Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Henk Keilman over ‘de groene omwenteling’

Ik geef regelmatig lezingen, veelal over duurzame energie. Daarbij krijg ik steevast dezelfde vragen als: "Maar duurzame energie moet toch gesubsidieerd worden?" Steevast ratel ik dan mijn mantra af: "Nee, dat is een typisch Nederlandse misvatting, omdat we hier duurzame energie vereenzelvigen met windparken op zee."

Ik vervolg dan: “En wind op zee is vier keer duurder dan wind op land.” “…Oh, is dat zo?”, antwoord mijn gehoor. En zo gaat de discussie verder. Wij Nederlanders denken graag dat we groen, duurzaam en milieubewust zijn. Dat is een nobele en zalvende gedachte, die we zeker moeten vasthouden. Maar het zou natuurlijk prachtig zijn als we aan de nobele gedachten, enkele nobele daden zouden kunnen toevoegen. En daar schort het aan.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Vervolgens wijs ik altijd op de ontwikkelingen in het buitenland, waar wel de daad bij het woord gevoegd wordt. Daarvoor hoeven we geen verre wereldreizen te maken; het zijn de ons omringende landen. Dat is het voordeel van een klein land, dat je veel buitenland hebt waar de dingen misschien wel gebeuren die wij zelf niet voor elkaar krijgen. Duitsland is koploper op het gebied van duurzame energieopwekking,bijna achttien procent van de elektriciteit wordt er met zonne- en vooral windenergie opgewekt. Windenergie op land wel te verstaan. Dat is niet duurder dan de elektriciteit die opgewekt wordt met een smerige kolencentrale, ongeveer vijf cent per kilowa¬ttuur. Een huishouden betaalt zo’n 23 cent per kWh, dus daar zit voldoende – en gezonde – marge op. Deze vorm van energie hoe dus ook niet gesubsidieerd te worden, want hij concurreert volop met fossiele brandstoffen. Sterker nog: als je het vergelijkt met de olieprijs, dan kun je stellen dat bij een olieprijs van zestig dollar of hoger, windenergie gewoon goedkoper is. De olieprijs beweegt zich al jarenlang op het niveau van boven de zestig dollar, en de kosten van oliewinning gaan alleen maar verder omhoog.

De volgende misvatting is dat als je windenergie op land zou inze¬tten, je het hele land ‘vol’ zou moeten plaatsen met windmolens. Niets is minder waar. Het totale oppervlakte dat nodig is om bijvoorbeeld 6000 megawa¬tt aan windturbines te plaatsen, is minder dan een half procent van het Nederlandse landoppervlakte. Met 6000 megawatt kun je alle Nederlandse huishoudens van elektriciteit voorzien. Als je besluit om die 6000 megawatt¬ , bijvoorbeeld 3000 turbines van twee megawatt¬ , te plaatsen op een of twee locaties, dan zou dat niet meer oppervlakte opeisen dan de haven van Rotterdam.
Overal om ons heen gaat de implementatie van duurzame energie gewoon door. Naarmate het steeds duidelijker wordt dat duurzame energie economisch concurrerend is met fossiele brandstof, zullen investeerders blijven instappen. Voor lokale economieën zitten daar nog extra voordelen aan vast. Duitsland heeft al meer dan 300.000 banen gecreëerd in deze sector, en Duitse windturbines worden wereldwijd geëxporteerd. Duitse windturbines worden gezien als de beste en meest efficiënte ter wereld: de Rolls Royce (of meer toepasselijk BMW) onder de turbines. Ik ben daarom optimistisch over de Groene Omwenteling, juist doordat er al zoveel landen zijn die het Groene Energie Programma succesvol implementeren. Wij hoeven het wiel niet uit te vinden. Neem de A1 richting Hengelo en rij dan door, de grens over. Daar zwaaien, draaien en wentelen de goedkope en schone windmolens ons al tegemoet.