Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Maersk gaat voor biodiesel uit Eindhoven

Michael Boot haalt met Progression Industry de gigant Maersk binnen als eerste klant voor een revolutionaire, duurzame scheepsbrandstof. Nu moet hij nog op zoek naar een producent en leveranciers van de grondstof.  "We zijn de hele keten aan het reverse engineeren."

Michael Boot stuitte op een geweldige ontdekking tijdens zijn promotieonderzoek aan de TU Eindhoven naar een schonere brandstof. “Het ging erom uit te vinden met welk molecuul de roetuitstoot van een dieselmotor minimaal houdt. Daar kwam iets uit wat heel sterk lijkt op lignine. Dat is een stof die in alle planten zit.”

Dubbel duurzaam

“Maak je daar een brandstof van, dan sla je dus twee vliegen in één klap: de motor draait schoner en op duurzame diesel.” Het is een verhaal uit de categorie bijna te mooi om waar te zijn: lignine is in onvoorstelbare hoeveelheden voorhanden, doordat het in elke plant zit. Het geldt als restproduct bij de papier- en zelfs de bio-ethanolproductie. Boot ontwikkelde op basis van het plantaardige materiaal een nieuwe brandstof, die hij CyclOx doopte. CyclOx is geen vervanger voor de diesel die we in onze auto gooien, maar een alternatief voor het stroperige spul waar schepen op varen. “De behoefte aan alternatieve brandstof is enorm in de scheepvaart. Niet eens zozeer vanwege de duurzaamheid, maar ook doordat op bepaalde routes schepen verplicht zijn op laagzwavelige diesel te varen. Dat is nu alleen in de dure variant beschikbaar die we ook in onze vrachtwagens tanken,” verklaart Boot.

Geen kapitaal

Inmiddels heeft hij, met de TU als aandeelhouder, een bedrijf gemaakt rond CyclOx, Progression Industry. “Met een universiteit achter me kom ik toch makkelijker binnen. Bovendien denkt een eventuele concurrent wel twee keer na, voordat die met een patent van de TU aan de haal gaat.” Maar de universitaire spin-off had tot voor kort weinig meer in huis dan een revolutionair patent, op een product dat nog niet eens in een pilotfabriek wordt geproduceerd. Het kapitaal ontbreekt ook om een kleine fabriek neer te zetten. “Dan praat je over veertig miljoen euro. Dat krijg je in het laffe Nederlandse investeerdersklimaat nooit bij elkaar voor een nieuwe ontwikkeling.”

Wel een klant

Boot moet daarom de hele keten van grondstof tot en met eindproduct en afnemers op een onorthodoxe manier van de grond zien te krijgen. En daarvoor heeft hij nu een deal die de doorbraak kan opleveren. Met Maersk Oil Trading, dochter van de Deense rederij die al diens zeereuzen van brandstof voorziet, heeft hij een memorandum of understanding gesloten. De Denen namen zelf  contact op, toen de TU Eindhoven een persbericht utibracht over Boots vinding. Hij heeft ze weten te overtuigen, maar mag niet aan de buitenwereld kwijt hoe de deal eruitziet, zegt hij vanuit Helsinki. “Ik kan alleen zeggen dat ze graag als eerste de beschikking willen hebben over onze alternatieve brandstof. En dan gaat het om hoeveelheden en bedragen met heel veel nullen.”

Nu de productie

Het binnenhalen van zo’n strategische partner kan Progression Industry vleugels geven. “Wat we nu in feite doen, is de reverse engineering van de hele keten: ik kan met de Maersk-deal partijen overtuigen die de productie van de brandstof voor hun rekening kunnen nemen. Hetzelfde geldt voor de leveranciers van de grondstoffen. Als die voor geheimhouding tekenen, kan ik ze alle nullen laten zien waarop ze een prima businesscase kunnen bouwen.” De productie zou volgens Boot geen jaren van R&D hoeven te vergen. “Door de lignine te verhitten, halen wij onze brandstof eruit. Een redelijk simpel proces, pyrolyse, dat minstens honderd partijen wereldwijd beheersen. De energie die daarvoor nodig is, levert de lignine zelf: voor de productie van één deel brandstof gebruiken we twee delen lignine. Duurzamere biobrandstof is nauwelijks te bedenken.”

Reststroom als grondstof

Dat Boot vandaag in Helsinki is, is dan ook geen toeval: Finland is één van de grootste papierpulpproducenten ter wereld. In de industrie die bomen tot pulp verwerkt, draait alles om cellulose: de lignine wordt als restproduct verstookt. Hetzelfde geldt voor de bio-ethanol die tegenwoordig massaal uit plantaardig materiaal wordt gewonnen: lignine geldt als bijna waardeloze reststroom. “Zelfs beesten verteren het niet, terwijl 25 procent van elke plant eruit bestaat. Niemand heeft ooit bedacht dat dat spul op een hoogwaardigere manier valt te gebruiken zodat er echt geld aan te verdienen valt.” Boot is vandaag in Finland, maar gaat ook andere hotspots in de pulpindustrie langs om toeleveranciers achter zijn plan te krijgen.

Rotterdam als CyclOx-haven

Behalve als dubbel duurzame diesel leent lignine zich ook nog als grondstof voor de chemische industrie, stelt Boot. “Je kunt er polymeren uithalen die als basis kunnen dienen voor Nylon, die daardoor ook duurzaam is.” Na de scheepvaart wil Boot daarom ook de chemische industrie als afzetkanaal ontwikkelen voor zijn CyclOx. Door zijn oogharen ziet hij in Rotterdam een wereldwijde ‘CyclOx-hub‘ verrijzen. “Rotterdam is ideaal als overslaghaven van de CyclOX, die lokaal, in de buurt waar de lignine vrijkomt, kan worden geraffineerd.” Ambitieus? “Om de wereld te veroveren moet je ballen hebben. Toen we in de VOC-tijd schepen naar Indonesië stuurden, wisten we ook niet of ze zouden aankomen.”

Bekijk hier een demovideo van CyclOx: