Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De versierders van NOOSA

Alette Zeijlstra (42) en Nathalie Mangnus (40) waren vijf jaar geleden nog onbekenden voor elkaar. Een vriendin stelde een ontmoeting voor toen ze hoorde dat Zeijlstra en Mangnus allebei wilden gaan ondernemen. Er volgde een bloeiende samenwerking, maar ook één met tegenslagen.

Het werd een blind date in een Amsterdamse kroeg, waar de dertigers bij elkaar op sollicitatie gingen. Ze stelden elkaar vragen als ‘wat is je kracht?’, ‘wat wil je van de ander?’ en ‘hoeveel geld heb je?’. Het bleek een goede match. Zo ziet Mangnus vooral mogelijkheden en wijst Zeijlstra op de hobbels in de weg. “Dat werkt”, vertelt Zeijlstra. “Zo varen we samen precies de juiste koers.”


NOOSA-Amsterdam


oprichters: Alette Zeijlstra (42) en Nathalie Mangnus (40); wat: accessoires; sinds 2009; omzet 2012: 14 miljoen euro; medewerkers: 25; ambitie: 50 miljoen omzet in 2015


Opzetten van eigen bedrijf


De dames startten het accessoiremerk NOOSA-Amsterdam en begonnen met een riemenlijn, waarmee ze zich nog goed konden onderscheiden. Op de NOOSA-riemen kun je chunks bevestigen, drukknoopjes met symbolen uit de hele wereld. Op de één staat een sneeuwlotus uit de Tibetaanse bergen, symbool voor zuiverheid in gevoel en gedachten. De ander is beschilderd met een Zeeuws patroon, wat staat voor trots en succes. Drie jaar later is het merk uitgebreid met armbanden, sjaals en slippers, allemaal met dezelfde chunks. De accessoires liggen in 700 kledingboetieks in Nederland, België, Duitsland, Rusland, Nieuw-Zeeland en Australië. Omzet: veertien miljoen euro. 


Voor het opzetten van hun bedrijf namen de twee ruim de tijd. “Het ging ons niet om snel veel te verkopen, maar om echt een merk neer te zetten”, vertelt Mangnus. Vooral de gevoelswaarde moest sterk zijn: authentiek en hedendaags, stoer en vrouwelijk. Alles werd tot in de puntjes uitgedacht. Zo worden de chunks via fairtrade organisaties geproduceerd in Nepal en Peru, en zijn de producten alleen te koop in kledingboetieks waarvan de merken en sfeer goed passen bij NOOSA.“


Vasthouden aan de strategische koers


We hadden in twee keer zoveel winkels kunnen liggen, maar we hielden liever vast aan onze plannen”, vertelt Mangnus. “Het persoonlijke van eenNOOSA-Amsterdam ondernemers Zeijlstra Mangnus Sprout Zoomkledingboetiek past goed bij Noosa. Vaak staat de eigenaresse bijvoorbeeld zelf in de winkel. Dat maakt heel veel verschil.” 


Hebben de dames ooit ergens aan getwijfeld? Zeijlstra: “Toen de crisis uitbrak vroegen we ons wel af of we door moesten zetten. We hebben het er toen samen over gehad, maar wisten eigenlijk niet waar we op moesten wachten. Wanneer is een crisis over?” Achteraf bleek de crisis juist voordelen te hebben.


Nathalie: “Mensen laten een nieuwe trui of broek dan vaak maar zitten en leuken hun outfit op met accessoires. Ons concept is daar bij uitstek geschikt voor: je kunt vernieuwen met een chunk van acht euro.” Daarnaast merkten Zeijlstra en Mangnus dat winkels aan het begin van de crisis op zoek gingen naar manieren om zich te onderscheiden en klanten aan zich te binden. Ook daarvoor bleek NOOSA een schot in de roos, want klanten blijven terugkomen voor nieuwe chunks.


Ondernemers kregen onverwachte tegenslag 


Niettemin kregen de ondernemers ook te maken met tegenspoed. Anderhalf jaar geleden werd bij Zeijlstra kanker geconstateerd. “Dat was veel heftiger dan we aan het begin dachten”, vertelt Zeijlstra. “Ik ben nog steeds aan het herstellen.” Ze praten er veel over. “De kunst is om steeds opnieuw vast te stellen hoe je ermee omgaat”, zegt Zeijlstra. “Laatst hebben we bijvoorbeeld besloten dat alles wat ik doe eigenlijk bonus is. Het klinkt raar, maar we kunnen nu gewoon niet op mij rekenen.”


Dit artikel komt uit Sprout Magazine.

Abonnement?


Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

De onverwachte tegenslag heeft de ambitie van de ondernemers niet beteugeld. Ze verwachten in 2015 een omzet van vijftig miljoen te behalen. Mangnus: “Dat is geen doel op zich, maar een uitdrukking van onze plannen. Er komt een tassenlijn aan en er staat nog een rijtje nieuwe afzetlanden in de planning, vooral in Europa.”