Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

5 vragen over de nieuwe wet late betalingen

Dankzij een nieuwe wet zijn betalingstermijnen van langer dan 60 dagen vanaf morgen officieel verboden. 5 vragen en antwoorden over deze nieuwe wet.

Op 1 juli 2017 gaat een nieuwe wet in die onredelijke lange betalingstermijen moet inperken, voluit de Wet uiterste betaaltermijn van zestig dagen voor grote ondernemingen.

Deze wet is bedoeld om te voorkomen dat grote afnemers hun sterke positie misbruiken door bij leveranciers en dienstverleners in het mkb extreem lange betaaltermijnen af te dwingen. Momenteel zijn betaaltermijnen van 90 tot 120 dagen eerder regeling dan uitzondering en dat is voor onder meer mkb- en zzp-ondernemers onwenselijk.

Sprout-partner ONL werkte mee aan de nieuwe wet en vroeg Valegis advocaten om deze handleiding te maken:

Wat mocht tot 1 juli 2017?

De wettelijk norm voor de duur van betaaltermijnen is vastgesteld op 30 dagen. Onder bepaalde voorwaarden kunnen afnemers en leveranciers een langere betaaltermijn afspreken. Hoewel die langere termijn in principe maximaal 60 dagen mag bedragen, biedt de wet toch de mogelijkheid ook daarvan af te wijken.

Dit betekent dat een afnemer een betaaltermijn van langer dan 60 dagen kan afdwingen. Omdat de leveranciers hun relatie met de afnemer geen schade willen toebrengen, gaan zij hier in de praktijk vrijwel niet tegen in.

Wat gaat er veranderen?

Per 1 juli 2017 verbiedt de wet betaaltermijnen van langer dan 60 dagen tussen grote afnemers en leveranciers en dienstverleners in het MKB. Als een grote afnemer en een kleine of middelgrote leverancier of dienstverlener met elkaar een betaaltermijn afspreken van langer dan 60 dagen, dan is die termijn niet geldig (nietig). Daarnaast wordt die langere termijn dan automatisch (van rechtswege) omgezet in een betaaltermijn van 30 dagen.

Als de afnemer de factuur dan betaalt ná die 30 dagen, is de afnemer automatisch een schadevergoeding verschuldigd: de wettelijke handelsrente. Deze rente kan tot 5 jaar na afloop van de betaaltermijn worden opgeëist.

Welke ondernemingen zijn ‘groot’ en welke niet?

Een afnemer is “groot” als hij op twee achtereenvolgende balansdata voldoet aan ten minste twee van de drie onderstaande criteria:

– de waarde van de activa op de balans is groter dan 20 miljoen euro;
– de netto omzet over het boekjaar is groter dan 40 miljoen euro; en
– het gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar is groter dan 250 werknemers.

Kleine en middelgrote leveranciers en dienstverleners zijn bedrijven die aan geen of aan slechts één van deze criteria voldoen en zelfstandig ondernemers.

Voor welke contracten geldt de nieuwe wet?

De nieuwe wet geldt voor alle (nieuwe) contracten die vanaf 1 juli 2017 worden aangegaan. Voor bestaande contracten hebben afnemers en leveranciers tot 1 juli 2018 de tijd om de betaaltermijnen aan te passen. Vanaf 1 juli 2018 moeten ook alle bestaande contracten aan de nieuwe wetgeving voldoen.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wat te doen bij langere termijn?

Ben jij een kleine of middelgrote leverancier of dienstverlener en krijg je ná 1 juli 2017 te maken met een grote afnemer die een betaaltermijn van bijvoorbeeld 90 dagen hanteert? Dan kun je dan het volgende doen:

– Je kunt akkoord gaan met de (te) lange termijn en er niets over zeggen. Na afloop van uw samenwerking kunt u dan de wettelijke handelsrente vorderen voor iedere factuur die later dan na 30 dagen is betaald; of
– Je kunt de afnemer wijzen op de nieuwe wet en aangeven dat dit niet is toegestaan. Hierbij loop je het risico dat de afnemer de termijn terugbrengt naar 60 dagen, wat nog steeds erg lang is. In dit geval heb je bij betaling na 30 dagen geen recht op de wettelijke handelsrente.