Geen producten in de winkelwagen.
Apps en mobiel internet waren rond 2005 nog onontgonnen terrein. Vandaar dat Apple eerst een eerste telefoon ontwikkelde met Motorola. Maar de in september van dat jaar gelanceerde Rokr E1 werd een flop, laat staan dat het traditioneel vormgegeven apparaat het succes van de iPod kon evenaren.
Jobs besloot daarom zijn eerdere plannen om een tablet met touchscreen te maken uit te stellen, en alle kennis en ontwikkeling op dat gebied in te zetten voor een nieuwe telefoon. Op 9 januari 2007 onthulde hij de iPhone tijdens de Macword-conferentie in San Francisco. “Dit is een dag waar ik al tweeënhalf jaar naar uitkijkt.”
Drie apparaten
Om de impact van iPhone te onderstrepen bracht Jobs zijn gehoor eerst op fraaie wijze in verwarring met de mededeling dat hij die dag maar liefst 3 nieuwe producten zou onthullen. “Het eerste is een breedbeeld-iPod, met touchscreen-bediening. Het tweede is een revolutionaire mobiele telefoon. En het derde is een internet-apparaat.” Dat bleek natuurlijk een en hetzelfde apparaat.
Nog een gebbetje uit die presentatie: “We vinden de telefoon vandaag opnieuw uit. En zo ziet ‘ie eruit:”
Bekijk de presentatie ook om te zien hoe Jobs de andere smartphones uit die tijd, waaronder Blackberry en Nokia, wegzet als tweederangsproducten. En hoe hij het publiek overtuigd van het gebruik van je vinger, in plaats van een stylus. “Who wants a stylus? Yuck!”
Enkele maanden na deze presentatie konden ook andere ontwikkelaars aan de slag om apps maken. Die nieuwe industrie leverde hen tot op heden 60 miljard omzet op, bleek eerder deze week uit cijfers van Apple.
Vergelijk deze presentatie met hoe Jobs in 1984 de eerste Macintosch-computer onthulde:
