Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Robotauto maakt grachten vrij

Welk idee heeft Nederland veranderd, of zal dit in de toekomst gaan doen? Rond de 100 denkers geven daarop hun visie in het onlangs verschenen 'Nederland in Ideeën'. Sprout pikt er een paar bijdragen uit. Vandaag die van Boris Veldhuijzen van Zanten.

Nederland in ideeën is het eerste boek van een serie waarmee uitgeverij Maven Publishing elk jaar rond de 100 toonaangevende Nederlandse denkers vraagt om kort en krachtig antwoord te geven op één centrale vraag die betrekking heeft op het raakvlak van wetenschap en maatschappij. De samenstellers, viroloog Mark Geels en geneticus Tim van Opijnen, hebben de kunst een beetje afgekeken van Edge.org, want het werd hoog tijd voor een Nederlandse pendant. De vraag van de eerste editie: ‘Welk idee, inzicht of innovatie heeft Nederland veranderd – of zal dit in de toekomst gaan doen?’

Behalve wetenschappers, politici, schrijvers en journalisten hebben ook ondernemers zich over die vraag gebogen. Lees hieronder de bijdrage van serial entrepreneur Boris Veldhuijzen van Zanten, oprichter van onder veel meer The Next Web. Hij ziet voor zich, hoe de Amsterdamse grachten weer mooi en autovrij worden. Dankij een vinding waar Google nu al aan sleutelt.

De toekomst van de Amsterdamse grachten ligt in het verleden

De grachten van Amsterdam kregen in 2010 een plaats op de Werelderfgoedlijst en zijn dus een wereldmonument. Het is dus belangrijk om ze in de oorspronkelijke staat te behouden. Maar wat ís de huidige staat? 
Wie zich de grachten voorstelt ziet een statige kade, omzoomd door parkeerplaatsen, en in de gracht de klassieke woonark: een oud binnenvaartschip dat omgebouwd is tot woonschip. Wie een foto bekijkt van voor 1960 krijgt echter een heel ander beeld. Wonen op het water werd pas na 1945 een optie, toen er woningnood was en er behoefte ontstond aan goedkoop onderdak. In de jaren zestig werd de woonboot echt populair toen de Nederlandse binnenvaartvloot vernieuwd werd, en voor de prijs van oud ijzer afgedankte binnenvaartschepen konden worden ingekocht. Voor 1940 waren de grachten leeg, breed en schoon.

Op dit moment rijden er meer dan 7 miljoen auto’s in Nederland en is het moeilijk voor te stellen dat in 1896 de eerste twee auto’s werden geïntroduceerd. De eerste decennia was er vooral een strijd tussen vervoersmiddelen. De staat moest wegen aanleggen, maar concurreerde daarmee vooral met zijn eigen spoornet en maakte dus weinig haast. De auto was bepaald geen instantsucces, en in 1939 waren er nog maar honderdduizend auto’s in gebruik.

Wie dus terugdenkt aan de oorspronkelijke Amsterdamse grachten ziet geen parkeerplekken en woonboten, maar brede en lege grachten en ruime straten waar mannen en vrouwen gearmd naast elkaar liepen en de kinderen onbezorgd om hen heen drentelden. Kwam er eens een paard en wagen aan, dan was dat met maximaal 10 kilometer per uur en had men ruim de tijd om plaats te maken.

Wat we nu zien als de klassieke woonboot, een zwart binnenvaartschip met opbouw, was jarenlang een doorn in het oog van de bewoners van Amsterdam. De schepen waren industrieel afval, schroot, en onteerden het aangezicht van onze klassieke grachten. Het binnenvaartschip was de zeecontainer van de vorige eeuw, en had dezelfde status: een functioneel maar onooglijk object dat eigenlijk geen plaats had in de stad.

Als observanten accepteren we wat we observeren 

Het is heel moeilijk om je in te stellen op verandering. De wereld verandert voortdurend, maar toch is het voor ons natuurlijker om ervan uit te gaan dat dit de omstandigheden zijn waar we het mee moeten doen. Het zit in onze aard om te observeren en ons aan te passen. Als we ons inbeelden dat alle geobserveerde omstandigheden ook nog eens ieder moment kunnen veranderen, dan zijn dat te veel variabelen om rekening mee te houden. Dus lijkt het ons instinct om ervan uit te gaan dat wat we nu zien, en zoals het nu is, de status quo is, en dat het voorlopig zo zal blijven.

Achteraf lijkt het bijna logisch dat het aantal mensen dat toegang heeft tot internet bijna is vervijfvoudigd in de laatste tien jaar (van 600 miljoen mensen online naar 2,7 miljard) maar als je dan bedenkt dat er de komende tien jaar meer mensen online komen dan er nu mensen leven op de wereld, dan is dat wat moeilijker voor te stellen. Anticiperen op die trend is nog moeilijker.
Als observanten accepteren we wat we observeren, en daar doen we het mee. Ons instellen op verandering, klein of groot, is uitermate moeilijk.

Google is de grootste zoekmachine van de wereld, Microsoft is te groot om te falen en iedereen zit op Facebook, dus dat gaat ook nooit meer weg. De grachten liggen vol met woonboten en de stad staat vol met auto’s waarvan 95 procent het grootste gedeelte van de dag stilstaat.

Dat is echter niet hoe onze toekomst eruitziet. Ergens in de komende tien jaar komt er een dramatische verandering in hoe we met auto’s omgaan. En die verandering gaat invloed hebben op hoe we ons land inrichten en onze steden vormgeven. De technologie die deze verandering gaat inzetten wordt ontwikkeld door verschillende fabrikanten over de hele wereld, met Google als absolute voorloper. Op dit moment rijden er tientallen auto’s door Nevada en Florida die zijn voorzien van sensoren en camera’s en worden bestuurd door computers. In iedere auto zit nu nog een chauffeur, op de bijrijdersstoel, die kan ingrijpen mocht er iets misgaan. Deze computergestuurde auto’s rijden nu al veiliger dan mensen; ze zijn nooit moe, knipperen nooit met hun ogen, worden nooit afgeleid door schreeuwende kinderen of een ingebouwde televisie; nooit rijden ze te hard, nooit zijn ze dronken.

Stel je een hoofdstad voor zonder auto’s

Over een paar jaar rijden deze auto’s volledig zelfstandig door ons land, en in de avond, wanneer iedereen weer veilig thuis is, gaat de auto zelf naar een oplaadpunt. Dat hoeft niet voor de deur te zijn; het kan op een industrieterrein buiten de stad. Dat terrein hoeft niet verlicht te zijn, want de computergestuurde auto kan zijn weg ook in het donker vinden. Een aantal zelfrijdende auto’s laadt juist overdag op, en hangt ’s nachts rond in de stad. Algoritmes bepalen in welke wijken op welke momenten wellicht toch behoefte is aan een auto, en via een druk op de knop (op je smartphone natuurlijk) staat er altijd eentje binnen één minuut voor je deur.

Kijk nu eens naar buiten. Waarschijnlijk kun je zo’n dertig auto’s geparkeerd zien staan, waar je ook bent in Nederland. Stel je nu eens voor dat al die auto’s morgen weg zouden zijn. Parkeerplaatsen zijn immers niet meer nodig, de auto slaapt buiten de stad.
Alle parkeerplaatsen verdwijnen en daarvoor in de plaats komen brede stoepen en grasveldjes en grote struiken en bomen. Alle straten rondom de grachten in Amsterdam kunnen twee keer zo breed gemaakt worden. Stel je de Prinsengracht of Keizersgracht eens voor zonder ook maar één geparkeerde auto.

Is dat moeilijk voor te stellen? Ga dan eens op zoek naar wat foto’s van de stad van voor 1940. Brede straten, geen auto’s, veel wandelende mensen, een enkele koets. Het is zowel een blik in het verleden als in de toekomst.
Het ligt in onze natuur om ons te concentreren op het heden, en wat we zien te ervaren als een constante. Maar de enige constante is verandering, en door naar het verleden te kijken, kunnen we ons soms beter een voorstelling maken van de toekomst. Nu alleen nog een technologie bedenken die ons verschoont van al die woonboten, en de grachten van Amsterdam liggen er weer bij zoals ze ooit bedoeld waren.