Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

‘Data bieden mensen schijnveiligheid’

De smartphone, gezondheidsapps, updates in sociale media. Je bent een wandelende datafabriek. Maar wat kun je met al die gegevens? Een beter mens worden, hopen lifeloggers en aanhangers van de quantified self-beweging. Sprout sprak over het onderwerp met startup Memoto. 

Een zomermiddag in Linköping, een Zweedse industriestad waar veel technologiebedrijven zitten. In een pand van een lokale incubator zitten Simon Pantzare en Eric Hampusgård. Ze zijn medeoprichters van Memoto en druk bezig om de laatste hand te leggen aan hun lifelogging-camera. Op Kickstarter haalden ze bijna een half miljoen dollar op voor de ontwikkeling van de camera, die iedere 30 seconden automatisch een foto maakt. Het kastje waar de lens, een gps-ontvanger en een snelheidsmeter in zitten, is piepklein: 36 bij 36 bij 9 millimeter. Pantzare: ‘We willen mensen helpen alle waardevolle momenten van hun leven te helpen herinneren.’  

Memoto is momenteel een van de startups in Europa en Amerika die inspelen op de quantified self-beweging en de lifelogging-beweging. Quantified self is een term die enkele jaren geleden is verzonnen door Wired- journalist Gary Wolf. Chips worden steeds kleiner, je vindt ze overal terug: van polsarmbandjes tot sportschoenen. Ook zit de smartphone vol met sensoren die je handel en wandel kunnen meten. Er worden steeds meer apps ontwikkeld die daar iets mee doen, zoals je slaapritme of je gewicht in de gaten houden. Nike Fuel is een succesvol voorbeeld. Het sportmerk heeft een social medium ontwikkeld dat data over jouw activiteit verzamelt via sportschoenen en horloges. De beweging quantified self slaat op een groep van actieve consumenten die van nieuwe technologieën gebruik maken om zichzelf te verbeteren. 

Lifelogging gaat terug tot de jaren 80

Lifelogging – je leven in kaart brengen en eventueel delen met anderen – wordt er vaak in een adem bij genoemd. Het is een fenomeen dat al wat langer teruggaat en als gevolg van social media en microbloggen een nieuwe impuls heeft gekregen. In de jaren ’80 en ’90 begon het met Steve Mann, een Amerikaan die een kledingkast van een camera op zijn hoofd zette. Hij was in de beginjaren van het internet een pionier in lifelogging en het streamen van video van zichzelf via een wireless camera.

Ook serieuze bedrijven houden zich ermee bezig. Zo heeft bijvoorbeeld Mircosoft in 2004 de Sensecam op de markt gebracht. Ook het Google Glass-project, waarbij een camera in een bril bevestigd zit en mensen hun leven kunnen filmen, zou je als lifelogging-project kunnen zien. Dat de hardware van Microsoft nooit gemeengoed is geworden, komt deels door de smartphone. Door sociale media zijn we gewend geraakt om makkelijk te delen en informatie over ons onszelf bij te houden. ‘Ik denk dat je nu internetgebruikers een nieuwe stap ziet zetten, dat ze daadwerkelijk iets gaan doen met de data die verzameld worden’, zegt Marcin de Kaminski, onderzoeker bij de Universiteit van Lund. Hij doet onder meer onderzoek naar sociale gemeenschappen op het web. Hoe groot die gemeenschap van lifeloggers en quantified self is? De Kaminski: ‘Daar zijn geen echte cijfers van. Het hangt er vanaf hoe je definitieert. Er is wereldwijd een kleine groep mensen die real time hun leven in kaart brengen, maar als je iedereen met een blog of een Facebook-account meerekent, dan zijn we het in feite bijna allemaal.’ 

Serieuze toepassingen bedenken

De nieuwe stap die internetters nu gaan maken op het vlak van lifelogging, komt volgens Hampusgård en Pantzare doordat er steeds meer nuttige dingen met data kunnen worden gedaan. ‘De smartphone is volgens ons alweer een oude manier van filmen. In ons concept moet je dingen kunnen loslaten. Onze camera kan details vastleggen die jij zelf nooit kan onthouden of nooit zult opvallen tenzij je een getrainde rechercheur bent’, zegt Hampusgård. De camera – met een prijskaartje rond de 200 euro – zal volgens hem door de kleine groep van lifeloggers in de wereld worden opgepikt, maar kan zijn echte dienst bewijzen in bijvoorbeeld de gezondheidszorg. ‘We hebben verzoeken gehad van ouders met autistische kinderen. Die kunnen niet met hun kind communiceren als het terugkomt van de kinderopvang aan het einde van de dag. Via Memoto bieden we ze een mogelijke tool om de dag van hun kind mee te beleven en op een andere manier contact te leggen.’ Ook wijst Pantzare op een potentiële interesse van de Zweedse spoorwegen om de camera te gebruiken. ‘Een conducteur kan bewijsmateriaal verzamelen als hij door een passagier wordt aangevallen.’  

Algoritmes die de belangrijke momenten uitfilteren

De innovatie zit volgens de ondernemers in de de kleine omvang van de camera en de lange levensduur van de batterij, maar ook in de ondersteunende software. De foto’s – per dag al snel een paar duizend – worden thuis in de computer ingeladen en op de Memoto cloudserver opgeslagen. Ze hebben een algoritme ontwikkeld dat de massa aan foto’s filtert en categoriseert voor de gebruikers. Het programma laat de foto’s die het meest interessant zijn zien. De foto’s die genomen zijn terwijl je op de wc zat of thuis achter de geraniums komen dan achteraan in de rij.

De risico’s van lifelogging: van wie zijn de data?

Er zijn ook risico’s aan verzamelzucht rond data verbonden, signaleert De Kaminski. Zo speelt natuurlijk de vraag of iemand ook echt de eigenaar is van de data of dat dat het bedrijf is dat de dienst aanbiedt. Maar mogelijk is ook de aanbieder van de dienst niet de uiteindelijk eigenaar, maar het bedrijf dat de servers verhuurt of de overheid van het land waarin de servers staan. ‘Het klinkt ironisch, maar wat dit betreft staan we nog aan de begintijd van het internet’, zegt De Kaminski. Als een bedrijf omvalt of de servers in beslag worden genomen door de curator, wat gebeurt er dan met jouw gegevens? ‘De eerste cases moeten zich nog aandienen. Waar ik voor zou pleiten is de ontwikkeling van een protocol voor lifelogging, dat onafhankelijk van de bedrijven bestaat en ervoor zorgt dat de data echt van jou blijven. Dat je foto’s of andere gegevens over jezelf ook beschermd worden.’

Ook Memoto is zich van de risico’s bewust. Ze zorgen ervoor dat de foto’s versleuteld zijn en alleen de gebruikers – dus zelfs niet Memoto – kunnen zien. ‘We hebben een scenario voor een mogelijk faillissement, dan hebben we genoeg tijd ingepland om een dump te maken van de data op de servers.’ Want naar een jaar foto’s maken verwachten de ondernemers al zo’n terrabyte aan data in de cloud te hebben staan.

Quantified data kunnen gezond verstand in de weg staan

Ook moeten we ons volgens De Kaminski niet teveel laten leiden door data. Het kan ons juist blind maken voor rationeel denken. Zo kan een werkgever zijn werknemers stappentellers geven – recent door Yahoo gedaan bijvoorbeeld – en gaan bijhouden hoevaak iemand ziek is. Werkgevers moeten heel voorzichtig zijn met conclusies trekken uit de data, waarschuwt de onderzoeker. Zo kan iemand die vaker ziek is, gezonder zijn dan iemand die zich nooit ziek meldt. ‘Uit onderzoek blijkt dat het voor gezonde personen normaal is dat ze af en toe ziek zijn. Het is voor het individu leuk om dingen te tracken, maar lastig om een collectief hr-beleid te maken.’ 

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

In hoeverre is lifelogging meer dan een modewoord? En gaat lifelogging echt een deel worden van het leven van meer mensen? ‘Daar is moeilijk grip op te krijgen, mensen die het actief toepassen willen zichzelf graag verbeteren. Je leven in cijfers en grafieken voor je zien, biedt mensen een soort schijnveiligheid. Data kunnen behulpzaam zijn bij het helpen begrijpen wat voor soort leven je leidt, maar kunnen het niet verklaren.’

Het enthousiasme op Kickstarter – de doelstelling van Memoto was om 50.000 euro op te halen – is voor de ondernemers in ieder geval een teken dat er vraag naar is. Echt onderzoek naar hoe mensen de camera gaan gebruiken, hebben ze nog niet gedaan. Maar die aanpak past ook een beetje bij hun project. Het moet organisch groeien. Pantzare: ‘Het wordt voor ons ook een test. MIsschien wordt het wel een hit. ‘