Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Hoe MARCJANSSEN van tapijten een merk maakt

Broers Marc en Rogier Janssen zijn hard bezig om van tapijten een gewild designobject te maken. Hun ontwerpen liggen in de duurste hotels ter wereld, zoals Burj al Arab in Dubai en het Plaza Hotel in New York. “Klanten zeggen nu: ik heb een echte MARCJANSSEN.”

Rogier: “Het bedrijf is door onze vader Frits opgezet in 1969, toen nog met de naam FM Janssen. Hij kwam bij toeval in het vak terecht, als internationale vertegenwoordiger voor een bedrijf in handgeknoopte tapijten. Na een jaar begon hij voor zichzelf, omdat hij kansen zag. Er waren veel Perzen actief met tapijten in Nederland, maar die hebben een Perzische smaak. Onze vader wist heel goed wat werkte voor de Nederlandse markt, wat commercieel was.

Hij reisde naar Iran, kocht een paar tapijten en verkocht die weer op shows in Nederland. Van dat geld ging hij terug naar Iran om meer tapijten te kopen. Zo ging hij verder, totdat hij genoeg geld had voor een eigen winkel in Utrecht. Later kwamen daar meer winkels bij, een groothandel en levering aan particulieren in Amerika en Canada. De markt in Nederland werd te klein, hij zag dat er mogelijkheden waren internationaal.


Veel mensen denken bij tapijten aan stoffige oude dingen, maar de tapijten die wij maken zijn vooruitstrevende designobjecten. Een soort kunst voor op de vloer. Tegenwoordig is alles mogelijk; je kunt zelf een patroon bedenken, dat wordt dan op maat gemaakt in de kleur en de wolsoort die je wilt. Klanten kunnen ons een foto sturen: gebruik dit als inspiratie. We hebben bijvoorbeeld een tapijt gebaseerd op het patroon van een houtnerf, in opdracht van Philippe Starck. We kijken ook trends af van de catwalk. Want wat op de catwalk verschijnt, ligt een jaar later in de kledingzaken, en een jaar daarna in de woonmode. Zoals onze recolouredcollectie, dat zijn sleetse, vale tapijten. Dat zag je een paar jaar geleden op de catwalk: modellen met versleten spijkerbroeken gecombineerd met mooie schoenen of kledingstukken.”


Fatboy


MARCJANSSEN
Marc (41) en Rogier (33) Janssen
sinds: in 1969 opgericht door Frits Janssen, Marc is ingestapt in 2000, Rogier in 2010
kantoren: Waardenburg, Dubai

verkooppunten: 4 eigen winkels, 4 shop-in-shops
grote projecten: Park Hyatt New York (2014), Four Seasons Guangzhou, Beverly Hills Hotel,, The Ritz-Carlton Toronto, The Savoy London, Plaza NY, Hilton, 7* Burj al Arab Dubai, St Regis Abu Dhabi, Le Royal Monceau Paris, Dylan Amsterdam
omzet: niet openbaar (‘beginnend middelgroot’)
medewerkers: 51, waarvan 3 in Dubai 
ambitie: wereldwijd de beste zijn op het gebied van handgemaakte tapijten


Rogier: “Onze tapijten worden met de hand gemaakt in Nepal, India en China. Handgetufte tapijten kun je niet in Nederland of Oost-Europa laten produceren, er zijn hier simpelweg geen mensen die het kunnen maken. Een machinaal gemaakt tapijt is niet per se slechter, maar anders. Je ziet het vakmanschap terug in een handgemaakt tapijt.


We mikken op mensen die net Ikea-af zijn en iets bijzonders willen kopen. We verkopen tapijten vanaf 499 euro, die liggen binnen twaalf weken in huis. De duurste tapijten die we hebben gemaakt kosten anderhalve ton, ook die worden verkocht. Dat zijn exclusieve stukken van zijde op zijde, daar staat een productietijd van vier jaar voor. Die tapijten zijn zo fijn dat een knoper er niet meer dan vier of vijf uur per dag aan kan werken omdat zijn ogen dat niet aankunnen. En er kan geen andere knoper aan werken, want dan zou je verschil zien.


We benaderen onze tapijten niet als product, maar als merk. Onze strategie is: wil je een tapijt of een MARCJANSSEN? Net als Fatboy, die hebben het nooit over een zitzak maar altijd over een Fatboy. Om die reden zijn we drie jaar geleden – nadat onze vader met pensioen ging – veranderd van naam, van FM Janssen naar MARCJANSSEN. De achternaam Janssen wilden we erin houden, omdat die bekend is in de markt, maar we kozen voor Marcs voornaam omdat die internationaal goed klinkt. Dat werkt, klanten zeggen nu: ik heb een echte MARCJANSSEN.


Waar wij mee opvallen, is een goed gevoel voor design en kleuren. We hebben een eigen designteam en zijn helemaal gespecialiseerd in tapijten. De designkantoren waar we mee werken moeten veel verschillende disciplines doen voor opdrachtgevers, en vinden het fijn om met een partij te werken die helemaal toegespitst is op één discipline.”


Alles draait om aanbevelingen


Dit artikel komt uit Sprout MagazineMarc: “De wereld is op designgebied heel klein; alles loopt via een paar internationale kantoren. Zo’n kantoor doet een totaal inrichtingsproject, onze tapijten zijn daar een onderdeel van. Zo werkt een kantoor uit San Francisco aan het design van het Four Seasons hotel in Dubai, waar wij vanuit Nederland de tapijten voor leggen.


We werken express niet met distributeurs, hoewel iedereen zei dat we dat moesten doen. We zitten in een wereld van Skype en mail, korte lijnen, dus ons team communiceert de hele dag door met klanten in het buitenland. We beginnen ’s ochtends met Hong Kong en Singapore, dan doen we Dubai en Londen, en aan het einde van de dag hebben we contact met Amerika.


De internationale business is opgebouwd uit aanbevelingen. We hebben in het begin op twee of drie beurzen gestaan, daarna was het alleen maar netwerken en reizen. Het begon in Dubai, min of meer bij toeval, waar iemand tegen ons zei dat er een grote kans voor ons lag in de hotelbusiness. Voor die tijd waren we alleen actief met particuliere projecten; ik had nog nooit nagedacht over het inrichten van hotels. Wel was ik al een tijdje op zoek naar iets om het bedrijf internationaal mee uit te bouwen dus ben ik de man die ons aansprak een aantal keer gaan bezoeken met stalen. Hij bleek bij een van de grootste designkantoren ter wereld te werken. Door hem werd ik weer geïntroduceerd bij iemand in Dubai en mocht ik presenteren op een event in Las Vegas met leveranciers en bedrijven in interior design.”


Las Vegas


Marc: “Ik ging er blanco heen; het was voor het eerst dat ik voor zaken naar Amerika afreisde. Ik zei nog tegen mijn vader: het is hartstikke druk in Nederland, ik heb helemaal geen tijd voor Las Vegas. Hij zei: ga nou maar, het was altijd je droom om in Amerika succes te krijgen, dan heb je het in ieder geval geprobeerd. Ik heb een paar stalen meegenomen en zette een powerpoint in elkaar van de nieuwste designs. Dat was vreemd om te doen; we hadden nog nooit iets met hotels gedaan, ik wist er evenveel van als elke andere Nederlander die af en toe in een hotel zit.


Na Las Vegas kwam de eerste hotelopdracht: we mochten de koninklijke suite van het Plaza Hotel in New York doen. Ik kende het niet, maar toen ik het googlede, kwam ik erachter dat het een iconisch hotel is aan het Central Park. Het ging maar om drie tapijten, maar voor je imago betekent dat heel veel.


Daarna breidde mijn internationale netwerk snel uit. Ik zei steeds: ik ben nieuw hier, ken je mensen bij andere kantoren waar je me kunt introduceren? Amerikanen vinden het fantastisch dat je gewoon het vliegtuig pakt naar New York om een business op te bouwen. Als ze dat horen, helpen ze je graag met introducties. En dan kun je bellen: ik ben door die en die aanbevolen om met je te praten. Dan krijg je een afspraak, terwijl je koud niet binnenkomt.”

Rogier: “We werken nu over de hele wereld. Aan de ene kant doen we het paleis van de koninklijke familie van Dubai, maar we doen ook nog steeds kleine projecten zoals een traploper bij een particulier in Nederland. Dat is in vierkante meters en offertebedrag klein vergeleken met de grote projecten, maar daar zijn we net zo trots op. Wat grappig is om te zien, is dat we in Nederland ineens interessanter zijn geworden sinds we met internationale namen werken, terwijl onze producten weinig zijn veranderd. We doen bijvoorbeeld een project met acht grote designers, waaronder Piet Hein Eek en Roderick Vos; daar kunnen we nu mee samenwerken.”


Preferred partner Hilton


Marc: “Onze internationale tak heeft de overhand genomen in het bedrijf. Het is hard gegaan: vier jaar geleden bedienden we ons eerste hotel, nu hebben we er meer dan 150 gedaan. We zijn zelfs preferred partner geworden van een aantal internationale hotelketens, zoals Four Seasons, Fairmont & Raffles en Hilton Worldwide. Dat betekent enorme groei, dus we zijn heel gestructureerd bezig met nieuwe mensen aannemen en stabiliteit aanbrengen.”


Rogier: “De grootste groei zit in het Midden-Oosten en Amerika, daar krijgen we nu voet aan de grond. We zoeken heel specifiek mensen uit voor ons team; mensen die er echt voor willen gaan. Het bedrijf valt of staat met de juiste mensen. Ons kantoor in Dubai hebben we ook pas geopend nadat Marc de juiste persoon tegen kwam om te gaan leiden. Niet andersom.”


Marc: “De basis is overal ter wereld hetzelfde: klanten willen tegenover iemand zitten waarvan ze zien dat die met passie bezig is, die zijn afspraken nakomt en een goed verhaal heeft.”


Rogier: “We willen de serviceverwachting van klanten overtreffen. Dat zit in kleine dingen: een verkoper die eigenlijk al rond is met een klant, maar mij er nog even bijhaalt om te vragen of ik andere ideeën heb, zodat we echt het beste kunnen bestellen. Een klant reageert dan: wat bijzonder dat jullie mij zo serieus nemen. Door die aanpak zijn we in staat om vanuit Waardenburg, of all places, overal ter wereld die grote projecten te doen. ”


Burj al Arab


Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Marc: “Het is heel apart om binnen te lopen bij het Burj al Arab, het zevensterrenhotel in Dubai, en daar je tapijten te zien liggen. Ik nam dit jaar mijn ouders mee naar Dubai, die zagen voor het eerst onze tapijten in de hotels. Door hun reactie ging ik me pas weer realiseren waar we allemaal mee bezig zijn en hoe bijzonder dat is. Toen we voor het eerst naar Dubai gingen, durfde ik niet eens te dromen dat we daar projecten zouden gaan doen. Maar we blijven met beide benen op de grond: als we iets hebben opgeleverd, kijken we meteen hoe we het de volgende keer beter gaan doen.

En het gaat ons niet alleen om de grote projecten. Onze vader heeft in 1994 een internationale organisatie van importeurs en exporteurs opgericht, Care & Fair. We dragen één procent van onze importwaarde af aan die stichting, die daarvan scholen en klinieken sponsort in de dorpen waar de tapijten gemaakt worden. Daardoor kunnen kinderen naar school die dat anders niet zouden kunnen. Ik zit nu in het bestuur en we gaan er regelmatig heen. Dat geeft heel veel voldoening, elke keer weer. Het maakt dat we nog harder werken om succesvol te zijn met het bedrijf, zodat we ook dat kunnen doen.”