Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Ondernemers zijn gek, sociaal ondernemers knettergek

Sociaal ondernemen mag dan hot zijn, het is honderd keer ingewikkelder dan puur commercieel ondernemerschap, betoogt Sprout-expert Marnix Geus. Hij pleit voor een aanpassing in de btw-wetgeving.

sociale ondernemers btw

Ze zeggen weleens dat je gek moet zijn om een eigen bedrijf te beginnen. Je werkt veel harder dan je in loondienst zou doen en in de eerste jaren doe je dat vaak ook nog voor een hongerloontje. Er is helemaal niets voor je geregeld, maar dan ook écht helemaal niets. Slechts 5 procent van de ondernemers weet een duurzame miljoenenomzet klaar te spelen. Weet je je tot hun kamp op te werken, dan wil dat nog niet zeggen dat je er ook al munt uit slaat.

Pas als je eindelijk een paar jaar lekkere marges draait, wordt ondernemen écht leuk. Echter, vroeg of laag hakt er een keer een interne of externe crisis in waardoor je een paar jaar naar dividend kunt fluiten, misschien zelfs wat management fee inlevert en dus niet langs start komt en terug bent in ‘dorpstraat Ons Dorp’. Om vervolgens weer opnieuw keihard te gaan werken, roofbouw te plegen op je lijf, je gezin en vriendenkring.

Herkenbaar? Tuurlijk, maar ook níet, want hoe heerlijk is het om het allemaal zelf te mogen doen? Op je eigen plek, op jouw tijd, met de mensen die jij leuk vindt, omdat je ze zelf mag aannemen? Ondernemen is een feest!

Voor het geld hoef je het niet te doen

Maar voor het geld hoef je het niet te doen. Als je het allemaal uitsmeert over een carrière in het grootbedrijf, schijnt de ondernemer niet beter af te zijn. Bovendien kun je je baan niet zomaar even opzeggen als het niet meer leuk is. Veel mensen denken dan ook dat je eigenlijk gek moet zijn om een eigen bedrijf te beginnen. En ik moet toegeven: zij hebben een punt.

Als student kun je je nog permitteren een beetje gek te zijn

Ik ben ook goed gek. Mijn eerste bedrijfje richtte ik tijdens mijn studie op. Als student kun je je nog permitteren een beetje gek te zijn. Als ondernemer verdiende ik beter dan achter de bar en ik leerde veel meer dan met welk studentenbaantje dan ook. Toen ik echter mijn tweede bedrijf begon, zegde ik mijn baan op. Ik kocht net daarvoor – nog op mijn salaris, natuurlijk – mijn eerste eigen appartement in Amsterdam en begon met die hypotheeklast op de schouders in een garage een pr-bureautje.

Dat bureautje werd een bureau en tien jaar later stonden er vijftig man op de payroll en waren we 5 miljoen verder – omzet, geen winst, was het maar zo’n feest. Maar we hadden niet te klagen, mijn zakenpartner en ik: een mooie management fee, lekker dividend. We hadden regelmatig dikke stress, maar we waren eindelijk aan het oogsten. We groeiden dwars door de kredietcrisis heen, totdat we in onze zelf gecreëerde crisis belandden: tien man eruit, kwart miljoen verlies, management fee wat teruggeschroefd en als gevolg nóg meer stress bij de directeurtjes. Het jaar erop wisten we gelukkig het schip weer te keren en kwamen we – enigszins gehavend, dat wel – uit de storm.

Uitverkoop

En toen was ik er ook wel klaar mee. Ik wilde liever sociaal ondernemen, maar het was financieel gezien natuurlijk niet het lekkerste moment om mijn aandelen in de etalage te zetten. Jullie begrijpen het: ‘Nu in prijs verlaagd!’. Maar soi, ik was eruit en had mijn handen weer vrij begin 2017. Want vrijheid, dat is waar ondernemen voor mij om draait.

Zo startte ik datzelfde jaar een stichting, The Present geheten, die ondernemers verbindt met initiatieven voor vluchtelingen. Een nieuwe wereld voor mij, de wereld van de stichtingen, de do-gooders en de sociaal ondernemers. Om een (ernstig afgeslankt) alternatief voor mijn management fee te vinden, verhuurde ik mezelf aanvankelijk als coach en spreker. Als mijn klanten mij binnen vijf werkdagen betaalden, stortte ik 10 procent van het factuurbedrag door naar mijn stichting. Dat bleek een uitstekende manier om de cashflow op orde te houden.

En zo was er ook wat geld om de eerste kosten binnen The Present te financieren zonder dat ik de hand moest ophouden bij fondsen of subsidieverstrekkers. Daar had ik ook geen zin in. Ik doe het wel zelf, dacht ik. Maar na anderhalf jaar steeds dieper in de vluchtelingencrisis te verzanden, merkte ik dat het bijna een fulltime baan was geworden waar ik geen betaald werk meer naast kon doen. Wel moest ik er nog steeds geld in pompen. Ik besloot bevriende ondernemers te vragen het bonnetje op te pakken, als ik mijn tijd zou blijven doneren. Dat wilden zij wel.

Ben wel goed, maar niet gek

Inmiddels zijn we weer anderhalf jaar verder en bestaat The Present dus drie jaar. We hebben ongelooflijk veel moois kunnen doen en een horde aan geweldig betrokken ondernemers kunnen aansluiten. ‘Het bonnetje’ wordt niet meer alleen gedragen door een groep trouwe MKB-ondernemers, maar nu ook door een investeerder (Moon.Ventures), een fonds (Dioraphte) en een grote corporate (SAP). Toch, als ik de balans moet opmaken na die jaar ‘sociaal ondernemen’, kan ik concluderen dat ik nu nog gekker ben dan toen ik, laten we zeggen, ‘commercieel ondernemer’ was. Voor sociaal ondernemerschap moet je écht knettergek zijn.

Zelf verdien ik nog steeds geen stuiver

The Present is inmiddels een ANBI-stichting: een Algemeen Nut Beogende Instelling. Want zonder dat ANBI-keurmerk mogen donateurs hun giften niet fiscaal aftrekken, dus het keurmerk is van levensbelang in de branche. Klein probleempje: één van de voorwaarden is dat je als bestuurslid onbezoldigd moet blijven. En ik ben naast oprichter en kartrekker ook voorzitter van het bestuur. In het team hebben we vanaf deze zomer de eerste betaalde krachten. Maar zelf verdien ik nog steeds geen stuiver.

Dan stap je toch uit dat bestuur?, zou je zeggen. Dat was ik inderdaad van plan tot een notaris mij even wees op de consequenties daarvan: in een stichting heb je uitsluitend zeggenschap als bestuurslid. Oftewel: als je daaruit stapt en de stichting wordt op een dag écht groot, dan kan je oprichter zijn, directeur of wat dan ook, maar het bestuur kan je probleemloos wippen. Nu hebben wij een geweldig bestuur, maar dit model klinkt niet als een hufterproof toekomstscenario. Ik ben wel goed, maar niet gek.

Oneerlijke concurrentie?

Onze financieel adviseur stelt voor om een tweede stichting op te richten onder precies dezelfde naam, maar dan geen ANBI. Van de huidige stichting wil hij een doorgeefluik maken. Dit wil hij doen omdat wij inmiddels ook een webshop hebben en tickets verkopen voor events. Je gaat hierdoor deelnemen aan het economisch verkeer en dat is vanuit een ANBI-stichting dan weer heel problematisch. Wij hebben namelijk een btw-vrijstelling, maar we moeten wel btw betalen.

Huh? Jazeker. Stel dat wij een zzp’er inhuren en die brengt 50 euro per uur exclusief btw in rekening, dan betalen wij 60,50 euro per uur, alleen mogen wij die 21 procent btw niet terugvorderen. Die zzp’er is voor een stichting dus 21 procent duurder dan voor een pr-bureau om in te huren. Want we hebben een btw-vrijstelling, redeneert de fiscus. Iets dergelijks geldt ook voor de T-shirts die wij verkopen, waarvan 100 procent van de opbrengsten naar initiatieven gaat die zich inzetten voor vluchtelingen. Wel even btw afdragen over de verkoopprijs, zegt de belastingwet, anders zouden wij in oneerlijke concurrentie zijn met de mode-industrie. Met onze 100 procent organic shirts. Het is een gekke wereld.

Land van ooit

Als stichting ben je voortdurend aan het knokken voor geld. Iedere 1000 euro, die je er vroeger doorheen joeg aan een bedrijfsborreltje, is voor ons een bedrag waar we vaak meerdere gesprekken voor moeten voeren. Fondsenwerving is een fulltime job. The Present kan sowieso naar de meeste fondsen fluiten omdat we niet directe hulp aan vluchtelingen geven, maar de verbinder zijn tussen ondernemers en bestaande ngo’s. Gewoon omdat er al zoveel ngo’s waren en het ons verstandiger leek om werelden aan elkaar te knopen die er al zijn in plaats van er weer een ngo naast te zetten.

Subsidieland is een totaal ontoegankelijk woud en als je je afvraagt of er geen vriendelijke regeltjes zijn voor sociaal ondernemers, die het werk dat de overheid zou moeten doen op hebben gepakt, dan verwijst men je vriendelijk door naar het land van ooit. De BV-M, de maatschappelijke BV die staatssecretaris Keijzer van EZ deze zomer aankondigde, laat nog even op zich wachten en het is nog maar zeer de vraag of het btw-gedrocht hierin wél wordt ondervangen.

Beladen boterham

Last but not least, lig je als sociaal ondernemer onder een vergrootglas van de media en de publieke opinie. Want stel dat het mij een keertje lukt om hier op een dag toch een boterham mee te verdienen, dan vindt men dat al heen snel dubieus. Rijk worden met war games voor kinderen produceren vindt men prima, maar geld verdienen met ondernemers informeren, inspireren en activeren om een positieve bijdrage te leveren aan de vluchtelingencrisis, dat vindt men niet kunnen.

Ja, ik denk vaak: waar ben ik aan begonnen? Ik moet wel knettergek zijn. Maar The Present heeft mijn blik verruimd, mijn hart verder geopend, mijn netwerk geboost en mij alweer zoveel gebracht dat ik besloten heb dat we nog maar net zijn begonnen. You’re more than welcome to join us.

Begin jij je ook knettergek te voelen? Da’s een goed teken, dan ben je een vrij mens en volg je je hart.