Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

Hoe bouw ik een goede site?

Hoe belangrijk is een goede site nog? Volgens sommigen is wat bedrijven búiten hun eigen sites op internet doen veel belangrijker. Daarbij: een goede site is meer dan een flitsende vormgeving of een goed technisch systeem: usability is cruciaal.

Samenvatting (onderstaand vindt u het volledige artikel):

  • Webdomein en bedrijfsnaam zijn nauw verbonden. Zoek eerst naar een geschikt webdomein en koppel daar de bedrijfsnaam aan
  • Verwacht niet te veel van uw bedrijfssite, actief zijn op andere sites is veel belangrijker. Denk  aan netwerken als Hyves en LinkedIn, populaire weblogs en fora. Sociale webtoepassingen hebben de toekomst
  • Denk aan de klant bij het ontwikkelen van de bedrijfssite. De meest succesvolle sites zijn door de doelgroep gekozen en niet populair geworden door marketing
  • Denk ook eens aan tijdelijke (micro)sites en widgets
  • Een internetsite is meer dan een interactieve bedrijfsfolder
  • Houd het simpel – waak voor overdesign, tenzij de klant daarom vraagt
  • Linksboven is de belangrijkste plek voor informatie, rechtsonder is het minst belangrijk
  • Laat uw site testen door bekenden en klanten, maar pluk ook eens willekeurige mensen van straat. Verwerk de feedback in het uiteindelijke ontwerp.

  

  

1. Hoe maak ik een goede site?

Hoe belangrijk is een goede site nog? Volgens sommigen is wat bedrijven búiten hun eigen sites op internet doen veel belangrijker. Daarbij: een goede site is meer dan een flitsende vormgeving of een goed technisch systeem: usability is cruciaal.

Een site is een van de eerste dingen waar een ondernemer direct bij de start al over moet nadenken. Het begint al bij het bedenken van een goede bedrijfsnaam: dat is steeds meer afhankelijk van de beschikbaarheid van die naam als webdomein. Internet is immers niet weg te denken als manier om klanten te trekken, personeel te werven of leads te krijgen en daarvoor lijkt een eigen site onontbeerlijk. Maar dat verandert, vindt Bram Alkema, mediastrateeg van adviesbureau Leylines.

 

Hij waarschuwt ondernemers die te veel van hun eigen uithangbord op internet verwachten: “Een bedrijfssite wordt steeds minder belangrijk. Het is veel belangrijker actief te zijn op andere sites: online netwerken als Hyves en LinkedIn, populaire vakweblogs en sites waar jouw klanten op je product reageren. Dáár wil je gevonden worden, daar moet je meedoen. Mensen komen niet vanzelf naar je site.”

 

Netwerken

Sociale webtoepassingen, waar mensen vooral met elkaar zaken delen en constant ‘in gesprek’ zijn, groeien snel in gebruik en slurpen veel van de online tijd van Nederlanders op. Alkema: “Dat is als mond-tot-mond-reclame, maar dan via internet. Te veel ondernemers denken nog aan het inkopen van banners en of gesponsorde plekken op vergelijkingssites of startportalen. Maar klanten vertellen tegenwoordig hun ervaringen zelf tegen elkaar via internet. In dat proces moet je zitten. En dat doe je juist door weg te trekken van je eigen site en mee te doen, door bijvoorbeeld ook te reageren.”

 

Doelgroep kiest site

Het totale einde van de bedrijfssite betekent dit uiteraard niet, weet Alkema ook. “Die blijven wel bestaan, maar het verhaal begint daar niet. Veel sites zijn statisch en gemaakt vanuit de onderneming, niet vanuit de klant. Veel succesvolle sites zijn door de doelgroep gekozen en niet populair geworden door marketing. Neem de populaire spelletjessite Zylom.com, waar dagelijks honderdduizenden vrouwen zitten te gamen. Die hebben zelf die site gekozen. Je moet niet vissen, je moet nederiger worden naar je potentiële klanten toe. Vergeet dingen als huisstijl of zelfs corporate identity. Het gaat erom wat mijn klant vindt dat mijn site moet zijn. Nu stralen veel sites uit: wat wil ik dat het bedrijf is in het hoofd van de klant? Je moet gaan naar: wat maakt de klant er zelf van?”

 

Lees verder op de volgende pagina

-nextpage-

Wees actief

Jay de Groot van webbouwer Info.nl is het grotendeels met Alkema eens dat bedrijven actiever moeten zijn op sites waar hun klanten zitten. “Verkoop je tv’s, dan kun je bijvoorbeeld op recensiesites voor tv’s reacties over die toestellen achterlaten. Een vriendin van mij is consultant en begeleidt mensen. Zij wilde een mooie nieuwe website laten bouwen. Ik zei: je kan beter flink actief worden op netwerksites als Linkedin en Xing. Vergeet je eigen site. Daar komt bijna niemand. Als ze er al komen, willen ze alleen weten wie je bent, wat je doet en wat je telefoonnummer is.”

 

Microsites en widgets

Kleine tijdelijke sites (microsites) en widgets, interactieve webblokjes die anderen op hun weblogs of profielpagina kunnen zetten, zijn ook handige formats om online aandacht te krijgen, zonder dat het erg bedrijfsmatig voelt. Voordeel van widgets is dat ze op externe sites staan, zonder dat het betaalde reclame is. Alkema: “Bij de sites iGoogle en Netvibes kun je je eigen startpagina met blokjes actuele informatie bijhouden. Dat kan ook als bedrijf, met nieuwtjes voor je klanten.” Ook Alkema adviseerde de Kunstbende in plaats van een eigen site een fraaie Myspace-profielpagina te laten ontwerpen. “Jongeren zitten al op Myspace, daar luisteren ze naar muziek. Naar de Kunstbende-site gaan ze niet snel, ik heb geadviseerd dat Kunstbende een eigen Myspace-plek kreeg. Dat is veel effectiever. En waarom zou je als bedrijf niet een spelletje ontwikkelen en dat op een gameportal aanbieden?”

 

Local Search

Niet iedereen vindt dat bedrijfssites er minder toe doen. Volgens webontwikkelaar Erik Jan Bulthuis van BM-Media is die voor lokale ondernemers juist belangrijker geworden. “Zeker nu Google meer doet met Local Search wordt een bedrijfssite voor de lokale ondernemer steeds belangrijker. Een makelaar zal niet snel ranken op ‘nieuw huis’, maar wellicht wel op ‘nieuw huis Rotterdam’. Omdat mensen steeds vaker zoekmachines gebruiken, weten mensen tegenwoordig dat er zinvolle resultaten komen als je zoekt op een plaatsnaam. Dit vergroot het belang van lokale vindbaarheid.”

 

Als voorbeeld geeft Bulthuis een zoekvraag naar ‘restaurant Amsterdam’. Google presenteert dan boven de gewone zoekresultaten een kaartje met daarbij links naar enkele restaurants. Mensen klikken volgens hem velen malen vaker op deze kaartenlinks. “Er zijn ook nog veel mensen die alleen verkennend zoeken en nog niet direct iets online kopen. Toch wil je juist deze bezoekers op je site hebben, zodat ze wellicht later in je winkel komen.”

 

‘Undesign’ is in

Uit onderzoeken naar gebruiksvriendelijkheid van websites komt steeds naar voren dat internetters meer eenvoud en overzicht willen. “Je moet het zo laagdrempelig mogelijk houden. Wat ik veel zie is dat de folder wordt ‘omgezet’ in een site, maar dat werkt niet. De mindset is anders”, zegt usability-expert Ruben Timmerman: Volgens hem is de trend: ‘undesign’: vormgeving die zo onopvallend mogelijk is. Dat is ontstaan doordat het gros van de internetters om de banners en grafische elementen heen bleek te kijken. Ze ‘zien’ vooral de tekst, stelt ook usability-goeroe Jakob Nielsen. Slechts twee andere grafische elementen trekken volgens hem het oog van internetters: foto’s van gezichten en edele delen. Bedrijven moeten hun vormgeving en navigatie daarom ook niet te veel doen lijken op advertenties. Hoe minder flitsend, hoe beter. Timmerman: “Undesign is simpel gezegd: minder grafische elementen: minder plaatjes, buttons, achtergronden en kaders.”

 

Lees verder op de volgende pagina

-nextpage-

Spartaans

Enkele van de grootste internetsuccessen van Nederland hadden zo’n Spartaanse vormgeving, zoals Startpagina en Marktplaats. Volgens Timmerman wil dat niet zeggen dat ‘undesign’ meteen voor iedere bedrijfssite even geschikt is. “Een website die moet inspireren, zal daar toch vaak multimedia voor gebruiken. Hoewel: in zekere zin zou het voor elke website goed zijn minder te focussen op het gebruik van beeld.” Timmermans eigen startup, Eduhub.nl, een internetmarktplaats voor cursussen, heeft ook een ‘kaal’ design. “We zijn nog niet officieel van start, maar wilden wel al zichtbaar zijn voor Google.”

Bij het vormgeven moeten webdesigners er rekening mee houden dat internetters gewend zijn in een F-vorm naar de webpagina’s te kijken. Dat keert regelmatig terug in internetkijkonderzoeken. Wolter Tjeenk Willink van internetmarketingbureau Traffic Builders: “Google zet advertenties niet voor niks rechtsboven: daar komt het oog nog langs, terwijl linksboven de belangrijkste gewone resultaten moeten staan. De rechteronderkant wordt echter bijna helemaal niet gezien.”

 

Usability testen

Usability-tests kunnen uitwijzen of bezoekers wel snappen hoe ze moeten klikken en wat er op een site te doen is. Er zijn speciale bureaus die zulke testen opzetten, maar kleine ondernemers kunnen het ook zelf, vindt Timmerman. “Vraag je moeder, de buren of mensen van straat even je site te gebruiken. Kijk en luister goed. Zij kunnen je in een paar minuten vertellen wat er mis is. Laat ze uitleggen waarom ze iets niet snappen of waarom ze iets niet kunnen vinden. Je schrijft gewoon op wat ze zeggen en doen.” Alkema vindt dat ook: “Trek mensen van straat en laat ze je site testen. Dat is vaak waardevolle feedback.”

 

Onafhankelijk en realistisch

Belangrijk bij dit soort gebruikerstest is de informele setting, schrijft Nicoline van Elten, marktanalist bij Jungle Rating, op de weblog Frankwatching.com. “Vermijd bijvoorbeeld het gebruik van one-way spiegels, opvallende camera’s en de aanwezigheid van een meeschrijvende notulist in de onderzoeksruimte.” Deelnemers aan de test moeten representatief zijn. “De gebruikerservaring is alleen te achterhalen met échte vertegenwoordigers van de doelgroep.”

Ook de interviewer tijdens de test moet aan wat eisen voldoen. Zo moet hij volgens Van Elten onafhankelijk zijn en zo realistisch mogelijke bezoekersscenario’s geven, zoals: “Stel, je gaat een trui kopen en je wilt meer informatie over de leveringsvoorwaarden, hoe zou je normaal te werk gaan?” De interviewer moet mensen niet hardop laten nadenken en de testpersonen alle tijd geven. Ook is het volgens Van Elten goed als betrokkenen, zoals sitebouwers en verantwoordelijken, meekijken in een speciale ruimte. “Dat bijwonen is leerzaam en inspirerend.”

Lees verder op de volgende pagina

-nextpage-

Redactiesystemen: gratis en opensource

De technische systemen om de sites te onderhouden zijn tot slot allang de grootste kostenpost niet meer. Vroeger kostten de redactiesystemen – content management systemen (cms) – flink wat geld, maar tegenwoordig doen de gratis, open source systemen niet onder voor de betaalde varianten. Ruben Timmerman: “Wie nu nog betaalt voor een cms, doet iets verkeerd. Je moet betalen voor de experts die alles goed installeren en kunnen aanpassen naar eigen smaak, maar niet voor het gebruik van een bepaald custom made cms, dat is onnodig. Voor informatieve sites kan het soms genoeg zijn een mooie designtemplate te laten ontwerpen. En complete webwinkels draaien prima op gratis open source pakketten, zoals Magento.” Alkema: “Alles is tegenwoordig open source en gratis. Wij werken zelfs op kantoor zelfs niet met Windows maar met Linux.”

Directeur Chris Obdam van webbureau Holder.nl vindt ook dat de gratis cms’en niet minder zijn dan betaalde redactiesystemen, alhoewel zijn bedrijf wel een eigen cms heeft ontwikkeld. Maar Obdam pleit ervoor dat ondernemers zich niet moeten laten afleiden door de techniek of de vormgeving van hun sites. “Als we een presentatie geven bij een mogelijke klant, willen ze altijd meteen een plaatje van een nieuwe vormgeving zien die we zouden moeten bedenken. Maar is ‘het plaatje’ wel zo belangrijk? Dat is het niet! Je moet weten wat je wilt bereiken met een site en hoe je dat wilt doen.”

 

 

Tips rond het bouwen van een eigen site. Vijf DO’s:

  • Staar u niet blind op de eigen site: actief zijn op andere sites kan net zo belangrijk zijn
  • Bedenk vooraf precies wat u wilt bereiken met een site
  • Laat het internetbureau gebruikmaken van gratis opensource redactiesystemen (cms’en). Dat bespaart kosten en veel andere webmasters kennen die systemen, waardoor je makkelijker van bureau kunt wisselen
  • Koop een goede domeinnaam, hoe korter hoe beter! Dus: liefst niet meer dan zeven tekens
  • Test regelmatig de gebruiksvriendelijkheid van uw site, desnoods zelf

Wat test u tijdens een usability-test?

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.
  • Navigatie: zitten knoppen op een logische plek? Werken de menu’s, navigatielinks en zoekvelden?
  • Vormgeving: wat vinden gebruikers van de ‘look & feel’? Wat straalt het uit?
  • Taalgebruik en inhoud: Begrijpen bezoekers alles? Gaan ze lezen?
  • Vindbaarheid van informatie: Kunnen bezoekers alles vinden en is de volgorde goed?
  • Interactie: Hoe gebruiken ze e-mailfuncties, feedback-knoppen of reactie-formulieren?
  • Aanvraag/bestelproces: Werkt het proces zoals het hoort? Waar lopen mensen op vast?

 

Auteur: Tonie van Ringelestijn