mij betreft een blijvertje. Kijk maar eens naar de politiek. Hoe ontroerend is het om de anders doorgaans zo nonchalante Rutte te zien ontpoppen als een bezorgde burgervader? Van Jesse tot Thierry: inmiddels staan vrijwel al onze politici van links tot rechts achter de empathische crisismanager. Het zal vast niet lang duren, maar laten we even van dit moment van eensgezindheid genieten.

‘Mij’-denken

Toch sijpelen de oude tijden van het ‘mij’-denken nog steeds door in de door de coronacrisis geteisterde zakenwereld van nu. Neem mediamerk Rumag, dat – al is het niet veel – zelf geld verdient aan zijn corona-actie voor het Rode Kruis. De schoonheidsprijs verdient zoiets niet. Wie echter kritiek levert, wordt verzocht de ‘grafbek’ te houden.

Zou je dit nog kunnen zien als zakelijke onhandigheid, voor het dividendkapitalisme van verscheidene grote bedrijven is geen goed woord te verzinnen. Neem de Action, dat de afgelopen jaren in tranches 2,8 miljard euro aan dividenden onder de aandeelhouders verdeelde. Nu de coronacrisis om zich heen grijpt, verhoogt de keten zijn betaaltermijn voor leveranciers doodleuk met 30 dagen naar 3 maanden. Dit soort gedrag “stort ons straks in een échte crisis”, schreef Sprout-hoofdredacteur Remy Gieling er afgelopen week over.

Of neem de Britse luchtvaartmaatschappij Easyjet, dat om staatssteun vraagt maar nog wel een potje van 171 miljoen pond heeft om dividenden van te betalen aan zijn aandeelhouders. Het bedrijf stelt er wettelijk toe verplicht te zijn, maar sympathiek is het allerminst. Een recent pleidooi van het Financieele Dagblad om het dividendbeleid in deze tijd ter discussie te stellen, is dan ook passender.

De waarheid

Empathisch leiderschap en ‘ons’-denken is ook nog ver te zoeken in gidsland de Verenigde Staten, waar Donald Trump het land alweer met Pasen wil openen om de economie (of zijn herverkiezing?) te redden. Virologen waarschuwen dat er een grote kans is dat het virus zich dan verder verspreidt en de Amerikanen in plaats van het gedroomde flatten the curve de gevreesde exponentiële groei van coronaslachtoffers krijgen.

Trump strooit, zoals we hem kennen, met onwaarheden: het virus zou een complot van de Chinezen en de Democraten zijn, het vaccin zou bijna zijn uitgevonden en over enkele weken zou het probleem zijn opgelost. Eén van de weinige voordelen van het coronavirus is dat het draait om de waarheid. In tijden van alternative facts en fake news is dat winst. Weinig empathische leiders zoals Trump en zijn Braziliaanse evenknie Bolsonaro kunnen schreeuwen wat ze willen, het virus trekt zich niets aan van propaganda. Het geeft alleen om de – medische – waarheid.

De enige manier om het coronavirus te bestrijden, is dan ook door te zoeken naar die waarheid. We mogen van geluk spreken dat we dezer dagen zo iemand als Rutte aan het roer hebben staan, die handelt naar de adviezen van experts. Of empathisch leiderschap en gematigd collectivisme uiteindelijk zullen overwinnen, moet nog blijken. De waarheid maakt in ieder geval een niet te stuiten comeback.