Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Waarom Allsafe-oprichter Eric Stubbé andere ondernemers de Chinese Muur opstuurt

Terwijl hij in Europa met opslagketen Allsafe tientallen nieuwe vestigingen uit de grond stampt, bouwt oprichter Eric Stubbé in Kenia aan scholen. Om geld in te zamelen loopt hij in september over de Chinese Muur. ‘Je kunt dit aan de overheid overlaten, maar je kan ook je eigen verantwoordelijkheid nemen.’

Eric Stubbé (56) opent met opslaggigant Allsafe de ene na de andere opslagloods. Het huidige aantal van 26 vestigingen moet de komende 4 jaar groeien naar zeventig. Vorig jaar haalde het bedrijf nog 41 miljoen op, geld dat wordt gestoken in negentien nieuwe projecten (waaronder twee in België). Een investeringsronde van vergelijkbare omvang staat alweer op de rol.

Maar de ondernemer wil op meer vlakken impact maken. Om geld in te zamelen voor een onderwijsproject in een sloppenwijk in Nairobi (Kenia) organiseert hij in september een wandeltocht van 100 kilometer over de Chinese Muur, waar tot nu toe 33 mensen (onder wie een aantal ondernemers) zich voor aanmeldden.

Mont Blanc

Twee eerdere bergtochten (de Mont Blanc en Kilimanjaro) leverden respectievelijk 120.000 en 150.000 euro op voor Allsafe Care, het goede doel dat Stubbé in het leven riep om kinderen in Afrika te helpen met onderwijs. Allsafe collecteert daarnaast in zijn vestigingen, en geeft huurders de optie om maandelijks 1 euro extra huur te betalen voor Allsafe Care. Die eigen inzameling leverde al “enkele tonnen” op, schat Stubbé.

Met dat geld runt Stichting4Life in Kenia een basisschool en een middelbare school, waar nu zo’n vijfhonderd kinderen uit een sloppenwijk (Kibera) les krijgen – en waar ze vaak de enige fatsoenlijke maaltijd van de dag krijgen, vult Stubbé fijntjes aan.

Met relatief kleine bedragen kun je in Afrika veel impact maken. Voor 75 euro gaat een kind een jaar lang naar de basisschool; een jaar middelbaar onderwijs kost 150 euro. 

Je kunt dit aan de overheid overlaten, maar je kan ook je eigen verantwoordelijkheid nemen

Bijdragen

Met het opzetten van een bedrijf kun je ook bijdragen aan de samenleving, zegt Stubbé voor de volledigheid. “Mensen kunnen een boterham verdienen en je maakt klanten tevreden door een behoefte te bevredigen. Het leuke van ondernemen is dat je iets bouwt, en dat de omvang het gevolg is van je succes. Maar je kan op verschillende vlakken bouwen. Het is mooi om iets te creëren voor mensen die minder hebben. Dat kun je aan de overheid overlaten, maar je kan ook je eigen verantwoordelijkheid nemen.”

De ondernemer koos bewust voor een kleinschalige aanpak, in plaats van (eenmalig) geld doneren aan een grotere ngo. Stubbé werd geïnspireerd door de (in 2015 overleden) oprichter van Stichting4Life John Schut, ook een ondernemer. “Hij dacht: ik kan voorzitter worden van een voetbalclub, of iets doen wat voor mijn gevoel bijdraagt aan betere samenleving.”

Kleinschalig

Door de kleinschaligheid blijft er volgens Stubbé weinig geld aan de spreekwoordelijke strijkstok hangen. “En ik wil overzicht en controle, dat heb je met korte lijnen. Ik ben weleens bij andere stichtingen geweest dat ik dacht: nou, dat wordt duur opgezet.”

“In Zuid-Afrika – ik zal het goede doel in kwestie maar niet noemen – was ik in een dorp waar kinderen werden opgevangen, met per bungalow acht kinderen en een fulltime medewerkster. Dat is relatief duur. Met hetzelfde geld had je veel meer kunnen bereiken. Tijdens een rondleiding was ik zelf degene die de vraag moest stellen waar wij als ondernemers hun mee konden helpen. Daar hadden ze geen antwoord op.”

Nu krijgt Stubbé regelmatig brieven van ‘zijn’ kinderen in Nairobi. “Daar krijg je zo veel energie van. Toen ik 50 jaar werd, kreeg ik een boekwerk van kinderen die heel dankbaar waren voor wat wij deden. Dan denk ik: oké, je kan misschien een keer minder uit eten, maar van dat geld kan ik een kind een jaar naar school laten gaan.”

Beheersbaar

Hoe groot het relatief kleinschalige project zou kunnen worden? Stubbé: “Het moet wel beheersbaar blijven. Het is niet altijd even makkelijk om mensen aan te sturen in een land met een totaal andere cultuur en waarden en normen. Het kan groeien naar twee-, misschien drieduizend kinderen, maar bepalend is dat het beheersbaar blijft en dat het geen log apparaat wordt.”

Andere ondernemers die zich op een vergelijkbaar project willen storten, raadt Stubbé desgevraagd aan om zich eerst goed af te vragen of zij geloven dat ze er écht iets mee kunnen bereiken. “Soms zoeken ondernemers een adres om te doneren, en daarna is het geld ‘gevlogen’. Als je echt impact wil hebben, kies dan iets waar je echt in gelooft en passie voor hebt. Dan kun je langdurig iets ontwikkelen.”

“Ik zie vaak een ander soort betrokkenheid, dat mensen het meer zien als een tijdelijk project. Maar in dit soort projecten is continuïteit heel belangrijk, en er mag geen geld verloren gaan. Er zijn daar in Nairobi bijvoorbeeld heel veel gemotiveerde leraren, je wil wel dat zij hun talenten ook in de toekomst kunnen blijven inzetten. Zorg dus dat het geld dat je ophaalt bewust en met beleid wordt ingezet. En niet simpelweg denken: ‘We zamelen 75.000 euro in, halen duizend kinderen van straat’. Die kinderen moeten volgend jaar óók les hebben.” 

Chinese Muur

Momenteel bereidt Stubbé zich fysiek voor op de expeditie over de Chinese Muur in september. Onder de 33 deelnemers zitten mensen uit meerdere landen, onder wie ook weer meerdere ondernemers. “Die vinden het wel mooi om hun eigen grenzen te verleggen.”

Er zijn nog een paar plekken beschikbaar voor de 3000 euro kostende trip, zegt Stubbé. Voorwaarde is een redelijk goede basisconditie, en de belofte om minimaal 750 euro op te halen.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Na de eerdere beklimmingen van de Kilimanjaro en Mont Blanc is het nu tijd voor een reis die ook geschikt is voor mensen die het niet zo op grote hoogtes hebben, verklaart Stubbé het nieuwe reisdoel. “Zo’n berg schrikt sommige mensen af. Nu klim en daal je net zoveel als op de Kilimanjaro, maar heb je geen last van hoogtevrees.”

Bekijk ook: ‘Ik probeer vijf kwartier in een uur te stoppen’