Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

10x lichaamstaal in het buitenland

Waarom Japanners altijd lachen, Amerikanen steevast wegkijken en Indiërs ja bedoelen als ze nee schudden. Doe de MT/Sprout-spoedcursus lichaamstaal voor het internationaal zakenverkeer.

lichaamstaal buitenland
Foto: Luis Alvarez/Getty

Geen taal is universeler dan lichaamstaal

De Amerikaanse psycholoog Paul Ekman deed wereldwijd onderzoek naar gezichtsuitdrukkingen van mensen in verschillende culturen. Daaruit bleek dat de basisemoties woede, vreugde, verdriet, angst, walging, verrassing en minachting overal worden begrepen en dus universeel zijn. Is lichaamstaal in het buitenland dan overal gelijk?

Helaas niet. Kleine cultuurverschillen kunnen soms voor grote problemen zorgen. In het internationale zakenverkeer treedt er regelmatig verwarring op, zo blijkt uit het volgende overzicht. MT/Sprout ondervroeg Frank van Marwijk van Bodycom Lichaamscommunicatie over de meest gemaakte misverstanden. 

10 manieren om lichaamstaal in het buitenland beter te begrijpen:

#1 Het Japanse lachmasker

Op het gezicht van veel Japanners zit een eeuwige glimlach verankerd. Betekent dit nu dat deze oosterlingen altijd vrolijk zijn? Nee, zegt Van Marwijk. “Mensen uit oosterse landen zijn vrij collectivistisch ingesteld, ze vinden vooral de omgeving en anderen erg belangrijk.

Voor westerlingen gelden persoonlijke waarden sterker. Als wij glimlachen, dat betekent dat vooral persoonlijke vreugde. Een Japanner doet dat meer om aan de verwachtingen van zijn gezelschap te voldoen. Het kan dus heel goed zijn dat je iets zegt aan tafel waar die Japanner helemaal niet gelukkig mee is en toch gaat hij glimlachen. Dat komt dan voort uit onzekerheid en beleefdheid.

Een Japanner die kritiek krijgt van een meerdere zal ook voortdurend blijven lachen. Pas als de leidinggevende vertrekt, vertoont hij de eerste tekenen van boosheid.”

#2 Smaakt het een beetje?

Stel, je zit uitgebreid te lunchen in Moskou. Met tegenover je aan tafel de vertegenwoordigers van een paar grote oliemaatschappijen om de laatste puntjes op de ‘i’ te zetten van een megaorder. Of het lekker is, wil een van de vertegenwoordigers weten. Met jouw rechterhand zwaai je langs het oor als bevestigend antwoord op zijn vraag. Klinkt logisch, maar dat is het niet voor iedereen.

“Dit gebaar is typisch Nederlands en wordt over de grenzen door vrijwel geen enkele andere cultuur begrepen. Het heeft zelfs iets agressiefs, als voorbode dat je wilt gaan slaan bijvoorbeeld. Doe daar dus voorzichtig mee”, aldus Van Marwijk. Aangeven dat iets smakelijk is, doen de Italianen overigens met behulp van een schroevende beweging in de wang. In Suriname kussen de bewoners hun vingertoppen.”

#3 Ja knikken, nee bedoelen

Het is voor de gemiddelde westerling maar moeilijk te volgen. Ja knikken en nee bedoelen. Of nee schudden terwijl iemand ja zegt. “En toch is dat precies wat de mensen uit Griekenland en India doen. Dat valt bijna niet aan te leren”, zegt Van Marwijk. “Als we binnen zo’n andere cultuur gaan wonen, dan zijn we ons vaak eerder de taal machtig dan het gebruik van deze bewegingen.”

#4 Het sorry-gebaar

Ook in reclamecampagnes wil het gebruik van lichaamstaal nog wel eens onbedoeld tot onaangename verrassingen leiden voor mensen uit een andere cultuur. Zo introduceerde verkeersveiligheidsorganisatie 3VO eens een nieuwe campagne die geheel in het teken stond van het sorry-gebaar. Met de hand recht vooruit en de vingers gespreid, een manier waarmee weggebruikers elkaar hun spijt kunnen betuigen.

“Een mooi initiatief”, zegt Van Marwijk. “Maar niet zo goed afgestemd op het internationale verkeer. Het gebaar lijkt namelijk erg veel op een Grieks scheldgebaar: moutza! Dat betekent zoiets als ‘ik gooi stront in jouw gezicht’.”

#5 Kom eens hier

Een teken dat op het Afrikaanse continent nog wel eens voor de nodige verwarring wil zorgen is het wenkgebaar. “Kom eens hier, zeggen we daarmee. Je handpalm wijst in dat geval omhoog. In een land als Somalië wenken de bewoners door dezelfde beweging uit te voeren, maar met de hand naar beneden gericht. Iets dat erg lijkt op het gebaar dan wij hier kennen als ‘ga eens weg’.”

#6 Thumbs up, thumbs down

Twee mensen die naar elkaar een duim opsteken. Geen Nederlander aan wie je nog hoeft uit te leggen wat daarmee bedoeld wordt. ‘Okay, het gaat goed zo, hier alles prima, ga zo door.’ Mocht de werkgever je ooit nog eens als expat naar Teheran sturen, dan adviseren we je echter met klem om dit gebaar achterwege te laten.

“In Iran is een opgestoken duim een obsceen gebaar. Het lijkt daar op onze opgestoken middelvinger. Die kun je daar overigens wel zonder gêne laten zien, want dat gebaar heeft helemaal geen betekenis. Wel even handig om te weten natuurlijk.”

#7 Oké of een boos oog?

Een cirkeltje maken tussen duim en wijsvinger. Dit gebaar heeft bij ons een zelfde soort betekenis als de duim die omhoog wordt gestoken. Toch geldt ook hiervoor weer dat niet iedereen op de wereld dezelfde associaties maakt. In Zuid-Amerika is dit bijvoorbeeld een obsceen gebaar. Niet gebruiken dus als je net een deal hebt rondgemaakt in Rio de Janeiro.

“Voor Japanners is het daarentegen weer een gebaar voor geld. In een restaurant zal de ober het dan ook niet beschouwen als complimentje voor het eten, maar als teken dat je de rekening wenst te ontvangen. In Arabische landen is dit weer het teken van het Boze Oog dat staat voor ellende en tegenspoed. Voor de Fransen staat het cirkeltje synoniem aan nul, zero dus. Wederom niet erg positief dus.”

#8 Geef me even de ruimte

Nederlanders die voor het eerst contact maken met Arabieren beschrijven de lichamelijke afstand die deze mensen tijdens het gesprek aanhouden soms als benauwend. We vinden het zelfs opdringerig. Andersom typeert de bevolking uit het Midden-Oosten ons Europeanen weer als koele kikkers. Denk daaraan wanneer je op zakenreis bent in bijvoorbeeld Dubai.

“Je kunt bijna een liniaal trekken over de aardbol; hoe hoger je van de evenaar komt, hoe groter de afstand is tussen mensen. Inwoners van Afrika en Zuid-Amerika staan veel dichter bij elkaar dan Nederlanders. De gebruikelijke lichamelijke afstand die wij hanteren is bovendien weer kleiner dan Scandinaviërs gewend zijn.” Dat kan tot ongemakkelijk situaties leiden tijdens een zakelijk gesprek.

Een bedrijfsvertegenwoordiger uit Noord-Afrika zal je immers gemakkelijker aanraken wanneer je met hem overleg voert, iets dat wij in Nederland niet gewend zijn. “Regelmatig zijn mensen uit verschillende culturen waargenomen die samen een hele zaal doorliepen, terwijl ze met elkaar gesprek waren. De een deed steeds een stap naar achteren om een prettige afstand aan te houden. De ander sloot om dezelfde reden steeds aan door een stap naar voren te doen”, aldus Van Marwijk.

#9 Recht in de ogen kijken

Elkaar recht in de ogen aankijken. In ons land is dat synoniem voor eerlijkheid. Een accountmanager zal zijn klant om die reden dan ook met grote regelmaat aankijken. Steek je echter de Atlantische Oceaan over om in De Verenigde Staten verkoopactiviteiten te ontplooien, dan gelden weer heel andere regels.

“Daar blijkt dat degene die aan het woord is maar liefst 60 procent van de tijd wegkijkt. Hij kijkt de ander alleen aan om wat extra lading te geven aan bepaalde gesproken zinnen. De persoon die luistert kijkt 75 procent van de tijd naar de ander. Tien procent kijken ze allebei ergens anders heen wat betekent dat er maar 30 procent van de tijd sprake is van echt oogcontact.”

Ook voor Arabieren en mensen uit Zuidoost Azië is het aankijken van de gesprekspartner geen gemeengoed. “Japanners hebben het hoofd licht naar voren gebogen en kijken doorgaans naar je strottenhoofd. Een werknemer daar zal zijn directeur al helemaal niet in de ogen aankijken. Als teken van respect. Wij Europeanen vinden dat best gek.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

#10 De draaiende vinger

Wie zaken doet met Japanners, Arabieren of Afrikanen moet er dus rekening mee houden dat lichaamstaal uit Nederland heel anders kan worden opgevat. Toch kan het ook vlak over de grenzen mis gaan. Van Marwijk noemt daarbij Frankrijk als voorbeeld.

“Als wij zeggen dat je gek bent, dan maken we een draaiende vingerbeweging op ons voorhoofd. Aanduiden dat iemand slim is, doen we door diezelfde beweging te maken op de slaap. Voor een Fransman staat een draaiende beweging op de slaap juist gelijk aan ‘je bent totaal gestoord’.”

Vragen over lichaamstaal in het buitenland

Wat betekenen belangrijke gebaren in andere culturen?

Een cirkeltje maken tussen duim en wijsvinger is in Zuid-Amerika een obsceen gebaar. Voor Japanners is het daarentegen weer een gebaar voor geld. In Arabische landen is dit weer het teken van het Boze Oog dat staat voor ellende en tegenspoed. Voor de Fransen staat het cirkeltje synoniem aan nul, zero dus.

Met je e rechterhand zwaai je langs het oor om aan te geven dat iets lekker smaakt. In andere culturen heeft dit gebaar zelfs iets agressiefs, als voorbode dat je wilt gaan slaan bijvoorbeeld. Doe daar dus voorzichtig met deze lichaamstaal.

Twee mensen die naar elkaar een duim opsteken. In Iran is een opgestoken duim een obsceen gebaar. Het lijkt daar op onze opgestoken middelvinger.

Wat betekent het als iemand wegkijkt?

Elkaar recht in de ogen aankijken is in Nederland synoniem voor eerlijkheid. Steekt u echter de Atlantische Oceaan over dan blijkt dat degene die aan het woord is maar liefst 60 procent van de tijd wegkijkt. Hij kijkt de ander alleen aan om wat extra lading te geven aan bepaalde gesproken zinnen.

Ook voor Arabieren en mensen uit Zuidoost Azië is het aankijken van de gesprekspartner geen gemeengoed. Een werknemer daar zal zijn directeur al helemaal niet in de ogen aankijken. Als teken van respect.

Waarom lachen Japanners altijd?

Op het gezicht van veel Japanners zit een eeuwige glimlach verankerd. Betekent dit nu dat deze oosterlingen altijd vrolijk zijn? Nee, zegt Van Marwijk. Mensen uit oosterse landen vinden vooral de omgeving en anderen erg belangrijk.

Een Japanner lacht om aan de verwachtingen van zijn gezelschap te voldoen. Het kan dus heel goed zijn dat je iets zegt aan tafel waar die Japanner helemaal niet gelukkig mee is en toch gaat hij glimlachen. Dat komt dan voort uit onzekerheid en beleefdheid.