Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Opleiding voor technostarters

Technisch onderlegd zijn én ondernemersbloed hebben is een zeldzaamheid. Een nieuwe exclusieve studie op basis van no cure no pay biedt uitkomst. "Een corporate manager heeft hier niets te zoeken, die moet gewoon een MBA gaan doen."

Deze week lanceerde TiasNimbas Business School haar Executive Master of Business Innovation (MBI) studie. Een mond vol. In gewone ondernemerstaal: een opleiding gericht op technostarters. In drie blokken van acht maanden werken technostarters aan hun ondernemingsplan. Dat gaat verder dan het maken van de gebruikelijke lijstjes en plannen.

 

De studie schakelt internationale business-experts in om de ondernemers te coachen. Dat gaat van het aanscherpen van het businessidee tot de uiteindelijke pitch voor de investeerder. Toch is het gros van de deelnemers geen ondernemer, maar intrapreneur. Van de 24 studenten is ongeveer eenvijfde ondernemer. De rest komt van grote bedrijven als Philips, DSM en TNO.

 

“Een jaar geleden kwam Philips Research naar mij toe met het verzoek eens na te denken over een lesprogramma voor technostarters”, zegt bedenker prof. dr. Carla Koen. “Het aantal ventures ligt in Europa een stuk lager dan in de VS, daar moeten we iets aan doen. Ondernemers stranden vooral op de voorbereiding.”

 

Gratis

Na een jaar onderzoek is er nu de MBI – een studie, en dat is opvallend, op basis van ‘no cure no pay’. Het collegegeld à 39.000 euro wordt verstrekt als renteloze achtergestelde lening. Vier jaar na het afronden van het studieprogramma bekijkt de opleiding de bedrijfsvoering, het potentieel, de cashflow en de omzet. “Heb je moeite om te overleven, dan schelden we de lening kwijt.” De kosten worden gedragen door deels TiasNimbas, deels door het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven en deels door de provincie Brabant.

 

Dat de studieschuld kwijtgescholden kan worden houdt niet in dat de opleiding extra kritisch in haar aannamebeleid. “Het gaat om techno-ondernemingen. Het is onmogelijk om nu al te bepalen of een ontwikkeling over enkele jaren succesvol is”, vertelt Koen. “De enige eis die we hebben, is dat studenten met een innovatief project binnenkomen. Een corporate manager heeft hier niets te zoeken, die moet gewoon een MBA gaan doen.”

 

Modules

“Alles dat we doen is gericht op de onderneming. Uiteindelijk doe je in de modules wat je toch al moet doen als ondernemer.” De studenten komen eens per maand twee dagen (vrijdag en zaterdag) samen. Daarnaast wordt er een besloten online platform opgezet voor vragen, het uitwisselen van documentatie, ideeën en advies. De opleiding is opgedeeld in drie modules (idee, businessplan en expansieplan) van ieder acht maanden. Iedere fase wordt afgesloten met een pitch voor een jury van zwaargewichten uit de ondernemerswereld, waaronder ook venture capitalists. Koen: “Plannen worden niet afgeschoten, maar we willen de studenten wel bewust maken van de zwakke punten in hun plan. We willen succes versnellen en soms zal dat ook betekenen dat we het ‘killen’ van het idee versnellen. Er kan dan gekozen worden voor het helpen van een andere ondernemer of een nieuw idee bedenken.” De ondernemers die deze week aan de opleiding begonnen zijn, werken onder andere aan een nieuw type hartklep voor kinderen, een nieuwe methode voor het steriliseren van chirurgische apparatuur en een idee voor waterzuivering.