Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

‘We willen in Europa een startupindustrie creëren’

The Next Web slaat met de Startup Awards Europe zijn vleugels verder uit in Europa. Waarom Europese startups een pluim verdienen? Medeoprichter Patrick de Laive (34) legt het uit. "We mogen onszelf vaker op de borst kloppen."

Het idee voor de Startup Awards Europe deed De Laive vorig jaar op, tijdens zijn verblijf in Brazilië. Hij was daar om de The Next Web-editie voor Latijns Amerika op poten te zetten. Als onderdeel daarvan werden voor de landen Brazilië, Mexico en Chili startup-prijzen gecreëerd. “We vroegen ons af: moeten we ook niet dichter bij huis kijken? We realiseerden ons toen ook dat we een heel goed beeld hebben van startups in Nederland en de Verenigde Staten, maar een top-10 uit de mouw schudden voor Spanje of Frankrijk, dat konden we nog niet.”

Groei-ambitie The Next Web (TNW)  Het kan snel gaan. In 2006 organiseerden ondernemers/investeerders Patrick de Laive, Boris Veldhuizen van Zanten en Arjen Schat hun eerste congres voor ontwikkelaars, ondernemers en investeerders uit de internetsector. In 2008 volgde een blog, dat in korte tijd is uitgegroeid tot een toonaangevende Engelstalige techsite. De Laive: “We hebben maandelijks 7,5 miljoen bezoekers.”
TNW is mede door het succes van de website en het internationale netwerk van de organisatoren uitgegroeid tot een internationaal merk, waarmee verschillende activiteiten worden ontplooid. Zo rolde er al een viertal spinoffs, waaronder Wakoopa,uit The Next Web Labs, een incubator waarmee de ondernemers in bedrijven participeren. Ook begeeft TNW, dat met een groepsomzet “tussen de twee en drie miljoen zit”, zich sinds kort met zijn TNW Academy op het terrein van online educatie. Het TNW-team is vorig jaar uitgebreid van 25 naar 40 man, waarvan de helft zich in Amsterdam bevindt. De Laive: “We gaan de komende jaren sprongen maken van dertig tot veertig procent.”

In 12 landen worden de komende maanden genomineerden verzameld. Iedereen kan ondernemers opgeven via de website. In samenwerking met partners in de verschillende landen wordt er een screening gedaan. Er is een publieksprijs – inschrijving voor Nederland loopt nog tot 12 februari – en er wordt door The Next Web een lijst van snelste groeiers aangewezen. Vervolgens vinden tijdens zogeheten meetups de prijsuitreikingen plaats in de verschillende hoofdsteden. “Daar ontmoeten we de startups en krijgen we een beeld van de kwaliteit per land.”

Belangstelling voor Europese startupcultuur

Voor The Next Web vormen die activiteiten een belangrijk onderdeel in het opbouwen van een ‘startupdatabase’. “Ons doel is bijvoorbeeld om investeerders uit de VS op de hoogte te houden van nieuwe interessante startups uit Oost-Europa. Die informatiestroom is nog niet optimaal.”

Volgens de ondernemer is er momenteel niet alleen vanuit de VS belangstelling van investeerders. Ook is er vanuit Europa meer aandacht voor Europese startups als tegengewicht van Silicon Valley. Zo gaat The Next Web in opdracht van de Europese Commissie een event bouwen om de Europioneers, een prijs voor techentrepreneurs, uit te reiken. “Langzaam ontstaat het besef hier dat we snel stappen moeten zetten om een gezamenlijke startupcultuur te bouwen.”

Meer startupmachines creëren

In dat opzicht hebben Europese landen nog een weg te gaan, zegt hij. “Het is bovenal een verschil in mentaliteit en aanpak. In de VS worden op dit moment echte startupmachines gecreëerd, terwijl we er hier soms nog wat vrijblijvend tegenover staan.” Er wordt op een meer methodische manier aan startups gewerkt, waarin veel minder ‘de leuke startup’ of de persoon van de ondernemer en zijn droom centraal staan. “Het toeval wordt uitgebannen. Investeerders en ondernemers zorgen ervoor dat als ze er een dollar ingooien er ook weer vijf uitkomen.”

Als voorbeeld noemt hij de manier waarop ondernemers omgaan met het freemiummodel, waarbij je eerst gebruikers gratis toegang verleent om ze later te converteren naar betalende gebruiker. In Nederland wordt dit verdienmodel ook door veel door internetdiensten en apps toegepast. In de VS zie je volgens de ondernemer dat een gratis gebruiker direct in een heel systeem terecht komt waarin allerlei data over hem en zijn gedrag worden geanalyseerd alvorens hij wordt geconverteerd naar een pro-gebruiker. “Er zit een duidelijk plan achter. Dat zie je ook bij de aanpak van de marketing en sales terug.” 

Volgens De Laive zouden we in Nederland en Europa ook meer ‘machines’ moeten gaan creëren. “We hebben veel mooie startups, maar we zouden hier best wel wat sneller over de landsgrenzen mogen heenkijken.” Ondernemers hier hebben een belangrijk concurrentievoordeel. “Wij snappen culturen veel beter. Wil je als ondernemer schaal bereiken, kun je niet binnen de muren van je eigen land blijven, in de VS zie je dat ondernemer heel erg op hun eigen markt en de behoeftes daarbinnen gericht blijven.”

Waarom ondernemers juist niet vanuit de schoolbanken moeten starten

In de VS starten weinig internetondernemers momenteel nog vanuit de schoolbanken. Ze gaan eerst in dienst bij een groot bedrijf als Facebook of Google. In Nederland heerst er volgens De Laive veel meer een cultuur van freelancen onder developers en starten ondernemers juist vaak vanuit de schoolbanken. Ze missen dan volgens hem vaak de ervaring om het onderscheid te kunnen maken. “Het belangrijkste is om snel meters te maken aan het begin van je loopbaan. Leer het trucje bij een groot bedrijf en pas het daarna zelf toe.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Ook de pers kan volgens hem een handje helpen. “Amerika nog steeds staat bovenaan in de voedselketen van de media, vaak komen we pas achter nieuwe startups uit Europa als ze door de Amerikaanse pers zijn opgepikt.” Hij wijst er op dat op een gegeven moment een concurrent van het Nederlands eBuddy een investering kreeg en bekend werd. Het werd breed uitgemeten in de Amerikaanse pers en vervolgens door techblogs in Nederland opgepikt. “Tegelijk werd er volledig aan voorbijgegaan aan het feit dat er in Nederland al zo’n een startup is die tien keer zo groot is. We mogen ons dus best wat vaker op de borst kloppen.”